Image
ECT

Het obscure verdrag dat de energietransitie gijzelt

Politiek

Er is een duidelijke mismatch tussen het beleid dat nodig is om de klimaatcrisis tegen te gaan en de systemen die vandaag in voege zijn. Nergens wordt die kloof duidelijker dan bij het Energy Charter Treaty, een miskleun van een verdrag dat maar niet wordt stopgezet.

2,4 miljard euro, dat is het astronomische bedrag dat de Duitse energiereuzen Uniper en RWE van de Nederlandse staat vorderen. Beide bedrijven willen een schadevergoeding bekomen voor de winsten die ze mislopen nu Nederland – terecht – besliste om vervuilende steenkoolcentrales tegen 2030 te sluiten.

Dat verhaal van een fossiel bedrijf dat een overheid met schadeclaims afstraft omdat ze werk wil maken van een groener energiebeleid komt helaas voortdurend voor. Italië kreeg af te rekenen met een claim van 260 miljoen euro toen het land boringen langs de Adriatische kust verbood; Slovenië zit in hetzelfde schuitje omdat het fracking (diepe grondboringen naar schaliegas) aan banden legde. In de VS loopt een schadeclaim van 15 miljard dollar nadat president Joe Biden een pijplijn geschrapt had. Die enorme bedragen zijn het gevolg van het Energy Charter Treaty (ECT), een – nagenoeg onbekend – verdrag met een enorme impact op onze toekomst. Wat in 1994 een economisch vehikel was om de stabiliteit van de energiesector te beschermen, groeide uit tot een complex kluwen dat de tegenstanders in de strijd voor klimaatrechtvaardigheid in de kaart speelt.

Torpedo voor klimaatplannen

Het ECT functioneert vandaag immers als een welgemikte torpedo van de fossiele industrie. Via het verdrag hebben energiebedrijven de mogelijkheid om miljoenenclaims in te stellen via private arbitragerechtbanken voor verloren (toekomstige) winsten. Het doel bij uitstek? De klimaatplannen van lidstaten dwarsbomen en hun eigen belangen veiligstellen. Eind 2021 was er volgens internationaal onderzoek al sprake van minstens 231 rechtszaken waarin fossiele investeerders regeringen aanklaagden. Wereldwijd zouden de kosten van de potentiële schadeclaims die overheden aan de fossiele industrie moeten betalen oplopen tot maar liefst 1,3 biljoen euro, beduidend meer dan wat Europa het komende decennium in de Green Deal plant te investeren.

Image
Het ECT verdedigt vooral de belangen van de fossiele industrie
© Wallpapercave

De angst voor enorme schadeclaims vormt een grote drempel voor overheden om broodnodige klimaatmaatregelen te nemen. Die kost treft landen in meer kwetsbare posities, zoals lage inkomenslanden, proportioneel nog harder. Dat terwijl de crisis nog nooit zo voelbaar was. Kostbare klimaatmiddelen die moeten worden ingezet om de ambitieuze doelen te halen en kwetsbare landen te ondersteunen, verdwijnen in de zakken van de fossiele industrie die nota bene de crisis veroorzaakte.

Dit systeem gijzelt de energietransitie. Opstappen is de enige uitweg.

Fossiel uit het verleden

Hoewel het VN-klimaatpanel (IPCC) zwart-op-wit verklaarde dat het ECT niet strookt met het klimaatakkoord van Parijs, bleek hervormen onmogelijk te zijn. Maar liefst vijftien onderhandelingsrondes om het verdrag in lijn te brengen met de tijdsgeest leverden amper iets op. Landen met grote fossiele belangen, zoals Kazachstan en Japan liggen dwars. Met succes, iedere aanpassing aan het verdrag moet immers unaniem worden goedgekeurd. Daarom is opstappen de enige uitweg. Op die nagel hamert 11.11.11 al lange tijd samen met andere organisaties, klimaatwetenschappers en activisten. Er verschenen al talloze studies, open brieven en artikels om het systeem dat de energietransitie gijzelt achterwege te laten. Eveneens met succes.

De afgelopen weken stapten Nederland, Spanje, Frankrijk én Polen uit het ECT. En nu springt ook Duitsland op de kar. Italië hield het in 2016 zelfs al voor bekeken. Het huidige standpunt van de Belgische regering - dat een modernisering van het verdrag voorstelt - gaat niet ver genoeg. Ook federaal minister van Energie Tinne Van der Straeten (Groen) schaarde zich achter die mening op de klimaattop COP27 in Egypte, en eist een terugtrekking. Het is hoog tijd voor België om het voorbeeld van deze andere Europese landen te volgen en het ECT in het verleden te laten.