Niemand wint bij het tegen elkaar uitspelen van mensen op de vlucht
Talloze Vlamingen stellen hun huis open voor Oekraïense gezinnen die op de vlucht zijn voor gevaar voor eigen leven. Zonder verdere vragen te stellen springen mensen voor elkaar in de bres, zonder elkaar te kennen. Het draagvlak voor solidariteit met mensen op de vlucht is duidelijk heel groot. Dit is naast hartverwarmend, vooral ook hoognodig.
21 Mar 2022
5 minuten
De uitdaging is gigantisch: tienduizenden vluchtelingen die vandaag en morgen toekomen kwaliteitsvol opvangen én een toekomst geven.
In geen tijd was de spullenhulp in Vlaanderen verzadigd en stelden we onze medische zorg open voor eenieder die in nood verkeerde. De financiële giften voor tal van hulporganisaties en het consortium 12-12 klimmen elke dag verder naar ongeziene hoogtes. En de snelle respons van lokale overheden, de gewesten en de federale overheid met een 'Yes we can'-mentaliteit, tonen dat politieke wil bergen kan verzetten.
Dubbel gevoel
Toch blijven veel mensen die zich al langer inzetten voor mensen op de vlucht met een dubbel gevoel achter. Als we horen spreken over de "grootste vluchtelingencrisis sinds de Tweede Wereldoorlog" lijkt het alsof we het conflict in Syrië vergeten zijn, terwijl meer dan de helft van de Syrische bevolking (13,5 miljoen) nog steeds op de vlucht is voor gelijkaardige, zelfs nog grovere oorlogsmisdaden. Syriërs kennen de brutaliteit van het bombarderen van burgerdoelwitten zoals ziekenhuizen, maar al te goed. Laat ons hen en zoveel andere mensen die recht hebben op bescherming niet uit het oog verliezen. Laten we die hoopvolle solidariteit vasthouden en versterken.
Zo is de activering van de Tijdelijke Beschermingsrichtlijn voor de opvang van Oekraïners in de Europese Unie zonder meer historisch. Het was de juiste reactie. Alleen met intra-Europese solidariteit is een efficiënte aanpak mogelijk. De inspanningen van staatssecretaris Sammy Mahdi in dat verband zijn alleen maar toe te juichen.
Twee maten, twee gewichten
Tegelijkertijd roept het vragen op waarom deze richtlijn nog niet eerder werd geactiveerd, ondanks het feit dat deze mogelijkheid al bestaat sinds 2001. Enkele maanden terug nog stelde Josep Borrel, de Hoge Buitenlandvertegenwoordiger van de EU, voor om diezelfde maatregel te activeren voor de opvang van Afghaanse mensen op de vlucht na de machtsovername door de Taliban. Voor dit voorstel werden, ondanks de jarenlange betrokkenheid van EU-lidstaten in het conflict, geen medestanders gevonden in de Raad. Integendeel, aan de buitengrenzen schakelden EU-lidstaten een versnelling hoger om Afghaanse en andere vluchtelingen met brutale en illegale pushbacks terug te duwen. Zo ook de Poolse grenswacht die mensen nu - terecht - met open armen ontvangt.
Hoe moeten we vandaag terugkijken op de aarzelende respons van de vorige Belgische regering op de oproep van de Europese Commissie om vluchtelingen op te vangen uit overvolle kampen op de Griekse eilanden? Na grote druk van burgers en tal van organisaties toonde de regering zich bereid om amper achttien minderjarigen op te vangen. Hoe kijken we vandaag naar de poort van het Klein Kasteeltje die gesloten blijft voor mensen die recht hebben op opvang?
Opvang in eigen regio
Deze mensen moeten worden opgevangen in hun eigen regio en niet in Europa, zo zeggen sommige politici. Een oproep die vandaag nog luider klinkt, ook als argumentatie tegen het verwijt van "twee maten, twee gewichten". Wij zijn namelijk 'de regio' voor de Oekraïners. Toch is die opvang in de buurlanden al vele jaren eerder de norm dan de uitzondering. Denk maar aan de oorlog in Syrië, waarbij Turkije drie keer meer mensen opvangt dan alle EU-landen samen. Slechts een kleine minderheid van Syrische mensen op de vlucht komt naar Europa.
Het is ook erg moeilijk te bepalen tot hoever die 'eigen regio' strekt. Gaat het over de buurlanden? Landen waar men dezelfde taal spreekt? Of dezelfde religie beleeft? Toen de Taliban de macht greep in Afghanistan werd er al snel gepleit voor opvang in Turkije, een land dat meer dan 2.000 km verwijderd ligt van Afghanistan. Een stuk verder dan bijvoorbeeld Griekenland ligt ten opzichte van Syrië, terwijl niemand in die situatie spreekt over 'opvang in de regio.'
Het VN-Vluchtelingenverdrag laat op geen enkele manier toe om te bepalen wie toegang krijgt tot bescherming aan de hand van vage concepten als 'nabijheid' of 'religieuze affiniteit'. Het is dus duidelijk dat er voor veel mensen op de vlucht oplossingen in de nabije regio liggen. De realiteit is echter dat er voor vele anderen geen perspectieven zijn in de eigen regio. Zo nemen de donorbudgetten in de Syrië-regio jaar na jaar af, terwijl de noden enkel stijgen. Vele Syrische vluchtelingen in de buurlanden hebben niet of nauwelijks een legale status, noch toestemming om te werken. De publieke opinie in Libanon en Turkije wordt steeds vijandiger tegenover vluchtelingen, en er is steeds meer sprake van gewelddadige aanvallen tegen Syriërs en gedwongen terugkeer naar Syrië.
Waar we het echt over moeten hebben
Waar het echt om gaat is de zoektocht naar duurzame oplossingen voor álle mensen op de vlucht. Die zoektocht gaat nu van start voor Oekraïners in België, waar we over opvang én toekomst spreken. Nadenken over hun huisvesting, tewerkstelling of onderwijs is cruciaal, want wie de recente geschiedenis bekijkt, leert dat conflicten vaak chronisch zijn. Laat deze crisis een kantelpunt vormen om hardnekkige problemen zoals het tekort aan betaalbare huisvesting en de begeleiding daarnaar toe aan te pakken, voor iederéén.
Laat ons dus écht investeren in opvang in de regio. Niet alleen met geld maar ook met kwaliteitsvolle bescherming en integratieperspectieven. En laat ons bovenal ook onze andere verplichtingen en engagementen niet vergeten. Zoals het stoppen van de illegale pushbacks, het inzetten op veilige en legale toegangswegen zoals hervestiging en het recht op opvang voor iederéén die hier asiel aanvraagt respecteren.
Laat de manier waarop wij onze solidariteit tonen met Oekraïners op de vlucht een voorbeeld zijn voor hoe we nu en in de toekomst alle mensen op de vlucht een betere toekomst kunnen geven.