Image
Federaal parlement België

Internationale solidariteit vraagt om sterke investeringen

Actualiteit

Globale uitdagingen vragen globale investeringen. Ook met publiek geld. Covid en klimaatveranderingen bewijzen dat we niet zonder die globale investeringen kunnen. Afgelopen weekend herbevestigde de federale regering haar engagement om het budget ontwikkelingssamenwerking tegen 2030 op te trekken van 0,4 tot 0,7%. Uiteraard juichen we dit toe. Laten we dit nu snel concreet maken en dit vanaf 2023 met een substantiële verhoging van het budget ontwikkelingssamenwerking. 

Waarom is het belangrijk om ook financieel ambities te hebben voor ontwikkelingssamenwerking?  

De officiële ontwikkelingssamenwerking is vandaag de dag nog steeds een belangrijk instrument om te investeren in zaken waar iedereen recht op heeft: toegang tot medicatie en vaccins, toegang tot onderwijs (ook voor meisjes), het recht op voedselzekerheid of op sociale bescherming. Indien goed besteed, maakt ontwikkelingssamenwerking het verschil. Zoveel is duidelijk. Het vergroot de weerbaarheid van mensen om met de huidige en komende crisissen om te gaan. Dat is belangrijk. Maar net zo belangrijk is dat alle andere beleidsbeslissingen door hoge-inkomenslanden, bijvoorbeeld op vlak van klimaat of handel, deze weerbaarheid niet in gedrang brengen.   

  

Het evenwicht is zoek 

Ontwikkelingssamenwerking is al te vaak pasmunt binnen een regering: om overschotjes te verdelen of tekorten bij te passen. Maar zo werkt het niet. Als hoge-inkomenslanden hebben we een verantwoordelijkheid over de wereld en hoe die eruitziet, een verantwoordelijkheid vandaag en ten aanzien van het verleden. Officiële ontwikkelingssamenwerking is één van de manieren om die verantwoordelijkheid concreet vorm te geven.  

Niet zomaar wat. Neen: 0,7% van het bni. Al meer dan 50 jaar is dit een internationale afspraak. De deadline wordt echter steeds vooruitgeschoven. Het laatste decennia blijven hoge-inkomenslanden steken rond de 0,33%. België zit op 0,46%. Volgens Oxfam liepen de lage-inkomenslanden op die manier al meer dan 5700 miljard dollar mis.   

We laten wel vaker steken vallen op vlak van internationale verantwoordelijkheid. Door de manier waarop we als hoge-inkomenslanden met de vaccins zijn omgegaan bijvoorbeeld. Het mantra dat we pas veilig zijn als iedereen veilig is, lijkt vooral te gaan over hoe we onze eigen veiligheid kunnen garanderen. Maar dit is een valse oplossing, ook als het gaat om andere belangrijke dossiers. In 2021 werd globaal 2100 miljard dollar besteed aan defensie tegen over net geen 180 miljard dollar aan officiële ontwikkelingssamenwerking. Het evenwicht is zoek.  

  

Nu of nooit!  

Het federale regeerakkoord leek dit onevenwicht al te beseffen. Men beloofde werk te maken van een bindend groeipad naar de 0,7% tegen 2030 en dit vanaf 2021. Er gingen al twee kostbare jaren verloren zonder noemenswaardige stijgingen. Het is daarom goed dat het Zomerakkoord van 18 juni het engagement om de 0,7% te behalen tegen 2030 kracht bijzet: er komt een verhoging van het % van het BNI voor officiële ontwikkelingssamenwerking en dit nog deze legislatuur. Ook zal het groeipad zal wettelijk verankerd worden. Dit is weer een belangrijke stap in de juiste richting, maar onvoldoende. Het blijft uitkijken naar de concretisering tijdens de begrotingsonderhandeling 2023 in september van dit jaar.  Want geen veiligheid zonder internationale solidariteit; geen globale oplossingen zonder globale investeringen.