Eén jaar na de aardbeving in Syrië en Turkije: 4 getroffenen over hun hoop en wanhoop
05 Feb 2024
7 minuten
Een jaar nadat zware aardbevingen grote delen van Turkije en Syrië verwoestten, kampt de bevolking nog steeds met problemen, onder andere op vlak van huisvesting en psychologische hulp. 11.11.11 sprak met 4 getroffenen over die bewuste nacht, over de onvoorstelbare moed om door te gaan en over het leven vandaag.
Op 6 februari 2023 werden het zuiden van Turkije en de aangrenzende regio’s in het noordwesten van Syrië getroffen door twee aardbevingen met een kracht van 7,8 en 7,6 magnitude. Meer dan 50.000 mensen verloren het leven in Turkije, meer dan 8.000 in Syrië.
Honderdduizenden huizen werden met de grond gelijkgemaakt, waardoor veel gezinnen ontheemd raakten. Thuis slapen was voor velen geen optie, daarvoor was het veel te gevaarlijk. Zeker met de duizenden naschokken die ook nu nog het gebied blijven teisteren.
Tammam Aljamous: “Ik vluchtte van een oorlog en wil nu mensen een bestaan helpen opbouwen.”
Syriër Tammam beleefde de aardbeving vanop de eerste rij. Hij trok in 2015 naar het Turkse Gaziantep om met zijn organisatie, 11.11.11-partner Olive Branch, Syrische vluchtelingen te helpen. Eén jaar geleden gooide de aardbeving zijn leven plots overhoop: “Ik zag een gebouw daveren terwijl ik wist dat mijn dochter zich daarbinnen bevond. Ik maakte 5 oorlogsjaren in Syrië mee, maar de angst dat ik mijn hele familie kon verliezen, maakte dit de ergste dag van mijn leven. De eerste twee dagen brachten we in onze auto door.”
Ondanks de angst en chaos schoten Tammam en Olive Branch meteen in actie, met de financiële steun van 11.11.11. “In de eerste weken zetten we noodkeukens op en deelden we maaltijden uit. Daarna verdeelden we hygiënische producten, dekens en schoolmateriaal voor kinderen. We gaven ook vouchers aan families om naar de supermarkt mee te gaan. Nadien verschoven de noden meer naar huisvesting, tewerkstelling en psychosociale hulp. We vielen terug op onze ervaring van de oorlog in Syrië. Daardoor wisten we wat nodig was.”
Ook nu nog dragen veel Syriërs en Turken een onverwerkt trauma met zich mee. Psychosociale hulp is vandaag één van de grootste noden. Dat herkende ook Tammam toen hij recent een jonge vrouw interviewde voor een job.
“Ze kwam heel verward over. Toen polsten we wat er aan de hand was: het gesprek vond plaats op de vijfde verdieping en het was de eerste keer dat ze zich opnieuw in zo’n hoog gebouw begaf. Ze was 25 jaar en zo bang”, zegt hij. “Dingen die zo dagdagelijks lijken voor anderen, kunnen een traumatische trigger vormen voor mensen hier.”
En dus blijft Tammam zich ook één jaar later nog elke dag inzetten. “Ik vluchtte van een oorlog en verloor zoveel mensen. Ik wil niet afwachten, ik wil blijven helpen. Ik wil mensen een bestaan helpen opbouwen. Turkije beschermde mij en mijn dochters, dat zal ik nooit vergeten. Ik weet dat er problemen zijn, maar ik wil doorgaan en voortbouwen op het positieve.”
Derya Cengiz: “Sommige Turken joegen Syrische vluchtelingen uit hun woonplaats om er zelf te wonen.”
Ook de Turkse Derya herinnert zich nog steeds de angst en chaos van die eerste uren en dagen. Zij verloor haar nicht in Kahramanmaraş, een Turkse stad vlak bij het epicentrum. “Samen met mijn familie zochten we dagenlang naar haar, tevergeefs. In Antakya verloor ik 16 vrienden – zoveel vrienden. Het verlies was enorm.”
Maar ook Derya schoot in actie. Samen met haar vrienden en Olive Branch, de organisatie waarvoor ze werkt, speelde ze in op de eerste noden zoals eten en hygiënekits. Nu zijn de noden anders. “Veel mensen zijn hun job verloren door de aardbeving en moeten hun leven opnieuw oppakken. Voor hen starten we nu een project waarin ze stage kunnen lopen.”
Ook leven er nog steeds veel mensen in tenten en containers. De noden zijn torenhoog, in het bijzonder voor Syrische vluchtelingen in Turkije. Uit bevragingen van honderden Syrische vluchtelingen in Turkije door 11.11.11 en Upinion blijkt dat ze slechte toegang hebben tot hulpgoederen, huisvesting en psychosociale ondersteuning. Ook geweld en discriminatie door Turkse autoriteiten zijn alomtegenwoordig.
11.11.11-partner Olive Branch ondersteunt hen en getuigt van de discriminatie die erger werd na de aardbeving. “Er is een dorp in de bergen waar veel Syrische families leven. Het dorp was niet echt getroffen door de aardbeving, waardoor sommige Turken er hun toevluchtsoord zochten. Ze dwongen Syriërs uit hun woonplaats om er zelf te leven. Van de overheid moeten ze geen steun verwachten.”
Derya zelf kon wel op veel steun rekenen. “Willem en Shaymaa [11.11.11-collega’s] zijn een week ter plekke geweest en vroegen altijd eerst of we oké waren. Werk kwam op de tweede plaats.”
Marwa Omar al-Salloum: “De oorlog had al veel Syriërs leeggezogen en de aardbeving zorgde voor die extra klap.”
De Syrische Marwa (30) beleefde de aardbeving aan de andere kant van de Turkse grens. Ze verhuisde in 2019 met haar man en drie kinderen naar Idlib, een stad en provincie in het noordwesten van Syrië. Voor velen het laatste toevluchtsoord voor de oorlog en het Syrische regime.
Toen kwam de aardbeving: “Het was een nacht vol angst en paniek. Ik sliep bij mijn kinderen omdat mijn jongste ziek was en werd wakker in een andere wereld. Ik beschermde hen met mijn lichaam voor het plafond en muren die begonnen te barsten.”
“We overleefden die nacht, maar overleefden nauwelijks de horror en angst die daarop volgde. Ik verloor familie, vrienden en buren, maar tijd om te rouwen was er niet.”
Met Maruna Women’s Centre, de organisatie waarvoor ze werkt en die ook samenwerkt met 11.11.11-partner Women Now for Development, hielp ze slachtoffers. “We haastten ons om mensen vanonder het puin te trekken, we bereidden maaltijden voor de hulpverleners en maakten geboortekits voor vrouwen die moesten bevallen. Dankzij trainingen van Women Now konden we ook psychologische hulp bieden aan families.”
Maar een jaar na de zware aardbevingen zijn er voor veel Syriërs nog steeds te weinig middelen. “Veel mensen hebben nog geen dak boven hun hoofd, leven met een tekort aan voedsel en lijden psychologische pijn. Na de oorlog die hen al heeft leeggezogen, zorgde de aardbeving voor een crisis boven op een crisis.”
Het enige wat Marwa wenst is veiligheid: “Mijn jongste kind heet Aman, wat veiligheid in het Arabisch betekent. En dat is het enige waar ik naar verlang: veiligheid voor mijn familie, mijn land en voor mezelf.”
Ismail Abdullah: “Terwijl je mensen vanonder het puin probeert te redden, is je eigen familie ook in gevaar.”
Veiligheid is waar Ismail voor, tijdens én na de aardbeving voor zorgde. Hij is een van de vele vrijwilligers bij de Witte Helmen, de puinruimers van de oorlog in Syrië. En plots ook dé hoop en redders voor slachtoffers van de aardbeving.
“De zoek- en reddingsoperaties waren volledig anders. Waar we eerder ervaring hadden met het redden van een twintigtal mensen op één of twee gebombardeerde plaatsen, moesten we nu duizenden mensen redden op honderden locaties. Een immense uitdaging, maar wel een die onze ervaring en vermogen om te werken onder tijdsdruk vergrootte.”
Met simpele apparatuur en beperkte middelen zochten de Witte Helmen naar overlevenden en bergden ze slachtoffers. “We hadden niet genoeg apparatuur om snel naar mensen onder het puin te zoeken, zoals warmtesensoren en camera’s. We hadden ook niet genoeg zware machines om het puin mee te verplaatsen. Stel je voor dat je iemand moet redden die zich op het gelijkvloers bevond en nu vastzit onder een ingestort gebouw van 7 verdiepingen. Als je het puin dan niet voorzichtig genoeg optilt, vallen er nog meer doden.”
Ismail herinnert zich nog goed de redding van een 10-jarig meisje. “Ze lag al 40 uur onder het puin en het was een zeer delicate operatie. Na vele pogingen hebben we de moeilijke beslissing moeten maken om haar voet te amputeren. Het was de enige manier om haar te bevrijden. Maar gelukkig heeft ze het gehaald.”
Terwijl Ismail samen met andere vrijwilligers slachtoffers hielp, verkeerden ook hun families in gevaar. “De vele naschokken waren nog erger. Terwijl je mensen vanonder het puin probeert te redden, begint de grond opnieuw te beven. Op zo’n moment moet je kalm blijven en de gedachte dat je familie maar enkele meters of kilometers verwijderd is even vergeten. Je probeert dan een tweede familie te helpen, maar die angst is onbeschrijfelijk.”
“Ook andere van mijn collega’s moesten hartverscheurende keuzes maken. Zo was er iemand die zijn vrouw evacueerde naar een andere stad, maar daar beviel ze van hun kind. Hij kon zijn baby niet zien tot na de zoek- en reddingsoperatie.”
En het liep zeker niet altijd goed af. “Een van mijn collega-vrijwilligers verloor zijn hele gezin, woonde de begrafenis bij en ging meteen door met werken. Tijd om te rouwen was er niet. Dat we niet iedereen konden redden, is wat ons tot op de dag van vandaag het meeste pijn doet.”
“Het enige dat je op zo’n momenten sterk houdt, is proberen te doen waarvoor we ons vrijwillig hebben aangemeld: mensen helpen. Je hebt geen andere keuze.”
Copyright header afbeelding: Belga Image
Steun jij de slachtoffers van de aardbevingen in Syrië en Turkije?
Samen met Olive Branch, Women Now en andere partners in Syrië en Turkije blijven we, ook een jaar de aardbeving, de noden van de bevolking ondersteunen. Ook met jou?