Q&A: Apartheid in Palestina en Israël
Israël maakt zich schuldig aan wat in het internationaal recht omschreven wordt als 'apartheid'. Zowel Palestijnen in bezet gebied als in Israël zijn hier het slachtoffer van. 11.11.11 en CNCD-11.11.11 werkten hierover onlangs een nieuw standpunt uit en plaatsen alle vragen op een rijtje.
07 Dec 2020
3 minuten
1. Hoe wordt apartheid gedefinieerd onder internationaal recht?
Onder internationaal recht (anti-Apartheidsconventie 1973; Statuut van Rome 1998) moet aan verschillende voorwaarden voldaan zijn om over “apartheid” te kunnen spreken:
- er moet sprake zijn van een geïnstitutionaliseerd regime van systematische onderdrukking en dominantie;
- dit regime moet uitgevoerd worden door één “raciale groep”, tegenover een andere raciale groep;
- er moet sprake zijn van een duidelijke “intentie” om het regime in stand te houden;
- er moet sprake zijn van één of meerdere “inhumane daden”.
Apartheid is één van de zwaarste schendingen van het internationaal recht. Het is een misdaad tegen de menselijkheid. Derde staten hebben onder internationaal recht de verplichting om op geen enkele manier hulp of assistentie te bieden aan de instandhouding van een apartheidsregime. Ook bedrijven en financiële instellingen hebben bijzondere verplichtingen om geen medewerking te verlenen aan de instandhouding van een apartheidsregime.
2. Maakt Israël zich schuldig aan apartheid?
Het Israëlische beleid tegenover de Palestijnen, zowel in bezet gebied (Westelijke Jordaanoever, inclusief Oost-Jeruzalem; en Gaza) als in Israël zelf, voldoet volgens 11.11.11 en CNCD-11.11.11 duidelijk aan al deze voorwaarden.
Er is duidelijk sprake van een geïnstitutionaliseerd regime van systematische onderdrukking en dominantie door één raciale groep, en van een duidelijke intentie om zo’n regime in stand te houden.
Verschillende “inhumane daden” worden daarnaast op routineuze wijze gepleegd tegen Palestijnen in bezet gebied én in Israël:
- Palestijnen in bezet gebied zijn slachtoffer van bijna alle “inhumane daden” zoals uiteengezet in artikel 2 van de anti-Apartheidsconventie, uitgezonderd de inhumane daden met betrekking tot genocide (artikel 2b) en gedwongen arbeid (artikel 2e).
- Palestijnen in Israël zijn het slachtoffer van inhumane daden zoals beschreven in artikel 2c (het verhinderen van volledige politieke, sociaaleconomische en culturele rechten) en 2d (het verdelen van een bevolking via raciale scheidingslijnen, onder meer via de creatie van gesegregeerde woongebieden) van de anti-Apartheidsconventie.
Israël ontzegt bovendien al decennia miljoenen Palestijnse vluchtelingen het recht op terugkeer, en verwijst hierbij expliciet naar een “demografisch gevaar” dat zou uitgaan van Palestijnse vluchtelingen. De systematische ontzegging van het recht op terugkeer moet daarom gezien worden als een essentieel instrument om het Israëlische apartheidsregime in stand te houden.
3. Wat kunnen België en de EU doen?
11.11.11 en CNCD-11.11.11 roepen België en de Europese Unie op tot dringende actie tegen het Israëlische apartheidsregime. Dit kan onder meer via de volgende maatregelen:
- België moet binnen internationale fora ijveren voor het openen van onderzoeken naar de situatie van apartheid in bezet Palestijns gebied en Israël. Dit kan onder meer door het vragen van een Adviserende Opinie van het Internationaal Gerechtshof en de heroprichting van het UN Special Committee against Apartheid en het UN Centre against Apartheid.
- België moet, samen met andere Europese lidstaten, elke vorm van wapenhandel en militaire/veiligheidssamenwerking met Israël stopzetten.
- België moet, zoals ook gevraagd door een recente resolutie van het federale parlement, een voortrekkersrol spelen op Europees en internationaal niveau om te komen tot het opstellen van een lijst van effectieve tegenmaatregelen tegen de grootschalige Israëlische schendingen van het internationaal recht, en concrete initiatieven nemen gericht op een verdieping van het “differentiatiebeleid” tegenover Israëlische nederzettingen.
Indien eensgezindheid onmogelijk blijkt onder EU-lidstaten, moet België een actieve rol spelen om een coalitie van gelijkgezinde lidstaten op de been te brengen die dergelijke lijst van tegenmaatregelen opstelt en uitvoert. Voorbeelden van zo’n “tegenmaatregelen” zijn onder meer een verbod op elke vorm van handel met de Israëlische nederzettingenindustrie