Image
Virtual spring meeting IMF, april 2020

Lentevergadering van IMF, Wereldbank en G20

Actualiteit

"There are decades where nothing happens, and there are weeks where decades happen", zei Lenin ooit. Deze 3de week van april 2020 zou wel eens onder die uitspraak kunnen vallen. Het is in ieder geval een week die baanbrekend kán zijn als de juiste beslissingen worden genomen. De G20, de Wereldbank en het IMF houden hun digitale lentevergaderingen en op de agenda staat vanzelfsprekend de economische impact van de corona-crisis.

Het make-or-break-moment voor ontwikkelingslanden

Is er daarbij voldoende aandacht voor de economische schokgolf en kredietcrisis die de pandemie nu al teweegbrengt in ontwikkelingslanden? Sluit de internationale gemeenschap de lentevergaderingen af met een gepast antwoord op de dreigende financiële tsunami? En wel ambitieniveau tonen ze op het vlak van schuldverlichting? Het is alvast een uitgelezen kans voor onze Belgische minister van Financiën om mee te pleiten voor een globaal antwoord op deze crisis.

Whatever it takes?

Centrale Banken zoals de ECB en de Federal Reserve haalden de voorbije weken hun 'bazooka's' boven. Ze pompen en masse vers geld in de financiële markten. De meeste ontwikkelingslanden hebben die optie niet. Integendeel, ze worden geconfronteerd met een sterke daling van inkomsten en kampen met betalingsproblemen. Sinds de crisis Europa overspoelt, voelen landen in het Zuiden dat in hun portemonnee: grondstoffenprijzen gaan onderuit, inkomsten uit toerisme vallen weg, arbeidsmigranten die hun job verliezen sturen geen geld meer naar huis en kapitaal trekt massaal weg uit ontwikkelingslanden. Dat zijn allemaal gederfde inkomsten die nu net broodnodig zijn voor de financiering van gezondheidszorg en sociale beschermingsmaatregelen.

Tegelijkertijd kijken ontwikkelingslanden tegen een torenhoge schuldenberg aan. Voor Covid-19 toesloeg gingen al alarmbellen af over de golf van schuldencrisissen die op ons afkomt. Ook de aard van de schuldenlast veranderde sterk de afgelopen jaren. Lees: ze werd complexer. Enkele voorbeelden: nieuwe bilaterale kredietverstrekkers waren in opmars, zoals China, India en Saudi-Arabië, die vaker krediet verlenen op basis van onderpand zoals bestaande activa (bv. grond) of toekomstige inkomsten (bv. uit de verkoop van grondstoffen). Daarnaast bestaat een groter aandeel van de schuld van ontwikkelingslanden uit commerciële obligaties die op de internationale kapitaalmarkten worden verhandeld, met veel riskantere en duurdere schulden als gevolg.

Ontwikkelingslanden zien door de coronacrisis hun inkomsten dalen en hun schuldaflossingen toenemen, op het moment dat ze investeringen in gezondheidszorg en sociale beschermingsmaatregelen moeten opschalen

De coronacrisis doet daar nog een schepje bovenop. Landen zitten in geldnood en gaan op zoek naar nieuwe leningen - met hoge interesttarieven. Bovendien daalt de waarde van hun munt omdat het internationale kapitaal de zekerheid kiest van de dollar of euro. Het moeten terugbetalen van buitenlandse schuld, in dollars bijvoorbeeld, met een munt die in waarde daalde, maakt die schuld alleen maar duurder.

Dit alles heeft een reële impact. In 2018 waren er 46 landen waar meer middelen gingen naar het terugbetalen van schulden dan naar gezondheidszorg. Schuldverlichting is geen abstract idee. Het annuleren van schulden voor 69 lage inkomens landen kan het budget beschikbaar voor gezondheidszorg in het kader van Covid-19 met 114% doen stijgen.

Kort samengevat: de quarantaine maatregelen die we hier nemen laten zich ook elders economisch voelen. De gevolgen voor ontwikkelingslanden zijn duidelijk: ze zien hun inkomsten dalen en hun schuldaflossingen toenemen, op het moment dat ze investeringen in gezondheidszorg en sociale beschermingsmaatregelen moeten opschalen. Maar, de oplossingen hebben ze helaas niet helemaal zelf in de hand. Waar rijke landen de persen aanzetten en het grof geschut boven halen, blijven overheden in het Zuiden en hun bevolking verweesd achter. In tijden van crisis vergroten de bestaande ongelijkheden tussen landen.

Globale economische crisis vraagt globale maatregelen

Niemand twijfelt er aan dat een deel van de oplossing voor de uitdagingen waar ontwikkelingslanden voor staan, in een aanpak van de schuldenlast ligt. De gezamenlijke Afrikaanse ministers van Financiën, landen als Pakistan, Ecuador en Frankrijk, meer dan 100 politici en economen, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, verschillende internationale instellingen, de Paus, 750.000 burgers via een petitie, ... riepen de voorbije weken allemaal op tot één of andere vorm van schuldkwijtschelding.

Ook deze week tijdens de lentevergaderingen van IMF, WB en G20 staat schuldverlichting op de agenda. Dinsdag kondigde het IMF al aan dat ze de schulden van 25 landen voor de komende 6 maanden zal kwijtschelden. Woensdag sloot de G20 een deal om schuldbetalingen van 77 van de armste landen aan bilaterale kredietverleners uit te stellen, maar niet te annuleren.

Het zijn eerste stappen voorwaarts. Maar zijn ze voldoende? Goed aan het IMF-initiatief is dat het om een schuldkwijtschelding en niet om een louter uitstel gaat, iets dat duidelijk ontbreekt in het G20-voorstel. De aankondiging van het IMF heeft echter slechts betrekking op 215 miljoen dollar. Dit is maar 0,5% van de buitenlandse schuld van de 76 armste landen in het komende jaar. Het IMF zit op 27 miljard dollar aan reserves en meer dan 150 miljard dollar aan goud. Het kan het zich veroorloven om meer schulden kwijt te schelden. De kwijtschelding van betalingen moet dan ook uitgebreid worden naar een veel grotere groep van ontwikkelingslanden en dat voor het volledige komende jaar.

De omvang van de economische crisis waarmee ontwikkelingslanden worden geconfronteerd, vereist dus dat het IMF en de G20 veel verder gaan.

Meer dan 200 internationale middenveldorganisaties, waaronder 11.11.11 en enkele van haar partnerorganisaties, pleitten vorige week voor een aanpak die echt het verschil maakt . Ontwikkelingslanden moeten nú middelen ter beschikking hebben, dus is er nood aan een permanente kwijtschelding van hun schulden in 2020.

  • Een permanente kwijtschelding, en niet louter uitstel van betaling, moet helpen voorkomen dat we in een opeenvolging van pijnlijke landenfaillissementen terecht komen.
  • Een kwijtschelding van alle schulden van verschillende kredietverleners - bilateraal, multilateraal en privaat - moet voor de nodige middelen zorgen.
  • Het kwijtschelden van alle schulden van de 76 armste landen aan al hun geldschieters zou in 2020 tot 40 miljard dollar vrijmaken voor de bestrijding van het coronavirus.

Of het 'make-or- break moment', zoals voormalig hoofeconoom van het IMF Maury Obstfeld deze week omschrijft, leidt tot de krachtdadige keuzes, is maar de vraag. Ambitie lijkt vooralsnog te ontbreken. 11.11.11 roept België daarom op om op de laatste dagen van de lente vergaderingen mee te pleiten voor een ambitieuzer engagement.