Verdrinkingen in de Middellandse Zee zijn een politieke beslissing
In de nacht van 21 april verdronken naar schatting 130 mensen voor de kust van Libië. Ondanks verwoede pogingen van ngo’s om het schip te vinden, kwam alle hulp te laat. De ngo-reddingswerkers troffen enkel de resten van de rubberboot aan en tien levenloze lichamen. De tragedie toont nog maar eens wat de gevolgen zijn van het gebrek aan daadkracht van de Europese en de Libische autoriteiten tegenover mensen in nood.
27 Apr 2021
4 minuten
Deze opinie van Els Hertogen, directeur van 11.11.11, verscheen eerder op vrt.nws
Tien uur lang noodsignalen
In de ochtend van 21 april kreeg de ngo AlarmPhone het eerste signaal over de boot in nood. Tien uur lang stonden ze in contact met mensen aan boord. De situatie ging er snel op achteruit. De golven waren hoog, de boot maakte water. AlarmPhone verwittigde onmiddellijk de Europese en Libische autoriteiten en stuurde de gps-locatie door. Enkel commerciële schepen en de ngo SOS Mediterranée kwamen te hulp. Te laat helaas om het drama te voorkomen. Het EU-agentschap Frontex stuurde enkel een vliegtuig om de situatie vanuit de lucht te monitoren en de Libische kustwacht op de hoogte te brengen.
De vreselijke gebeurtenissen zijn geen toeval. Het gebrek aan reddingscapaciteit is het resultaat van politieke beslissingen. In maart 2019 werden de Europese reddingsschepen van zee gehaald. De nieuwe Europese maritieme missie in de regio werd precies ontworpen om ver genoeg uit de buurt te blijven van de populaire zeeroutes en dus niet te moeten overgaan tot reddingen. De EU zou enkel nog vanuit de lucht monitoren en van daaruit instructies geven aan de Libische kustwacht. Die laatste komt echter vaak niet opdagen. Als ze dat wel doet en mensen terugbrengt naar Libië zijn die in veel gevallen niet veel beter af. De weerzinwekkende verhalen over de foltering en het misbruik in Libische detentiekampen zijn gekend.
"Europa zal mensen vanuit de lucht zien verdrinken en niets doen", waarschuwden wij toen al, samen met Vluchtelingenwerk Vlaanderen. De Verenigde Naties trekken al meerdere jaren aan de alarmbel over het tekort aan reddingscapaciteit op de Middellandse Zee. Ze roepen de EU-lidstaten expliciet op om opnieuw een reddingsoperatie te coördineren. Ze herhalen daarbij dat Libië geen veilige haven is voor de ontscheping van kwetsbare mensen. Die oproep valt in dovemansoren. Terwijl de Libische kustwacht ondersteund werd met opleidingen, boten en ander materiaal werd een vacuüm gecreëerd langs Europese zijde. Ngo’s die de leegte wilden opvullen, werden gecriminaliseerd en aan de ketting gelegd.
Belofte niet ingelost
De doelstelling is duidelijk: de "irreguliere" aankomsten in de EU moeten koste wat kost naar beneden. Daarvoor lijken alle middelen gerechtvaardigd. Aan de Europese buitengrenzen zijn steeds meer mensen slachtoffer van pushbacks, illegale praktijken waarbij mensen worden teruggeduwd zonder dat ze de kans krijgen om asiel aan te vragen.
In een recent rapport van 11.11.11 tonen we hoe in 2020 meer dan 20.000 pushbacks plaatsvonden. Die aanpak heeft succes. Het aantal aankomsten in Europa daalde spectaculair. Op die manier slaagde de EU erin om de politieke crisis over het migratiebeleid tijdelijk te sussen. Het echte probleem, dat mensen op de vlucht nauwelijks bescherming vinden werd niet opgelost. Want tegenover al dat geweld werd één belangrijke belofte niet ingelost.
Europa zou de buitengrenzen versterken, maar tegelijkertijd zouden legale toegangswegen gecreëerd worden. Die zouden het mogelijk maken om mensen op een veilige manier bescherming te bieden in Europa. Dit zou het menselijke gelaat van de EU tonen. De legale toegangswegen kwamen er nauwelijks. De hervestiging van vluchtelingen uit conflictregio’s blijft een druppel op een hete plaat. In 2020 bereikten de cijfers een dieptepunt: 1,6 procent van de vluchtelingen in acute nood aan hervestiging werd hervestigd. Ook in de onderhandelingen voor het nieuwe Europese migratiepact blijft het wachten op concrete engagementen. Gevolg is dat de enige realistische manier om asiel aan te vragen in de EU de "irreguliere" en gevaarlijke zeeroute blijft.
Fort Europa
Fort Europa is meer dan ooit de realiteit. Landen aan de buitengrenzen zoals Italië (dat ngo’s criminaliseert en deals sluit met Libië ) en Griekenland, Hongarije en Kroatië (die gewelddadige pushbacks uitvoeren) doen het vuile werk. In andere lidstaten heerst de oorverdovende stilte.
Zo ontstaat minstens de indruk dat zij optreden met Europese goedkeuring. Dat moet ophouden. Het beheer van de buitengrenzen moet mogelijk zijn zonder het schenden van de mensenrechten en de blik af te wenden van mensen in nood. Laat nu net de Belgische regering zich in haar regeerakkoord engageren om een voortrekkersrol te spelen op het Europese toneel met mensenrechten als uitgangspunt.
Daar is genoeg om op tafel te leggen: de heropstart van EU-reddingsoperaties, het uitbreiden van legale toegangswegen, een einde aan de pushbacks en spijkerharde garanties dat Frontex zijn mensenrechtenopdracht respecteert. Hoog tijd om daar werk van te maken.