Image
droogte

Was 2020 het internationale klimaatjaar dat het had moeten zijn?

Opinie

2020 zou een klimaatjaar worden. Vijf jaar na het Akkoord van Parijs zouden alle landen nieuwe klimaatplannen indienen. Dat werd zo afgesproken omwille van de gapende kloof tussen de nationale plannen die in Parijs werden ingediend en de internationale doelstelling die er werd afgesproken. Ook op vlak van internationale klimaatrechtvaardigheid was 2020 een belangrijke deadline: de belofte om jaarlijks 100 miljard dollar te voorzien voor ontwikkelingslanden moest vanaf dit jaar voldaan worden. 2020 was dus een test: hoe belangrijk en veerkrachtig is het Akkoord van Parijs vijf jaar na datum? Maar 2020 was ook het jaar van COVID19, een pandemie die de wereld stillegde. We maken de balans op van een bewogen jaar en blikken vooruit naar 2021.

Joyeuse Pariversaire?

Al snel in 2020 werd duidelijk dat de belangrijke klimaattop in Glasgow (COP26) niet zou kunnen doorgaan omwille van de coronacrisis. De top werd met een jaar uitgesteld en ook andere, tussentijdse onderhandelingssessies werden afgelast. De klimaatcrisis zelf liet zich echter niet uitstellen: de vijf jaren sinds het Akkoord van Parijs waren de warmste ooit en we braken dit jaar opnieuw trieste records op vlak van extreem weer, bosbranden en het smelten van de ijskappen. Uitstel van de klimaattop mocht dus geen uitstel van de 2020-deadline voor het indienen van nieuwe plannen en de internationale klimaatfinanciering betekenen.

Exact op de vijfde verjaardag van het Akkoord van Parijs, zaterdag 12 december, organiseerden het Verenigd Koninkrijk, voorzitter van de klimaattop in Glasgow, en de VN Secretaris-Generaal António Guterres daarom een virtuele klimaattop. Alle regeringsleiders werden uitgenodigd om te spreken, maar enkel indien ze iets concreet aan te kondigen zouden hebben. De bedoeling van de top: ondanks de coronacrisis een momentum creëren rond klimaatambitie. Was het een gelukkige verjaardag? Helaas veel te weinig. Hoewel verschillende landen zich verbinden tot koolstofneutraliteit op de lange termijn, ontbreekt het vooral aan verbintenissen in de nabije toekomst die daar invulling aan moeten geven. 

De EU kwam – met steun van België – wél met een verhoogde doelstelling voor 2030. Dat is een belangrijke stap, maar de geformuleerde ambitie om de ‘netto’ uitstoot te verminderen met minstens 55% is nog onvoldoende om een echte eerlijke bijdrage te leveren aan het behalen van de internationale doelstellingen. Met de Europese Green Deal wil de EU het eerste koolstofneutrale continent worden, maar daar zijn we nog lang niet. Volgend jaar liggen belangrijke dossiers op tafel die invulling moeten geven aan deze doelstelling, zoals het finaliseren van de Europese klimaatwet en het garanderen van een échte groene relance. Bovendien komt het er ook op aan om ál het Europese beleid in lijn te brengen met deze doelstelling, zoals het landbouw- en handelsbeleid. Ook op dat vlak liggen er in 2021 belangrijke uitdagingen op tafel met het handelsakkoord tussen de EU en de Mercosurlanden en de ‘modernisering’ van het Energiehandvestverdrag. 

Op vlak van ambitie werden op de valreep van 2020 dus enkele stappen gezet, maar blijft er een gigantische kloof gapen tussen de huidige klimaatplannen en de internationale doelstelling om de opwarming te beperken tot maximaal 1,5 °C. De ongewone situatie biedt alle landen een herkansing om hun huiswerk alsnog te maken tegen de uitgestelde top in Glasgow, die plaatsvindt in november 2021.

Kwetsbare landen in de ‘kou’ 

De uitstoot verminderen is belangrijk maar slechts een deel van het verhaal. De klimaatcrisis is nu bezig en treft vooral de meest kwetsbare landen, die vaak het minst hebben bijgedragen aan de globale uitstoot. Ook binnen landen zien we die ongelijkheid, en zijn het vaak de armste mensen en gemeenschappen die met de zwaarste gevolgen kampen. Die onrechtvaardigheid rechtzetten is één van de doelstellingen van 11.11.11 en zijn internationale partners. De internationale klimaatfinanciering, ofwel klimaatmiddelen voor aanpassing van en koolstofarme ontwikkeling in ontwikkelingslanden, is om die reden een belangrijke poot van het internationale klimaatbeleid. Ook op dat vlak is de balans negatief. De doelstelling om jaarlijks 100 miljard dollar te voorzien vanaf dit jaar werd niet behaald. Antonio Guterres liet hierover klaar en duidelijk zijn ongenoegen blijken. Ook het Verenigd Koninkrijk, voorzitter van de COP26, vond dat er onvoldoende ambitie werd getoond en kondigde aan een top te zullen organiseren in het voorjaar van 2021, waar landen nieuwe aankondigingen kunnen doen. 

Ook België miste een belangrijke kans om het post-2020 tijdperk in te gaan als een voortrekker van rechtvaardigheid, duurzaamheid en solidariteit, zoals alvast de federale regering vooropstelt in zijn regeerakkoord. Het engagement van ons land voor de internationale klimaatfinanciering loopt eind dit jaar af. Tot nu heeft België het nagelaten om een eerlijke bijdrage te doen aan de internationale doelstelling en de vijfde verjaardag van het Akkoord van Parijs was een kans van formaat om een nieuw, drastisch verhoogd en stijgend engagement te formuleren. Een Belgisch akkoord daarover bleef uit en ons land mocht zelfs niet spreken omwille van een gebrek aan  klimaatambitie. Het einde van het jaar nadert met rasse schreden en een loutere voortzetting van het huidige engagement zou getuigen van een totaal gebrek aan verantwoordelijkheid en urgentie. Ook in dit geval is er de mogelijkheid tot herkansing: ons land moet tot een politiek akkoord komen vóór de top van het VK in maart.

Post-2020: decennium van de waarheid

Volgens het wetenschappelijk klimaatpanel van de VN (IPCC) moet de globale uitstoot halveren tegen 2030 om een kans te hebben om onder de 1,5 °C-grens te blijven. Met andere woorden, we gaan het laatste decennium in waarin deze doelstelling waargemaakt kan worden. In 2020 bevestigden heel wat regeringsleiders het belang van het Akkoord van Parijs, zo ook de nieuw verkozen president van de VS Joe Biden, in 2021 moeten ze de daad bij het woord voegen. Het gaat dan om het daadwerkelijk indienen van nieuwe, concrete en aangescherpte plannen voor de periode 2020 tot 2030 én om sterk verhoogde engagementen voor de internationale klimaatfinanciering om zo kwetsbare landen extra slagkracht te geven bij het aanpakken van hun klimaatuitdagingen. 

Er staan nu al verschillende internationale momenten op de agenda: een klimaattop aangekondigd door Biden tijdens de eerste 100 dagen van zijn presidentschap, de conferentie over klimaatfinanciering georganiseerd door het VK en uiteraard de internationale klimaattop in Glasgow. Het geheel van deze momenten vormt een ware stresstest voor de geloofwaardigheid van het Akkoord van Parijs.

Kan 2021 goedmaken wat in 2020 niet gebeurde?

Image
Abbie Traylor-Smith / Panos Pictures

Vind jij ook dat onze klimaatministers hun verantwoordelijkheid moeten nemen?

Teken hier de petitie die België vraagt om meer klimaatmiddelen vrij te maken voor kwetsbare landen.