Image
Discriminatie voor Syrische vluchtelingen in Turkije na aardbeving

Verkiezingskoorts zwengelt discriminatie van Syrische vluchtelingen in Turkije aan na aardbeving

Actualiteit

Het gaat van kwaad naar erger voor Syrische vluchtelingen in Turkije. De verwoestende aardbevingen en de verkiezingen dit weekend zorgen voor een verder opbod aan haat en discriminerende politiek. Dat blijkt uit onderzoek van 11.11.11, Upinion en Basmeh & Zeitooneh. “Mensen worden op straat gezet, aangevallen of zelfs teruggestuurd naar oorlogsgebied”, zegt expert Willem Staes.

Aan de vooravond van de Turkse verkiezingen schetsen 11.11.11 en haar partners een verontrustend beeld van de leefomstandigheden van Syrische vluchtelingen. Intimidatie, geweld en discriminatie bij de verdeling van noodgoederen in de nasleep van de verwoestende aardbevingen blijken een harde dagelijkse realiteit voor Syriërs in Turkije. 

Zo getuigt ook één van de Syrische respondenten in het onderzoek: "Ik voel me niet altijd veilig [...]. We horen altijd de woorden "vluchtelingen, keer terug naar jullie land", wat me veel psychologische pijn en wanhoop bezorgt."

Schrijnende cijfers

“Het afgelopen jaar gebruikten Turkse politici Syriërs meer dan ooit als zondebok. De verkiezingskoorts zorgde voor een opbod aan forse maatregelen”, zegt 11.11.11-expert Willem Staes. “Raids en arrestaties gaan hand in hand met politieke haatspraak en gedwongen deportaties. Allemaal om makkelijk te scoren op de kap van mensen die een oorlog en aardbevingen overleefden.” 

Belangrijkste cijfers uit het onderzoek van 11.11.11 en haar partners Upinion en Basmeh & Zeitooneh, bij meer dan 400 Syrische vluchtelingen in Turkije: 

  • 67% van de bevraagde Syriërs in Turkije gaf meer dan een maand na de aardbeving aan onvoldoende toegang te hebben tot noodhulp. Vooral vrouwen (74%) geven dit aan (tegenover 64% bij mannelijke correspondenten). 

  • Bijna een op drie respondenten (27%) benadrukt de ongelijke, discriminatoire, toegang tot noodondersteuning. Ook in interviews die 11.11.11 ter plekke uitvoerde trad fysieke en verbale intimidatie bij verdeling van hulpgoederen naar voren. 

  • 25% van de Syriërs gaf aan geen onderdak te vinden in het Turkse aardbevingsgebied. 10% gaf zelfs aan dat ze uit hun bestaande opvangplaatsen werden gezet. Maar liefst 24% van de respondenten slaagde er niet in om psychosociale hulp te vinden.  

  • 57% van de respondenten voelt zich onveilig of deels onveilig in de huidige politieke context. Vooral gedwongen terugkeer naar Syrië treedt naar voren als angstfactor (92%). Zes op de tien Syriërs (63%) geeft aan dat die angst is toegenomen sinds de aardbevingen. 

  • 53% verwijst naar haatspraak in (sociale) media, 44% geeft aan discriminatie of mishandeling door politici of ambtenaren te ervaren.  

  • 85% van de respondenten geeft aan dat de sociale spanningen tussen Turken en Syrische vluchtelingen de afgelopen zes maanden gevoelig toenam.  

  • 35% van de respondenten wil komende 6 maanden Turkije verlaten door de verslechterende omstandigheden, waarvan het gros naar de Europese Unie. Slechts 2% van alle ondervraagden plant naar Syrië terug te keren.  

Nood aan bescherming en samenwerking

11.11.11 vraagt in het licht van de cijfers aan de EU en ons land om in actie te komen. “Het veelbesproken model van ‘opvang in de eigen regio’ kraakt immers al lang in zijn voegen. De andere kant opkijken terwijl het leven van miljoenen Syriërs elke dag onleefbaarder wordt, en vervolgens wanhopige Syriërs met brutaal geweld terugdrijven aan de Europese buitengrenzen, is geen ernstig beleid. Meer ambitie om een effectieve bescherming van vluchtelingen in de regio te garanderen en meer Syriërs te hervestigen is dan ook dringend nodig”, zegt 11.11.11-expert Willem Staes.  

Een nauwere samenwerking met lokale organisaties is daarbij eveneens cruciaal, volgens 11.11.11. “Ondanks alles is er ook steeds hoop aan de horizon. Syrische organisaties en Turkse vrijwilligers sloegen onmiddellijk na de aardbevingen de handen in elkaar. De steun die diezelfde Syrische organisaties momenteel bieden aan Turkse aardbevingsslachtoffers kan leiden tot meer wederzijds begrip en solidariteit.”