0,7% van bni voor ontwikkelingssamenwerking is in coronatijden meer dan ooit nodig
De rijke landen in de wereld besteedden in 2019 amper 0,30 % van hun Bruto Nationaal Inkomen (BNI) aan ontwikkelingssamenwerking. Donorlanden stranden samen op minder dan de helft van de in 1970 beloofde 0,7%. De cijfers werden vandaag bekend gemaakt door het ontwikkelingscomité van de OESO.
16 Apr 2020
4 minuten
Belgische bijdrage strandt op 0,42%
Nu corona (COVID-19) zich over de hele wereld verspreidt is er net méér dan ooit nood aan internationale solidariteit om iedereen maximaal te beschermen tegen de desastreuze impact van het coronavirus op de gezondheid en het gezondheidssysteem, maar ook tegen de dramatische socio-economische gevolgen van deze crisis op korte en lange termijn. Publieke middelen zijn een onmisbaar deel van de oplossing.
11.11.11 roept op om dringend de gemaakte belofte na te komen en de nodige publieke middelen te voorzien voor de strijd tegen armoede en ongelijkheid.
In 1970 werd op VN-niveau afgesproken dat rijke landen 0,7% van hun BNI zouden afstaan aan ontwikkelingslanden voor hun strijd tegen armoede en ongelijkheid. Er is geen wereldwijde sociaal vangnet vandaag. De internationale solidariteit hangt volledig af van de goodwill van de rijke landen. Vandaag blijkt dat de teller na 50 jaar slechts op 0,30% staat. In reële cijfers is er weliswaar een kleine toename sinds de dalingvan 2017 en 2018, maar donoren blijven ver achter op wat beloofd werd.
Ook ons land blijft ver onder de doelstelling. België doet het met 0,42% weliswaar beter dan het globale cijfer, maar tekent wel een lichte daling op ten aanzien van 2018, toen de teller op 0,43% stond. België doet het slechter dan het Europese gemiddelde van 0,47%.
COVID-19 vraagt ook inzet ontwikkelingssamenwerking
Nu corona zich over de hele wereld verspreidt, dreigt het de ontwikkelingslanden onevenredig te treffen. Er dreigt niet alleen een gezondheidscrisis, maar ook de economische en sociale kwetsbaarheid zal nog lang aanhouden. UNCTAD, de VN-organisatie voor handel en ontwikkeling, berekende dat ontwikkelingslanden de komende 2 jaar 2000 à 3000 miljard dollar nodig zullen hebben om op schema te blijven om de duurzame ontwikkelingsdoelen in 2030 te halen. Ter vergelijking: dit is het bedrag dat ontwikkelingslanden de afgelopen tien jaar hadden ontvangen, als de donoren hun doelstelling van 0,7% hadden gehaald.
Donorlanden zijn echter zelf ook zwaar getroffen door COVID-19 en geven momenteel prioriteit aan binnenlandse maatregelen om de crisis het hoofd te bieden. Dat is begrijpelijk. Maar COVID-19 stopt niet aan de grenzen. "De enige effectieve aanpak is een globale aanpak. Internationale solidariteit is dus cruciaal," zegt Els Hertogen, directeur van 11.11.11 "Aangezien veel ontwikkelingslanden niet over de middelen beschikken om maatregelen te nemen die vergelijkbaar zijn met die van de ontwikkelde landen, blijft ontwikkelingssamenwerking vandaag nog steeds één van de manieren om internationale solidariteit te tonen. Donoren moeten daarom ambitieus zijn en hun ODA-bijdragen verhogen. Anders gezegd: hun beloftes nakomen. Het volstaat niet om enkel bestaande budgetten te heroriënteren richting COVID-19 maatregelen."
Het gaat echter om meer dan de hoeveelheid hulp. Cruciaal is ook de vraag waaraan deze middelen worden besteed . Deze bijkomende publieke middelen moeten dienen voor sectoren met een directe en bewezen impact op armoede en ongelijkheid. Publieke diensten als gezondheidszorg, onderwijs en sociale bescherming hebben het grootste hefboomeffect. Ook ondersteuning van krachtige en kritische stemmen en van de democratische ruimte zijn belangrijk voor een samenleving met minder ongelijkheid, conflict en armoede. De coronacrisis maakt meer dan ooit duidelijk hoe investeren in deze sectoren voor mensen het verschil maakt tussen leven en dood.
Schulden kwijtschelden
Ontwikkelingssamenwerking en de middelen die ermee samengaan zijn uiteraard slechts een deel van het antwoord. Daarnaast is het permanent kwijtschelden van de uitstaande schulden van ontwikkelingslanden voor 2020 cruciaal om hun overheidsmiddelen vrij te maken om deze ongekende crisis aan te pakken en levens te redden. Dit kan alleen al voor dit jaar tot 25,5 miljard dollar vrijmaken. Zo niet zullen in veel landen dalende overheidsinkomsten en toenemende schuldaflossingen extra investeringen in gezondheidszorg en sociale bescherming in de weg staan.
"Internationale solidariteit is niet enkel een morele kwestie, maar ook in het belang van de rest van de wereld", zegt Els Hertogen. "Ontwikkelings- en gezondheidsexperts waarschuwen dat als het virus niet onder controle wordt gebracht in het globale Zuiden, het in de toekomst zal opflakkeren in Europa. We zijn als globale samenleving in deze strijd tegen corona maar zo sterk als onze zwakste schakel. Virussen kennen geen grenzen en moeten op meerdere fronten tegelijk bestreden worden. Mensen in het Zuiden aan hun lot overlaten zou zowel wreed als onverstandig zijn."