Mirana (rechts) met haar stagiaire Sijika (links) voor hun kapsalon

Madagaskar: "Dankzij Don Bosco ben ik ondernemer geworden"

  • Resultaat
  • Madagaskar

31 Mar 2020

4 minuten

Het is maandag 6u30 en de leerlingen van de beroepsschool Centre Don Bosco in Mahajanga druppelen binnen op de speelplaats. Onder de zachte ochtendzon krijgen ze allemaal een tas melk die hen de kracht moet geven om de rest van de dag te studeren en te werken in de ateliers.

Een noodzakelijke maatregel volgens Bruno Ratsimanohatra, salesiaan en directeur van de school. “Velen onder hen komen uit families waar geen geld is voor drie maaltijden per dag. De leerlingen komen met lege maag naar school, wat nefast is voor hun concentratie in de klas.” Ondertussen is Cécilien bij ons komen staan, leerkracht houtbewerking en een brok ervaring met zijn 24 jaar op de teller. Hij vertelt ons over het gevaar van moeheid voor de veiligheid in de ateliers, zeker wanneer leerlingen leren werken met grote zaagmachines. “Veel leerlingen werken nog na de lessen om hun ouders te helpen. Moeheid die nog versterkt wordt door honger kan een bron zijn van onoplettendheid. Gelukkig hebben we nog geen ernstige accidenten gehad.” 

 Leerlingen krijgen een tas melk voor de start van de lessen

Eén van de jongeren die we op de speelplaats ontmoeten, is Gildo, een leerling uit het eerste jaar mechanica. Gildo koos voor een beroepsopleiding in Centre Don Bosco omwille van de kwaliteit van de opleidingen die in de hele regio gekend zijn. “We krijgen hier les over moderne technologieën, het materiaal is up-to-date, we krijgen veel praktijk, en de leerkrachten zijn gemotiveerd”, aldus Gildo.  

Alvorens de leerlingen hun werkkledij aantrekken en aan de slag gaan in de verschillende ateliers, komen ze elke maandag samen om de vlag te groeten terwijl ze het nationaal volkslied en een lied over Don Bosco zingen. Het is een teken van respect en een mooie manier om de schoolweek samen in te zetten. Na de zangstonde volgen we Gildo naar het atelier waar hij mechanische onderdelen leert maken. Ze zijn bedoeld voor de auto-industrie en voor schepen. “Na mijn opleiding ga ik naar de universiteit om te studeren voor ingenieur. Ik zou later graag werken op grote schepen.”
 

Tijdens de middag wandelen we even verderop naar de beroepsschool van de zusters van Don Bosco. We ontmoeten er Jeffy Bianca (15), een leerling secretariaat met een ontwapenende glimlach. Ze vertelt ons dat ze zich in de klas meestal op de eerste rij zet, om beter te kunnen luisteren en niet afgeleid te worden. “Mijn droom is om magistraat te worden. Daarom koos ik voor de opleiding secretariaat. Ik krijg nu lessen over sociaal recht en burgerlijk recht. Zonder diploma is het erg moeilijk om werk te vinden.” Haar ogen fonkelen als ze over de toekomst praat. 

Jeffy Bianca tijdens de les informatica

Nog nagenietend van zoveel jeugdige energie neemt de directrice van de school ons mee naar de stad. We stoppen bij een kapsalon dat uitgebaat wordt door Mirana Razakanaivo (32). Ze studeerde negen jaar geleden af als kapster van de Don Boscoschool en huurt vandaag een klein handelspand aan een drukke weg in Mahajanga. Mirana denkt terug aan haar opleiding: “Ik heb veel bijgeleerd op school, maar vooral de stage was heel leerrijk.” Ze is die periode niet vergeten, zelf moest ze jaren geleden nog betalen om ergens stage te mogen lopen, maar vandaag loopt de goedlachse Sijaka (21) kosteloos stage bij haar.

Mirana (rechts) met haar stagiaire Sijika (links) voor hun kapsalon

Het salon is open van acht uur ’s ochtends tot zeven uur ’s avonds. Enkel op zondag werkt Mirana niet. Haar prijzen variëren, maar voor een eenvoudige knipbeurt betaalt een bezoekster niet meer dan een euro. Tijdens een goede maand verdient Mirana ongeveer tweehonderd euro. “Maar tijdens het regenseizoen verdien ik helemaal zoveel niet. Iedereen in Mahajanga heeft dan moeite om rond te komen.”

Op de terugweg naar de school stoppen we nog even bij André Zico (31). Hij runt een kleine zaak naast zijn woning. Hij stelt vier mensen tewerk, wat in Madagaskar betekent dat het leven van tientallen mensen van hem afhangt. Samen met zijn werknemers doet hij allerlei metaalwerk, vooral klein laswerk en het schilderen en bewerken van deuren en poorten. “Ik wil graag uitbreiden en groeien met mijn zaak, maar er is hier geen plaats.” Ongeveer tien poorten staan te blinken in de verscheurende zon op de harde zandweg voor zijn huis.

André Zico voor zijn zaak in metaalwerk

Vier jaar geleden is André afgestudeerd. “Dankzij Don Bosco hier in Mahajanga ben ik ondernemer geworden!” André heeft geen kinderen, maar denkt wel aan trouwen. In zijn huis vinden we verkoeling en een luid televisietoestel dat een korrelig beeld voortbrengt. Van stopcontacten is er geen sprake, wel van draden die rond elkaar gewikkeld zijn. De elektriciteitskabels hangen in de lucht “voor wanneer het regenseizoen komt en we het hier binnen niet droog kunnen houden”. André zou zonder zijn opleiding nooit een zaak begonnen zijn.

Gerelateerde verhalen