Grondwettelijk Hof Ecuador erkent slavernijpraktijken op Furukawa-plantages
24 Jan 2025
5 minuten
Het Grondwettelijk Hof van Ecuador heeft in een baanbrekende uitspraak geoordeeld in het voordeel van de arbeiders van de Furukawa-plantages. Na bijna zes jaar strijd erkende het Hof de moderne slavernijpraktijken van het Japanse bedrijf Furukawa, dat Afro-Ecuadoraanse arbeiders decennialang aan extreme omstandigheden blootstelde. Een veroordeling op het hoogste gerechtelijke niveau, waardoor Furukawa ook niet meer in beroep kan gaan en een schadevergoeding moet betalen aan 342 slachtoffers. Deze historische beslissing, de eerste in Ecuador over slavernij en structureel racisme, schept een bindend juridisch precedent.
Het Hof heeft Furukawa veroordeeld tot schadevergoedingen aan 342 slachtoffers en verplicht het bedrijf om publiekelijk excuses aan te bieden. Daarnaast worden juridische hervormingen en herdenkingsinitiatieven opgezet om de structurele oorzaken van slavernij aan te pakken. 11.11.11-partner CDES speelde een cruciale rol in deze zaak.
Segundo Ordóñez, mensenrechtenactivist en voormalig Furukawa-werknemer, deelt zijn ervaringen en visie op de toekomst.
Je hebt een deel van je leven gewoond en gewerkt op de abacá-plantages van de Furukawa-bedrijven. Kan je daarover iets meer vertellen?
Ik werkte daar uit pure noodzaak. Onze ouders hebben ons nooit de kans kunnen geven om naar school te gaan, en we konden onszelf ook niet onderwijzen, waardoor ik nooit heb leren lezen en schrijven. Het enige dat we leerden, was werken op de abacá-plantages. Het werk was zwaar en maakte me vaak verdrietig.
Nu ik bijna 60 ben, kijk ik terug en zie ik dat ik mijn hele leven in de landbouwindustrie heb gewerkt zonder iets op te bouwen. Als je hier in Ecuador in de landbouwindustrie werkt, en vooral bij bedrijven zoals Furukawa, verdien je net genoeg om te overleven. Van je inkomen kan je enkel wat eten kopen, voor een simpele broek moet je maandenlang sparen. Zo is ons leven altijd geweest.
Hoe was je leven daar? Wat waren de werkomstandigheden?
Het werk en het leven op de abacá-plantages was ontzettend zwaar. We hadden geen elektriciteit, geen water, geen eigen huis. Onze kleren wasten we in rivieren, drinken deden we uit diezelfde rivieren, en we sliepen op de grond of in een hangmat. We kregen amper betaald, en als we al iets kregen, was het nooit genoeg om een fatsoenlijk leven te leiden. En zo is het al meer dan 50 jaar.

Wat motiveerde je om tegen het bedrijf in opstand te komen en te vechten voor de rechten van Furukawa-werknemers?
Ik ben in actie gekomen omdat ik het leed van anderen niet meer kon aanzien. Kinderen die honger leden, moeders die geen geld hadden voor een stukje zeep of een simpele crème. Die extreme armoede raakte me diep. Ik ben heel gelovig en bad tot God om hulp, om een manier om dit bekend te maken.
Tijdens het bewind van Rafael Correa, de voormalige president van Ecuador, probeerde ik contact te zoeken met de overheid, maar we kregen geen gehoor. Pas toen het Comité voor Mensenrechten (CEDU) erbij betrokken raakte, konden we ons verhaal vertellen. Dat was het moment waarop ik besefte dat mensenrechten bestaan en dat we ze moeten verdedigen.
Welke uitdagingen en gevaren heb je moeten doorstaan tijdens deze strijd?
Constante bedreigingen. Zelfs enkele andere werknemers legden me het zwijgen op en dus hield ik mijn mond. Maar dankzij de steun van CEDU kreeg ik de kracht om door te gaan. Zij hielpen ons met eten, transport, juridisch advies bij rechtszaken en alles wat we nodig hadden. Het was de eerste keer dat ik besefte hoe een menswaardig leven eruit zou moeten zien.
Ook 11.11.11-partner CDES begeleidde ons van bij het begin in onze juridische strijd en speelde een belangrijke rol in de (internationale) aandacht van de case. Ze voorzagen arbeiders die hun job kwijtraakten in levensmiddelen en garandeerden ook de veiligheid van alle arbeiders.
Dit alles gaf me de motivatie om door te vechten. Want de strijd is nog niet voorbij. Zelfs nu we een overwinning behaald hebben, zullen er andere mensen zijn die ik moet ondersteunen.
In december heeft het Constitutionele Hof in jullie voordeel beslist. Wat betekent deze beslissing? Wat denk je dat er nu gaat veranderen?
De beslissing is echt een grote overwinning. Het Hof erkent dat we jarenlang zijn uitgebuit, dan we gelijk hadden in onze strijd en dat geeft hoop op een beter leven. Misschien kunnen we nu wat land krijgen om gewassen zoals yuca, watermeloenen en bananen te verbouwen. Het is een stap vooruit, en ook een kans om een betere toekomst achter te laten voor de volgende generaties.
Maar bedrijven zoals Furukawa blijven arrogant. Ze hebben zogenaamd openbare excuses aangeboden, maar deden dit zonder ons erbij te betrekken. Volgens onze advocaten zouden alle 342 getroffen werknemers aanwezig moeten zijn bij zulke excuses, samen met nationale en internationale media om aandacht te trekken voor de zaak. Wat zij deden, was slechts voor de schijn.
Hoe zie je de toekomst van arbeidsrechten in Ecuador? Wat hoop je?
Er is nog veel werk aan de winkel. Er zijn gemeenschappen zoals Monterrey, El Búa en La Villega waar families nog steeds in slavernij leven. Ze hebben geen toegang tot water, elektriciteit of gezondheidszorg en kennen hun rechten niet. Ik wil hen bereiken en vertellen wat we hebben bereikt, zodat zij ook hun stem laten horen. Het is een lange strijd, maar het is het waard.
Ik hoop dat deze beslissing een begin is en dat we samen kunnen blijven vechten voor een waardiger leven. Niemand zou in zulke omstandigheden moeten leven. Het is tijd dat mensen hun stem laten horen en vechten voor hun rechten.
Maak mee het verschil!
Jouw gift maakte het verschil voor Segundo en de arbeiders op de plantages van Furukawa. Bedankt!
Nog meer impact creëren?
