Ecuador - Centro de Derechos Económicos y Sociales (CDES)

Economische, fiscale en sociale rechtvaardigheid

CDES ondersteunt de sociale organisaties in hun inspanningen om het sociale en economische beleid te beïnvloeden, vertrekkende vanuit het mensenrechtenkader. Samen met vakbonden, boerenorganisaties en inheemse gemeenschappen stuurt de organisatie aan op meer rechtvaardigheid op fiscaal vlak, op niveau van het beheer van de openbare middelen, in de arbeidswetgeving, in het beheer van de natuurlijke rijkdommen, in het gedrag van de bedrijven, in handelsovereenkomsten etc. Door zijn dossierkennis en expertise heeft CDES in Ecuador een plaats veroverd als autoriteit en opiniemaker over economische en sociale rechtvaardigheid.  De organisatie is één van de meest dynamische leden van het Latijns-Amerikaanse netwerk Latindadd, een andere partnerorganisatie van 11.11.11. 

Een rechtvaardig economisch beleid 

CDES identificeert onrechtvaardige sociaal-economische situaties, onderzoekt en documenteert ze, werkt alternatieve voorstellen uit, brengt ze in de pers samen met de sociale organisaties, en tracht waar mogelijk in dialoog te treden met de officiële instanties. De cases zijn zeer divers – gaande van de privileges die toegekend zijn aan farmaceutische bedrijven over de accumulatie van nieuwe schulden door de overheid, corruptieschandalen, tot technische maatregelen op macro-economisch vlak – maar er wordt ook getracht zoveel mogelijk in te spelen op de context. 

CDES werkt onder meer  nauw samen met syndicaten, voor collectieve onderhandelingen en andere acties voor het verdedigen van arbeidsrechten. Een van de grote, emblematische cases in Ecuador waarin CDES een belangrijk rol speelt, betreft de aanklacht tegen moderne vormen van slavernij in de abacaplantages van het Japans bedrijf Furukawa; de abaca is een stevige vezel met een afzetmarkt in Europa, de Filippijnen en China.  De arbeiders werken en leven op de plantages in dergelijke erbarmelijke omstandigheden, dat de regering zich verplicht zag om tussen te komen. De arbeiders moeten echter blijven aandringen op de naleving van hun rechten, samen met CDES. Via deze case worden de verschrikkelijke arbeids- en leefomstandigheden in de agro-export sector meer algemeen aangeklaagd. 

CDES ondersteunt de inheemse organisaties in het uitwerken van alternatieve voorstellen voor een degelijk, rechtvaardig macro-economisch beleid. Deze opdracht is uitermate relevant, aangezien de overheid na de protesten overleginstanties heeft opgezet met de inheemse organisaties, om te proberen een deel van hun voorstellen op te nemen in het economisch beleid. CDES brengt de nodige expertise in, in de dikwijls ingewikkelde dossiers.  

Verder zet CDES  ook nog steeds haar schouder onder de ondertussen legendarische de Texaco-Chevron-zaak. Meer dan 20 jaar geleden startten de lokale en sociale organisaties een rechtszaak tegen het bedrijf, omwille van de vervuiling van het Amazonegebied door de onverantwoorde procedures voor oliewinning. Het bedrijf werd inderdaad veroordeeld tot een enorme som schadevergoeding aan de lokale bevolking, maar blijft allerlei juridische uitwegen zoeken om niet te moeten betalen. Erger nog, ondertussen eiste het een schadevergoeding van de Ecuadoriaanse staat. Door de aanhoudende inspanningen, is deze case nu één van de meest besproken schandalen op vlak van bedrijven, mensenrechten en milieu op wereldvlak. Het ligt dan ook mee aan de basis van een initiatief om bedrijven verantwoordelijk te stellen voor mensenrechtenschendingen. CDES strijdt samen met een internationaal netwerk voor een  bindend verdrag inzake mensenrechten en bedrijven binnen de VN. 

Handelsakkoord 

Ecuador heeft in 2017 een vrijhandelsakkoord onderschreven met de Europese Unie, zoals buurlanden Peru en Colombia dat al in 2013 hadden gedaan. In principe zou de verhoogde handel met de EU niet ten koste mogen gaan van de natuur, en van de arbeidsrechten, zoals dat ook vastgelegd wordt in een speciaal hoofdstuk van het verdrag over ‘duurzame ontwikkeling’.  De praktijk in Peru en Colombia leert echter dat deze verbintenissen rond rechten en milieu uiteindelijk niet serieus genomen worden, en dat het nodig is om dit op de agenda te blijven zetten. CDES volgt dan ook samen met arbeiders- en milieuorganisaties het handelsakkoord op, en leggen de problemen in dit verband op tafel om verbeteringen af te dwingen. Zo bijvoorbeeld werd een klacht ingediend over de slechte arbeidsomstandigheden in de bananenteelt, ook bij bedrijven die exporteren naar de EU. Meer algemeen ondersteunt CDES de organisaties in hun vraag om geen bijkomende vrijhandelsakkoorden te onderschrijven, omdat deze geen verbetering brengen in de levensomstandigheden van de bevolking.