Banken maken miljoenenwinsten ten koste van lage-inkomenslanden
54 landen wereldwijd bezwijken onder onhoudbare schulden. Dat terwijl banken en pensioenfondsen zich gedragen als cowboys: ze verdienen miljoenen aan de interesten van het geld dat ze lenen aan deze landen. Zo missen landen de nodige middelen om te investeren in gezondheidszorg, onderwijs of de klimaatcrisis.
Die ongelijkheid moet stoppen. 11.11.11 zet druk op België om werk te maken van een wet die cowboy-crediteurs stopt. Maar wat zijn die cowboy-crediteurs nu precies? En wat is de impact van deze torenhoge schulden op de bevolking? Femmy Thewissen, onze expert Economische Rechtvaardigheid, geeft uitleg in 5 vragen en antwoorden.
26 Feb 2024
5 minuten
1. Wat zijn cowboy-crediteurs?
Cowboy-crediteurs zijn private commerciële kredietverstrekkers, zoals grootbanken en pensioenfondsen, die miljoenenwinsten maken ten koste van lage-inkomenslanden. Ze lenen geld aan lage-inkomenslanden, vaak tegen hoge rentetarieven. Ze beseffen namelijk heel goed hoe groot het risico is dat het geleende geld misschien niet wordt terugbetaald, en rekenen daarvoor een stevige interestvoet aan. Zo liggen de rentevoeten van leningen aan landen als Pakistan of Sri Lanka een pak hoger dan de rente die aan landen zoals België wordt gevraagd.
Als een land dan in de problemen komt, bijvoorbeeld door een faillissement, crisis of natuurramp, is de verantwoorde oplossing een herstructurering van de schuldenlast. Maar bepaalde banken en pensioenfondsen gedragen zich als cowboys: ze vinden dat ze recht hebben op volledige terugbetaling van de leningen inclusief woekerrentes van de noodlijdende landen. Terwijl andere schuldeisers wel hun schulden herstructureren, zoals dat ook gebeurt in het geval van faillissementen van bedrijven.
2. Waar komen de schulden van lage inkomenslanden vandaan?
Net zoals andere landen, lenen lage-inkomenslanden geld om te investeren in hun economie en basisvoorzieningen. Zeker zolang belastinginkomsten beperkt blijven onder andere door internationale belastingontwijking (door bedrijven en superrijken) en –competitie, zijn lage-inkomenslanden daar sterk afhankelijk van.
Maar de manier waarop er geld wordt geleend, verloopt ongelijk: rijke landen krijgen gemakkelijker geld, omdat er meer kans is dat ze de lening terugbetalen. Bij lagere inkomenslanden is die kans kleiner. Gevolg: ze betalen hogere rentevoeten. Hun schulden lopen dus veel sneller op. Zo lenen landen in Afrika vandaag gemiddeld tegen tarieven die vier keer hoger zijn dan die van de Verenigde Staten en zelfs acht keer hoger dan die van Duitsland.
De schulden bij lage -en middeninkomenslanden bereikte in 2022 zelfs een recordhoogte door de coronapandemie en de oorlog in Oekraïne.
3. Wat is de impact van de schuldenlast op de bevolking?
De impact is gigantisch. 54 landen bevinden zich momenteel in een schuldencrisis. Veel lage-inkomenslanden moeten meer geld uitgeven aan het afbetalen van schulden dan aan essentiële diensten en basisbehoeften zoals gezondheidszorg en onderwijs. Ghana bijvoorbeeld gaf in 2022 drie keer meer uit aan het aflossen van schulden dan aan gezondheidszorg.
De gevolgen voor de bevolking en hun dagelijkse leven zijn dramatisch: minder voedsel, beperkte toegang tot geneesmiddelen, brandstoftekorten en meer. En ook op lange termijn heeft deze schuldenlast grote gevolgen. Het belemmert de groei van de economieën van deze landen en legt een zware financiële last op de jongere generaties.
De schuldencrisis bij lage-inkomenslanden vormt bovendien een van de grootste bedreigingen voor wereldvrede, veiligheid en financiële stabiliteit.
4. Welke oplossingen zijn er om de schuldenlast aan te pakken?
Overheden kunnen maatregelen nemen. Op wereldniveau is er nood aan een internationaal systeem om schulden te herschikken. In 2015 werd er al een poging gedaan binnen de Verenigde Naties (VN) om zo’n systeem op te zetten. Maar die mislukte doordat de Europese Unie en verschillende lidstaten hun veto gaven.
Zolang we op internationaal vlak niet vooruit geraken, pleit 11.11.11 voor een nationale oplossing. Want ook België kan maatregelen nemen met een wet om cowboy-crediteurs te stoppen. Die wet moet voorkomen dat private kredietverleners landen die in schuldennood zitten kunnen aanklagen om de gehele lening, inclusief extreme intrestvoeten, terug te betalen.
Momenteel wordt in het parlement zo’n wet voorbereid en op 27 februari vonden hoorzittingen plaats. We blijven druk zetten zodat een meerderheid van het parlement zich achter het wetsvoorstel schaart.
5. Wie gaat dat betalen?
Banken en beleggingsfondsen weten dat er altijd risico's zijn als ze geld lenen aan lagere inkomenslanden, bijvoorbeeld tijdens economisch moeilijke tijden. Het kan gebeuren dat landen hun leningen niet volledig kunnen terugbetalen. De hoge rente die ze vragen, dient als soort van 'verzekering' voor het geval dat dit gebeurt. In geval van schuldherstructurering of –kwijtschelding lijden banken niet noodzakelijk zware verliezen, omdat ze de jaren voordien al hogere interesten ontvingen op de lening.
Als een land dreigt failliet te gaan, moeten de schulden eigenlijk worden geherstructureerd. Zo kan het land nog steeds basisdiensten aanbieden en tegelijkertijd een deel van de schulden afbetalen. Elke schuldeiser zou dan een eerlijk deel moeten bijdragen. Maar als sommige banken weigeren mee te werken aan de schuldherstructurering en alles terugvragen, betalen de belastingbetalers van de schuldeisende landen mee.
Om de schulden aan de banken en beleggingsfondsen terug te betalen, gebruiken de landen immers geld van buitenlandse regeringen en publieke ontwikkelingsbanken. Geld dat daar eigenlijk bedoeld is voor openbare diensten zoals onderwijs en gezondheidszorg wordt dan gebruikt om schulden af te lossen. Als de banken dus geen stukje van de verliezen voor hun rekening nemen, betalen ook wij als belastingbetalers mee. Met andere woorden: ook jouw belastinggeld wordt gebruikt om banken terug te betalen omdat we kwetsbare landen in een financiële wurggreep nemen. Of nog: naast grootbanken zijn er alleen maar verliezers in dit verhaal.
Om landen terug ademruimte te geven voor sociaal beleid, klimaatbeleid en nieuwe investeringen is schuldherstructurering nu broodnodig. Ondertussen moet er gewerkt worden aan nieuwe regels voor verantwoord lenen en aan andere bronnen van inkomsten voor overheden om zo de kans op schuldencrises in de toekomst aanzienlijk te verkleinen.