colombia

Huishoudwerk: Na 10 jaar eindelijk schoon schip?

Een decennium lang zetten vakbondsactivisten, gesteund door internationale afspraken, zich in voor waardig huishoudwerk. Welke conclusies trekken we?

  • Actualiteit
  • Colombia, Peru

23 Sep 2021

7 minuten

In juni vierden we met de campagne ‘respecteer hen’, het 10-jarig bestaan van conventie 189 (C189) van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO). Dat internationaal akkoord tussen werkgevers, arbeiders en overheden zet de rechten van huishoudwerkers op papier. De conventie gaf het wereldwijde startschot aan 10 jaar activisme voor en door huishoudwerkers vaak via vakbonden en middenveldorganisaties.

Wat is er in die tijd bereikt en welke stappen moet de wereld nog zetten op weg naar waardig huishoudwerk? De IAO vatte het samen in een lijvig rapport. Dit blijft ons bij:

1. Huishoudwerk is huge

Vandaag zijn er 75,6 miljoen huishoudwerkers, een aantal dat de voorbije jaren toenam. 3/4e zijn vrouwen, zo zijn er iets meer mannelijke huishoudwerkers dan in 2011.

Overal ter wereld komt huishoudwerk voor. 4,5% van werknemers op deze aardbol zijn huishoudwerkers. 1 op 22 vrouwelijke arbeiders is actief in de sector. In Latijns-Amerika en Afrika, twee regio’s waar FOS samenwerkt met huishoudwerkersorganisaties, zorgt de job voor respectievelijk voor 8,4 en 7,3% van de totale tewerkstelling. Dat zijn gigantische cijfers.

Huishoudwerkers, van poetshulpen over kinderverzorgers tot chauffeurs die in dienst staan van een huishouden, zijn dus een enorm grote sector. Toch werkt vandaag vier op vijf huishoudwerkers ‘informeel’, dus zonder een officieel contract met bijhorende rechten.

FENTTRAHOP

2. Gestage stappen

Globaal bekeken gingen huishoudwerkers er de afgelopen tien jaar op papier stapsgewijs op vooruit. Steeds vaker zijn er nationale wetten om op terug te vallen. De conventie 189 is daarbij een belangrijke katalysator. De internationale afspraak verspreidt zich over de wereld. Ze wordt daarbij eerst erkend door overheden, reeds 35 landen ratificeerden, en vervolgens omgezet in nationale wetten, iets wat in 30 landen al gebeurd is.

Dankzij de conventie kunnen huishoudwerkers op bestaande wetgeving terugvallen (bv. Ecuador), krijgen ze een specifiek statuut met bijhorende rechten (bv. ColombiaBelgiëZuid-Afrika en Peru), of een combinatie van beiden (bv. Bolivia). Toch sluit nog steeds een kleine één op tien landen, huishoudwerkers volledig uit van enige vorm van wettelijke bescherming. Bovendien is er al te vaak een verschil tussen wat op papier staat en wat er zich achter de voorgevels, en dus op de werkplaats, afspeelt.

zuid-afrika

Vooral op vlak van rust en arbeidsonderbreking worden de laatste jaren stappen gezet. Steeds vaker zijn vakantie, rustdagen en afgebakende werkuren geen verre droom meer. In sommige landen, denk aan België, hebben huishoudwerkers zelfs een kortere voltijdse werkweek dan veel andere arbeiders. Intussen kunnen de helft van alle huishoudwerkers op deze aardbol terugvallen op tenminste één vorm van sociale bescherming, denk aan een pensioen, ongevallenverzekering, werkloosheidsuitkering of andere bescherming. Jammer genoeg heeft maar 6% volledige sociale bescherming. Op vlak van verloning blijft de situatie schrijnend: 41 miljoen huishoudwerkers hebben geen toegang tot een minimumloon.

Maar vooral het blijvend fenomeen van informeel werk, waarbij er gewerkt wordt zonder enige vorm van contract, worden er te weinig stappen gezet. Meer dan 61 miljoen huishoudwerkers werken informeel en dus zonder afgesproken verloning of rust. Vier op vijf huishoudwerkers moet het rooien zonder arbeidsregeling in onzekere omstandigheden, bij andere beroepen is dat maar de helft zo veel.

3. Het kan met campagnes

De positieve vooruitgang komt niet uit de lucht gevallen. Toen huishoudwerkers in 2011 eindelijk internationale erkenning kregen, moest het echte werk nog beginnen. Organisaties van huishoudwerkers zetten wereldwijd al jaren alles op alles om C189 goedgekeurd te krijgen en om te zetten in nationale wetgeving. FOS had het voorrecht om de afgelopen 10 jaar met huishoudwerkers samen te werken in Ecuador, Peru, Colombia, Bolivia, België en Zuid-Afrika. In elk van die landen is C189 intussen ‘geratificeerd’, maar daarmee is de strijd niet gestreden. Vakbonden wereldwijd blijven problemen blootleggen en benoemen. Inspanningen die niet alleen lovenswaardig zijn, maar ook vruchten afwerpen.

Ook de IAO erkent dat campagnes impact hebben op uitvoering van wetgeving. “Door bewustzijn te laten toenemen via publiekscampagnes, worden sociale zekerheidssystemen beter toegepast”, leest het nieuwste rapport. Maar ook campagnes over maatschappelijke problemen zoals geweld en intimidatie, waar huishoudwerkers disproportioneel op botsen, hebben effect. “Dankzij campagnes worden die thema’s uit de taboesfeer gehaald”, klinkt het.

De voorjaarscampagne Respecteer hen! over huishoudwerk was een succes:

  • Meer dan 5000 exemplaren van ons campagnemagazine zijn verspreid in verschillende talen aan onder andere huishoudwerkers en vakbondsleden

  • Op de Internationale dag van huishoudwerk, werd de campagne-affiche en -filmpje gedeeld door huishoudwerkers, vakbonden en activisten van de Andes over België tot Zuid-Afrika

  • Enthousiastelingen konden kennis maken met de strijd van huishoudwerkers op de stand van Algemene Centrale ABVV tijdens het festival Manifiesta

4. Krachttoeren in crisistijden

Het kwetsbare profiel van huishoudwerkers zorgt ervoor dat ze harder getroffen worden door crisissen. Ze zijn al te vaak uitgesloten van bestaande wetgeving, iets wat je al in ons dossier kon lezen. Een onderzoek van de IAO uit 2020 toonde aan dat de economische gevolgen van de pandemie, huishoudwerkers extra hard trof. Uit een rondvraag van de Belgische vakbond Algemene Centrale ABVV, bleek dat zowel mentale als fysieke gezondheid van huishoudwerkers door de coronacrisis onder druk staat. Dat terwijl het belang van huishoudwerkers, mensen die zorg- en gezinstaken overnemen, door de coronacrisis duidelijker is dan ooit.

Die bevindingen zijn nu door de IAO bevestigd. Het nieuwste rapport zegt dat huishoudwerkers “bij de zwaarst getroffenen van de pandemie” horen. Een gigantisch probleem, dat opgelost zou kunnen worden. “De (corona)crisis bewijst dat huishoudwerk dringend geformaliseerd moet worden, om toegang tot waardig werk te verzekeren”, zegt IAO-directeur Guy Rider hierover. “Toegang tot sociale zekerheid moet uitbreid en toe gepast worden op alle huishoudwerkers.”

respecteer hen
De Spaanstalige affiche van de campagne werd onder andere gedeeld door huishoudwerkersvakbonden uit Bolivia (Remte), Peru (FENTTRAHOP) en Colombia (Sintraimagra)
Guy Ryder

De (corona)crisis bewijst dat huishoudwerk dringend geformaliseerd moet worden

Guy Rider, IAO-directeur

5. Vakbonden zijn vocaal

Vakbondsactivisme laat zich oorverdovend klinken als het gaat om arbeidsrechten, in het geval van huishoudwerkers is dat niet anders. De overgave waarmee vakbondsactivisten blijven strijden voor rechten van huishoudwerkers wordt door de IAO gekoesterd. “Dankzij hun lobbywerk en sociale dialoog, is conventie 189 in meer dan 30 landen geratificeerd”, zegt de instelling van de Verenigde Naties. Maar ook inspanningen na ratificatie, via controle op beleid of formaliseren van contracten, zijn essentieel voor de vooruitgang van huishoudwerkers wereldwijd. Daarnaast zijn er dankzij collectieve onderhandelingen “betere lonen, betere werkomstandigheden en sociale uitkeringen, en worden er stappen gezet naar formalisering.”

Bovendien slagen vakbonden via de kracht van internationale solidariteit elkaar over grenzen heen te vinden en te inspireren. Iets wat we de afgelopen jaren met FOS aan de lijve hebben mogen ondervinden door Belgische huishoudwerkersvakbonden ABVV Horval en Algemene Centrale ABVV in contact te brengen met vakbonden aan de andere kant van de wereld.

Maar ook werkgeversorganisaties slagen erin iets bij te dragen. Ze helpen hun leden om aan nieuwe regelgeving te voldoen, waardoor ze volgens de IAO ook een vorm van impact hebben op formele tewerkstelling, met aandacht voor de opgelegde wettelijke verplichtingen.

sadsawu

6. Belgium does it better

Huishoudwerk is een belastend en veeleisend beroep, in België is dat niet anders. Het zware werk wordt weinig gewaardeerd en de coronapandemie bemoeilijkte de werkomstandigheden. De pakkende getuigenissen op huishoudhulpenaanhetwoord.be bewezen het.

Toch krijgt België lof toegegooid in het nieuwe rapport. Relatief gezien zijn huishoudwerkers, die vooral als poetshulpen werken via het dienstenchequesysteem, redelijk beschermd. Daarbij valt de rol van vakbonden niet te ontkennen. “Dankzij de traditie van collectieve onderhandelingen, krijgen huishoudwerkers rechten die verder gaan dan de gewone arbeidsregeling”, stelt de IAO.

huishoudwerk

Het dienstenchequesysteem krijgt ook aandacht. “Het systeem moedigt werkgevers aan om arbeid te registreren en te formaliseren, terwijl de administratieve kosten dalen.” Bovendien biedt het een raamwerk om prioriteiten te bepalen via het paritair comité (PC 322.01). Vooral op vlak van veiligheid en gezondheid blijkt België een goede leerling. Vakbondsvertegenwoordigers worden betrokken bij de prioriteiten en er is een sectoraal fonds voor opleiding over gezondheidsrisico’s verbonden aan huishoudwerk.

De aanvulling van het dienstenchequesysteem met het toepassen van bestaande rechten in België, zoals toegang tot de sociale zekerheid, ziet de IAO als een goede aanpak. Zo kunnen de overwegend vrouwelijke huishoudwerkers beroep doen op verworven rechten als zwanger- en ouderschapsverlof.

Tot slot krijgt de inclusieve aanpak van de coronacrisis, waarbij ook huishoudwerkers toegang kregen tot tijdelijke werkloosheidsuitkering, een eervolle vermelding.

De inspanning van vakbonden in Peru, waar we samenwerken met huishoudwerkersorganisatie FENTTRAHOP, krijgen in het rapport heel wat aandacht. Door sterk lobbywerk krijgen huishoudwerkers toegang tot het nationale minimumloon. Daarnaast krijgt de befaamde nieuwe wet over huishoudwerk  heel wat applaus van de IAO, omdat die verregaande veiligheidsmaatregelen voorziet die ook tijdens toekomstige gezondheidscrisissen van toepassing zullen zijn.

FENTTRAHOP

7. Gender geldt

Omdat 76,2% van alle huishoudwerkers vrouw zijn, valt de strijd voor rechten voor huishoudwerkers samen met die voor gendergelijkheid. Geweld en intimidatie tegen huishoudwerkers zijn jammer genoeg een systematisch en diepgeworteld probleem dat “al te vaak als ‘normaal’ of als ‘deel van de cultuur’ wordt beschouwd.”

Daarom is het belangrijk om ook buiten conventie 189 te blijven inzetten op veilige werkvloer. Anti-discriminatiewetgeving kan bijvoorbeeld een hefboom zijn voor een leven vrij van geweld en intimidatie, met bijhorende bescherming via wetgeving en toegang tot justitie. Inclusief en gender-gevoelig beleid dat “de onderliggende oorzaken en risico’s, zoals gender steretypen, discriminatie en scheefgetrokken machtsbalansen” aanpakt, moet het beleid van de toekomst worden.

De conventie 190, een nieuwe internationale afspraak die een werkvloer eist vrij van intimidatie en geweld, moet in de toekomst een stap in de goede richting zijn. Het is iets wat vakbonden wereldwijd opgepikt hebben.  “Arbeidersorganisaties speelden een vitale rol bij de promotie van ratificatie van conventie C190”, zegt de IAO. De toepassing van dat nieuwe internationaal akkoord zal de komende jaren wereldwijd een belangrijk syndicaal strijdpunt blijven en dat met de uitdrukkelijke steun van FOS.

Auteur: Dries Merre

Gerelateerde verhalen