Image
Tax the rich

Rechtvaardige fiscaliteit: 5 vragen en antwoorden

Interview

In een wereld waar ongelijkheid toeneemt en de koopkracht van talloze mensen onder druk staat, moet ons land inzetten op eerlijke belastingen voor iedereen – ook voor grote vermogens en multinationals. De strijd voor rechtvaardige fiscaliteit en tegen belastingontwijking is daarbij cruciaal. Maar wat betekent dit precies en hoe liggen de kaarten voor de regeringsonderhandelingen? 

1. Wat betekent rechtvaardige fiscaliteit nu precies?

Belastingen zijn het levensbloed van moderne staten. Ze zijn noodzakelijk om publieke goederen voor iedereen te voorzien. Volgens het Tax Justice Network zijn belastingen zelfs onze sociale superkracht. Ten minste als belastingen fair en herverdelend zijn en als ze bijdragen aan onze algemene welvaart.

Maar een decennium aan financiële datalekken en schandalen hebben complexe systemen van witwassen, fraude en belastingontduiking blootgelegd. In maart kopte de Tijd nog dat 500 rijke families via stichtingen erfenisbelasting ontlopen in ons land. Bedrijven rekenen zich dan weer rijk via andere achterpoortjes, zoals de inkoop van eigen aandelen: “fiscale spitstechnologie” om winsten uit het bedrijf te halen, zonder belastingen te betalen.  

En daarom hebben we rechtvaardige fiscaliteit - oftewel Tax Justice - nodig. Met enerzijds het aanpakken van deze schadelijke praktijken door middel van meer transparantie en het wegwerken van ontwijkingsmogelijkheden. Maar anderzijds ook een beleid waar de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. Want vandaag komt die druk onevenredig op de schouders van de loontrekkenden terecht.  

2. Aan welke beleidsvoorstellen moeten we dan concreet denken?

Dankzij de automatische uitwisseling van bankgegevens - het delen van financiële informatie van bedrijven en banken tussen landen - zijn er alvast stappen in de goede richting gezet. Deze maatregel heeft ervoor gezorgd dat de superrijken belastingen niet zomaar kunnen ontwijken via hun geheime bankrekeningen in belastingparadijzen. Deze vorm van belastingontwijking is maar liefst met twee derde is gedaald. Belastingontwijking is dus geen natuurwet, maar een politieke keuze.

Ook de wereldwijde minimumbelasting van 15% op multinationals die in 2021 binnen de OESO werd afgeklopt, is in se een stap vooruit. Die moet ervoor zorgen dat multinationals hun winsten niet zomaar verschuiven naar plaatsen waar ze laag belast worden en ongeacht waar ze gevestigd zijn minimum 15% belastingen betalen. Toch zien we dat ze door de vele verzwakkingen, uitzonderingen en aftrekposten haar doel voorbijschiet. Hoewel er in het begin nog stemmen opgingen voor een tarief boven de 20%, strandde dat op 15%, terwijl de uitzonderingen ervoor zorgen dat de geschatte opbrengsten met de helft verminderen. Bovendien zijn lagere inkomenslanden erg ontgoocheld over de opake besluitvorming binnen de OESO en de luttele inkomsten die zij kunnen verwachten van de minimumbelasting.  

Tot slot zijn de superrijken tot op vandaag buiten schot gebleven. Er is wereldwijd zo goed als geen actie ondernomen wat betreft belasting van miljardairs. Onderzoek over verschillende landen toont duidelijk aan dat miljardairs in verhouding tot hun inkomen en vermogen aanzienlijk minder belasting betalen dan de gemiddelde burgers. Dit fenomeen ondermijnt het vertrouwen in de overheid en draagt bij aan toenemende ongelijkheid. 

3. Momenteel lopen er regeringsonderhandelingen in België? Hoe liggen de kaarten daar?

De verkiezingsresultaten van de federale verkiezingen op 9 juni duwen heel sterk in de richting van een zogenaamde ‘Arizonacoalitie’ met N-VA, MR, CD&V, Les Engagés en Vooruit. In een context van enorme geopolitieke en sociale uitdagingen staat de vraag centraal: waar steken we onze centen in en wie gaat dat betalen? Er lijkt wel eensgezindheid tussen de vijf partijen in het toewerken naar een begroting in evenwicht. Maar over de weg daarnaartoe liggen de visies nogal uiteen. Een fiscale hervorming, waar aftredend minister van Financiën Van Peteghem het nodige voorbereidingswerk voor leverde, moet er alvast voor zorgen dat werken meer loont. Voor CD&V en Vooruit, ondanks de grote verschillen, kan er naar de meest vermogenden gekeken worden om de lasten op arbeid te verlagen. N-VA en MR zien dat niet als een oplossing en kijken veeleer naar besparingen.   

4. Wat met de vermogensbelasting die een aantal Vlaamse partijen tijdens de campagne hebben voorgesteld. Is hier eigenlijk draagvlak voor?

Hoewel 72,5% van de Vlamingen voor een vermogensbelasting is, wordt er steevast in debatten gesuggereerd dat dergelijke maatregelen niet haalbaar zijn.  

Het zou grote vermogens ertoe aanzetten om het land te verlaten en hun geld elders te investeren. Een Scandinavische studie berekende dat zo’n kapitaalvlucht opmerkelijk klein blijft en geen significante negatieve impact op de overheidsinkomsten of de economie heeft. Bovendien is het niet alleen het belastingniveau dat iemand doet beslissen om in een land te blijven en er zaken te doen; andere belangrijke factoren zoals infrastructuur of onderwijs - die zorgen voor geschoolde arbeidskrachten – zijn minstens zo belangrijk.

Onlangs kreeg België overigens haar eerste lid van ‘millionaires for humanity’, een groep rijken die pleit voor vermogensbelasting. Bruno Fierens beargumenteerde zijn keuze in de Tijd als volgt: “Als ik vergelijk hoe mijn inkomsten uit andere zaken dan arbeid - huurinkomsten en dividenden - belast worden in vergelijking met mijn arbeidsinkomen, dan komt dat laatste er bekaaid vanaf. Hoe is het mogelijk dat arbeid zoveel zwaarder belast wordt in een maatschappij waarin werken zo belangrijk gevonden wordt?”

Ondertussen rijpen de geesten ook om werk te maken van een internationale rijkenbelasting. De G20 bestelde op initiatief van voorzitter Brazilië een rapport over een minimale vermogensbelasting voor miljardairs. De bekende econoom Gabriel Zucman werkt nu aan een becijferd voorstel voor zo’n belasting van 2% op het vermogen van de 3000 rijkste mensen ter wereld dat hij deze maand zal presenteren aan de G20. Naast verschillende andere landen, sprak Minister van Financiën Van Peteghem in april zijn steun uit voor het idee. 

5. Voor welke oplossingen pleit 11.11.11?

We hebben in België nood aan een belastinghervorming die de lasten op arbeid verlaagt. Deze vermindering van de overheidsinkomsten kunnen we compenseren met een rechtvaardigere belasting op vermogen of kapitaalinkomsten, zoals dividenden of intresten.

We hebben dit budget ook nodig om de klimaattransitie te financieren en om ongelijkheid de wereld uit te helpen. Eerlijke fiscaliteit is ook een hoeksteen van internationale solidariteit. Het internationale belastingsysteem werkt immers in het nadeel van lage inkomenslanden, omdat landen waar bedrijven overwegend gevestigd zijn (voornamelijk in hogen inkomenslanden) worden bevoordeeld ten opzichte van landen waar die bedrijven en actief zijn (voornamelijk in lagere inkomenslanden). Fiscale rechtvaardigheid organiseer je dus best op internationaal niveau. Internationale maatregelen zijn het meest efficiënt om belastingontwijking aan te pakken, maar dat is geen excuus om te wachten met nationale maatregelen.  

We kijken dus niet enkel naar de nationale politiek voor een rechtvaardig beleid:

  • 11.11.11 pleit voor een verhoging van de internationale minimumbelasting voor multinationals op korte termijn van 15% naar 25%, zonder uitzonderingen. Ook lage-inkomenslanden een eerlijk deel van de belastingen kunnen innen die door deze grote bedrijven worden gegenereerd.
  • We steunen ook het voorstel van de Afrikaanse landen binnen de Verenigde Naties voor een internationaal belastingverdrag en de oprichting van een inclusief belastingorgaan binnen de Verenigde Naties.  Tot slot pleiten we voor een ambitieuze geharmoniseerde vennootschapsbelasting binnen de EU waarbij multinationals op groepsniveau worden belast in plaats van als afzonderlijke entiteiten waardoor winstverschuivingen naar laag belaste landen vermeden wordt.