Voorkomen beter dan genezen
Met de uitbraak van COVID-19 zijn we getroffen door een epidemie die een crisis met zich meebrengt en (gender)ongelijkheid dreigt te vergroten. Al is het voor velen van ons de eerste keer dat we zoiets meemaken, er zijn heel wat lessen die we kunnen trekken uit voorbije crisisomstandigheden of epidemieën zoals de SARS-, zika- of ebola-epidemie.
19 May 2020
7 minuten
Olivia Rutazibwa schreef op 23 maart in MO* hoe het Westen deze crisis had kunnen vermijden door te kijken naar Aziatische landen, maar ons eurocentrisme in de weg stond om echt te luisteren. Net daarom is het belangrijk te leren van hoe al eerder het hoofd werd geboden aan dergelijke omstandigheden want, zo schrijft Rutazibwa, “we kunnen wel bewust kiezen van wie en waar we leren.” Het moment is aangebroken om te luisteren naar deze voorgaande lessenecono om ervoor te zorgen dat de maatregelen die er genomen worden effectief zijn en dat (gender)ongelijkheid niet vergroot door deze crisis.
Welke impact heeft een epidemie op genderverhoudingen?
Uit tal van onderzoeken blijkt dat crisissen zoals de corona-epidemie een enorme gegenderde impact kunnen hebben. Om te beginnen, staan vrouwen vaker in de zorgsector dan mannen. Tijdens de SARS-epidemie van 2003 in Hong Kong, bleek dat 80% van de zorgverleners vrouwen waren. De vrouwen ondervonden een grote druk om overuren te maken als zorgverlener en daarnaast ook de zorg voor kinderen en familie op zich te blijven nemen. Dat vrouwen maatschappelijk verwacht worden die rol thuis op te nemen, vergroot de druk.
Ook de economische gevolgen van de crisismaatregelen blijken niet genderneutraal. Zo werd tijdens de ebola-uitbraak in West-Afrika ieders inkomen aangetast, maar de inkomens van mannen kwam sneller terug op het niveau van voor de uitbraak, dan de inkomens van vrouwen. De reden hiervoor is dat er tijdens en na een epidemie meer onbetaalde zorg nodig is, zoals zorg voor kinderen of familieleden, en die zorg wereldwijd doorgaans op vrouwen valt.
Zoals ook het geval was bij de ebola- en zika-epidemie, leiden de lockdowns die ons aanmoedigen of verplichten thuis te blijven, tot een stijging in huiselijk geweld. Ook in België meldde de hulplijn 1712 al een stijging van 70% in oproepen over geweld sinds de coronamaatregelen van kracht zijn. Dat het huiselijk geweld stijgt, komt onder meer door bijkomende factoren die geweld stimuleren: meer stress, meer alcoholgebruik en financiële moeilijkheden. Bovendien is er ook minder toegang tot hulpkanalen.
Crisismaatregelen kunnen ook een gegenderde impact hebben op een gezondheidssysteem. Dat komt omdat veel financiële middelen uit de (reproductieve) gezondheidszorg gebruikt worden in de gezondheidszorg voor de epidemie. Zo bleek dat er tijdens de ebola-epidemie in Sierra Leone meer doden waren door moeder- en kindersterfte dan door ebola zelf. De collateral damage van de crisis was groter dan de eigenlijke schade: de moedersterfte steeg met 70%. De coronacrisis dreigt dezelfde gevolgen te hebben. In Oeganda besliste de overheid onlangs om het publieke transport op te schorten om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. Hierdoor zijn er nu al meer gevallen van moedersterfte omdat zwangere vrouwen niet op tijd medische hulp kunnen krijgen.
Naast verhoogde moedersterfte, zijn er nog andere tekortkomingen in de reproductieve gezondheidszorg tijdens epidemieën. Zo veroorzaakte de ebola-epidemie meer ongewenste en tienerzwangerschappen aangezien er geen (veilige) toegang was tot anticonceptie of abortus.
eisrestricties en een verstoorde aanlevering van medicijnen zijn daar onder meer oorzaken van. In de Verenigde Staten lijkt de coronacrisis ook al te leiden tot een inperking van reproductieve gezondheidszorg, omdat bepaalde staten beslisten dat abortussen ‘niet-essentiële medische ingrepen’ zijn en geschrapt worden tijdens de crisis.
Aangezien vrouwen vaak ondervertegenwoordigd zijn op beleidsniveau ontstaan er blinde vlekken en worden tijdens besluitvorming bepaalde noden mogelijks over het hoofd gezien. Ook andere doelgroepen worden tijdens epidemieën vaak te weinig betrokken bij besluitvorming. Zo waren er tijdens de hiv-/aidsepidemie in Noord-Amerika van de jaren 80 veel personen met een hoog risico die geen hulp zochten of zich niet lieten testen, zoals mannen die seks hebben met mannen. Dat was het gevolg van het wantrouwen dat zij hadden ten aanzien van publieke (gezondheids)instellingen die homoseksualiteit voorheen als een ziekte beschouwden.
Onderzoeken naar deze crisissen tonen echter ook meer dan de gegenderde impact. Ze trekken ook lessen voor wat we moeten onthouden voor de toekomst om deze valkuilen te voorkomen.
Wat zijn de lessen uit voorgaande crisissen?
1. Gebruik de crisis als kans om tot een gelijkere verdeling van zorgtaken tussen mannen en vrouwen te komen
Hoewel de zorgtaken, thuis en professioneel, vooral op de schouders van vrouwen dreigen terecht te komen, zijn er ook voorbeelden waarbij crisissen kunnen zorgen voor een gelijkere verdeling van zorgverlening, professioneel en huishoudelijk werk. Zo had vóór de Tweede Wereldoorlog slechts 28% van de vrouwen in de VS een betaalde job, terwijl er na de oorlog al 37% een job uitoefende en dit aantal bleef nadien stijgen. Ook in 2011, na de tsunami in Japan was er meer aandacht voor alleenstaande vaders en een herwaardering van het vaderschap. Ook in deze coronatijd kan de zorg voor kinderen thuis betekenen dat vaders een grotere vaderschapsrol opnemen.
2. Wees genderbewust in de (financiële) steun die wordt toegekend
Om de dubbele verantwoordelijkheid van vrouwen op het werk en thuis op te vangen, is er tijdens epidemieën of crisissen nood aan extra ondersteuning in zorgtaken zoals bijvoorbeeld kinderopvang. Het is dus een goede zaak dat de Belgische overheid besliste om de lessen op school te schrappen, maar de mogelijkheid tot kinderopvang te blijven voorzien. Wanneer de overheid financiële steun toekent om de economische gevolgen van een crisis op te vangen, is het niet alleen belangrijk om de effecten op de lonen van vrouwen mee te nemen, maar ook financiële ondersteuning te voorzien zodat slachtoffers van huiselijk geweld financieel onafhankelijk van de dader kunnen zijn. Ook moet de opvang en ondersteuning van slachtoffers van mishandeling, huishoudelijk of partnergeweld in vluchthuizen en opvangcentra gegarandeerd blijven.
3. Laat een diverse groep het crisisbeleid uitstippelen
Om te vermijden dat er een crisisbeleid gevoerd wordt met blinde vlekken, moet er gekeken worden naar wie de beslissingen neemt. Momenteel is er bijvoorbeeld in de Coronavirus Task Force van het Witte Huis in de VS ook een ongebalanceerde genderverhouding. Aanvankelijk werden er in januari twaalf mannen en geen enkele vrouw aangesteld. Ondertussen werd de taskforce uitgebreid tot 22 leden, waaronder twee vrouwen. Voorgaand onderzoek toont echter duidelijk aan dat de stem en kennis van vrouwen meer moet worden betrokken op beleidsniveau in reactie op een epidemie. Laat ons deze representatie bovendien meteen intersectioneel benaderen om meer perspectieven te betrekken. Zo is tijdens de coronacrisis reeds gebleken dat vrouwen van kleur in de Verenigde Staten extra hard geraakt worden door de effecten van de crisis.
4. Schort niet alle gezondheidszorg op die niet dringend lijkt, of je betaalt een hoge prijs op andere vlakken
Het is cruciaal om de andere gezondheidszorg niet uit het oog te verliezen nu alle aandacht en middelen naar het bestrijden van het coronavirus gaan. Zwangere vrouwen moeten ook tijdens quarantaine toegang tot goede geboortezorg blijven hebben, maar ook bredere reproductieve gezondheidszorg zoals toegang tot anticonceptiva en veilige abortus, moeten gegarandeerd blijven.
5. Wees specifiek in dataverzameling en onderzoek
Het is belangrijk om zicht te hebben op de gegenderde gevolgen van deze crisis en daarbij zijn gedesaggregeerde gegevens essentieel. Zo tonen geslachtsspecifieke data dat tot nu toe mannen vaker lijken te overlijden aan het coronavirus dan vrouwen. Evengoed tonen ze echter dat vrouwen kwetsbaarder zijn om het virus op te lopen omdat ze meer tewerkgesteld zijn in jobs met besmettingsgevaar. Het kan ook zinvol zijn om een analyse te maken van de toegang tot gezondheidsdiensten voor verschillende groepen, zoals: man versus vrouw, mensen met een beperking of mensen uit de LGBTQ+-gemeenschap. Zo blijkt reeds dat er holebi’s en transgenders zijn wiens mentale problemen onder invloed van het coronavirus verergeren.
6. Laat de crisis geen excuus zijn om mensenrechten niet te respecteren
Afwegingen tussen publieke gezondheid en mensenrechten zijn vals: je hebt alleen goede gezondheidszorg als die gebaseerd is op mensenrechten. Hoewel vaak wordt voorgesteld dat het noodzakelijk is om bepaalde rechten in te perken om een epidemie aan te pakken, toont onderzoek dat empowerment een beter antwoord is dan dwangmatige beperkingen. Zo is tijdens de preventie en genezing van hiv/aids gebleken dat het veel beter werkte om specifieke gemeenschappen (denk aan sekswerkers, druggebruikers, etc.) te informeren en versterken in plaats van te bestraffen. Het is dus aan de overheid om bij crisissen zoals COVID-19 een beleid te voeren dat op maat is van verschillende doelgroepen en bepaalde (deel)gemeenschappen zoals thuislozen, jongeren die in residentiële opvang verblijven, transmigranten en verzoekers om internationale bescherming niet te vergeten. Tegelijk is het aan ons allemaal om waakzaam te zijn voor beperkingen op onze rechten in het kader van de coronamaatregelen. Denk aan ons recht op vrijheid, recht op vereniging of recht op privacy.
Leren van fouten en leren van elkaar
Zoals Olivia Rutazibwa zegt: “Waar we onze kennis vandaan halen, is een kwestie van leven en dood.” Net nu is het dus van groot belang dat we ons Eurocentrisme en Westerse superioriteitsgevoel aan de kant schuiven om te leren van de geschiedenis en ervaring van andere landen. Enkel zo kunnen we ervoor zorgen dat de onrechtstreekse collateral damage van de epidemie beperkt blijft en bestaande ongelijkheden niet groeien, maar verder teruggeschroefd worden.