Grenzeloze solidariteit is het enige antwoord
Gaan we naar een postcoronawereld die meer solidair is met het Zuiden of plooit het Noorden zich terug op rauw eigenbelang? Nu de coronacrisis, als een generale repetitie van de klimaatcrisis, de wereld een voorsmaakje geeft van wat een systeemschok teweegbrengt, kan alleen grenzeloze solidariteit het antwoord zijn, stelt 11.11.11-directeur Els Hertogen in het juni-nummer van SamPol.
08 Jun 2020
11 minuten
Dit essay verscheen eerder in het juni-nummer van SamPol.
Je gaat een olieramp niet te lijf met een schepnet. Een crisis zoals die door het coronavirus schreeuwt om een robuust antwoord, met één oog op de dagelijkse strijd tegen de verspreiding van dit beestje en één oog op de nalatenschap van de pandemie. Maar terwijl landen in het Noorden de zware machines bovenhalen, staan die van het Zuiden te scheppen met de handen. Het virus als grote gelijkmaker? Het tegendeel is waar. Niet alle landen, alle regio's, alle continenten worden op dezelfde manier getroffen.
Dubbele crisis
België heeft 1.456 bedden met beademingsapparaten op Intensieve Zorgen, het Afrikaanse Mali beschikt over welgeteld 3 apparaten voor 19 miljoen inwoners. Miljoenen mensen in Afrika, Azië en Latijns-Amerika wonen in sloppenwijken waar afstand houden klinkt als een wrange grap. Twee miljard mensen hebben thuis geen toegang tot water en zeep om geregeld de handen te wassen. Nu regeringsleiders elkaar naar het leven staan voor elk voorraadje mondmaskers uit China, trekken landen in het Zuiden voor beschermingsmateriaal vaak aan het kortste eind.
De volksgezondheid is verre van de enige - of grootste - zorg van ontwikkelingslanden. Het is vooral de economische storm door de coronamaatregelen die een ravage dreigt aan te richten. Landen die afhankelijk zijn van de export van grondstoffen zien prijs én vraag ineenstuiken. Nigeria bijvoorbeeld haalt 60% van zijn overheidsbudget uit olie-inkomsten. Productieketens zijn verstoord, kapitaal vlucht, de stijgende kredietkosten drijven de zware schuldenlast nog hoger, toeristen blijven weg. Terwijl overheden nu handenvol geld nodig hebben om deze dubbele crisis te bezweren.
500 miljoen mensen extra in armoede
De horizon kleurt met de dag donkerder. Door het dichtgooien van grenzen geraakt ook voedsel niet binnen; prijsstijgingen doen de rest. Verwacht wordt dat 500 miljoen mensen extra in armoede zullen belanden. Er dreigt acute hongersnood voor 130 tot 250 miljoen mensen. De strijd tegen armoede kan tot dertig jaar worden teruggedraaid. Andere (gezondheids)problemen geraken ondergesneeuwd. De Wereldgezondheidsorganisatie vreest dat het aantal malariadoden zal verdubbelen door het gebrek aan middelen en materiaal. Terwijl ontwikkelingslanden toch al capaciteit te kort komen om zich te wapenen tegen de klimaatcrisis die velen nu al hard voelen, komt de coronacrisis daar nu bovenop.
Veel mensen in ontwikkelingslanden overleven dankzij baantjes in de informele economie. Ook wie er een 'echte' baan op nahoudt moet het meestal stellen zonder sociale bescherming of compensatie voor inkomensverlies. De Internationale Arbeidsorganisatie schat dat wereldwijd 25 miljoen banen verloren zullen gaan na corona, de helft daarvan in Afrika. De stroom remittances - het geld dat arbeidsmigranten naar familie in hun herkomstland sturen - droogt op: ze werken vaker in precaire statuten en in sectoren die nu onder druk staan.
Hoewel de economische terugval waarschijnlijk procentueel het grootst zal zijn in geïndustrialiseerde landen, zal de impact van de coronacrisis in ontwikkelingslanden zwaarder zijn. Zij hebben minder buffer om de eerste gevolgen op te vangen en minder middelen om zich te wapenen voor het herstel. De coronacrisis versterkt de mechanismen die ongelijkheid en armoede in stand houden. Het virus legt haarscherp de onderliggende zwakten in systemen bloot en maakt, voor wie het vergeten was, zichtbaar dat de kaarten geschud zijn in het nadeel van het Zuiden.
Nieuwe kaarten
Maar vandaag ligt het spel stil. Is dit het moment om ontwikkelingslanden betere kaarten te delen? We weten welke dat zijn. Tweehonderd organisaties, waaronder 11.11.11, lijstten ze op in een gezamenlijk statement.
Te beginnen met een universele gezondheidsaanpak, met een wereldwijde gelijke toegang tot preventie en een sterke openbare gezondheidszorg.
De permanente crisis in de gezondheidszorg is het resultaat van bijna veertig jaar structureel aanpassingsbeleid dat is opgelegd door de Wereldbank, het IMF en hun regionale partners, zoals de Afrikaanse Ontwikkelingsbank. Deze grote donoren hebben hun leningen afhankelijk gemaakt van beleid dat de publiek gezondheidssystemen heeft verslechterd door brute bezuinigingen op te leggen. Het schrappen van banen en ziekenhuisbedden, de stijging van de prijs van geneesmiddelen, onderinvestering in infrastructuur en apparatuur en privatiseringen zijn allemaal maatregelen die door de regeringen van de debiteurlanden werden toegepast om de overheidsschuld af te lossen. De balans tussen publieke dienstverlening en schuldafbetalingen is daardoor volledig zoek: lage inkomenslanden gaven in 2018 gemiddeld 28,5% van hun publieke inkomsten aan schuldaflossingen en 2,5% van hun bbp aan gezondheidszorg. Niet zozeer de behoefte maar vooral de kostprijs van een behandeling of een geneesmiddel bepaalt of mensen gezond zijn. Een sterke openbare gezondheidszorg, met een correct loon voor medisch personeel, voldoende investeringen in voorzieningen en materiaal en het wegwerken van financiële drempels, is een voorwaarde om deze en andere gezondheidscrisissen het hoofd te bieden.
Twee: waardig werk en een leefbaar inkomen, met een sterkere sociale bescherming als vangnet voor wanneer het mis gaat. Twee miljard mensen wereldwijd krabben zich een inkomen bij elkaar in de informele economie zonder sociale bescherming, terwijl deze een directe en bewezen impact heeft op ongelijkheid en armoede.
Churchill zei het al: 'Never waste a good crisis'. Autoritaire, illiberale regimes en leiders zijn al een tijd in opmars over de hele wereld. Zij maken nu van het virus gebruik om de noodtoestand uit te roepen, politieke tegenstanders (nog meer) het zwijgen op te leggen of zich (nog meer) vast te klampen aan de macht. Elke kritiek op hun aanpak verketteren ze als 'fake news', 'paniekzaaierij' of 'staatsondermijnend'. Dus drie: de mensenrechten altijd en overal als uitgangspunt, beperkingen van vrijheid moeten proportioneel en tijdelijk zijn.
Vier: een rechtvaardige betaling van de coronafactuur, waarbij sterke schouders de zwaarste lasten dragen. Met andere woorden, een nationale en internationale herverdeling van de middelen. Nog voor het coronavirus de wereld in zijn greep kreeg, stevenden verschillende landen in het Zuiden al af op een schuldencrisis. Een moratorium op betaling, voor een half jaar of een jaar, is een slag in het water, omdat dit het schuldenprobleem opschuift. Bilaterale, multilaterale en, als het even kan, private schulden moeten voor 2020 en 2021 kwijtgescholden worden om ontwikkelingslanden financiële zuurstof te geven.
Ontwikkelingslanden zelf moeten de mogelijkheid hebben om eerlijker binnenlandse belastingen te heffen en natuurlijke rijkdommen duurzaam aan te boren, en zo de nodige middelen vinden. Maar dat zal niet volstaan. Hoe groot de neiging ook is om vandaag alleen naar de eigen navel te staren, dit is het moment voor méér structurele ontwikkelingshulp, met zware investeringen in de publieke diensten. In Nederland vroeg Jaap de Hoop Scheffer, oud-secretaris generaal van de NAVO en nu voorzitter van de Nederlandse Adviesraad Internationale Vraagstukken, in een spoedadvies de regering 1 miljard euro om kwetsbare landen in deze crisis boven water te houden. Ook de internationale klimaatfinanciering voor ontwikkelingslanden blijft een cruciaal instrument om te herverdelen en te garanderen dat ook andere crises op een gelijke manier het hoofd kunnen geboden worden.
Vijf: de heropbouw van de puinhoop die de economie is in alle landen, of ze nu veel of weinig doden te betreuren hebben, moet in het teken staan van de transitie naar een ecologisch en sociaal rechtvaardige economie en een koolstofarme samenleving, waar het welzijn van de mens en de grenzen van de planeet centraal staan.
Generale repetitie
Investeren, kortom. In zorg, in middenveld, in een sociaal vangnet en een waardig en duurzaam inkomen. Dit alles lukt niet zonder nummer zes: wereldwijde samenwerking om al deze uitdagingen tot een goed einde te brengen. Het was in die zin weinig bemoedigend dat de spontane reactie in het Europese blok bij de komst van het virus er één was van mondmaskers hamsteren en zich terugplooien op zichzelf. Zelfs solidair zijn met Europese zuiderburen bleek voor enkele EU-lidstaten een brug te ver. Positief is dan ook het voorstel van Angela Merkel en Emmanuel Macron om een herstelfonds van 500 miljard euro op te richten om Europese landen te steunen in hun strijd tegen corona. Idealiter gaat het over subsidies en geen leningen, maar het valt nog af te wachten hoe deze teerling valt.
Het coronavirus is een stresstest van ongezien formaat voor de hele wereld. En een generale repetitie voor die andere mondiale crisis die voorlopig van de radar verdwenen lijkt te zijn. Vergeten zijn de apocalyptische beelden van bosbranden in Australië in januari door de uitzonderlijke droogte. Bijna onopgemerkt bleef de Bijbelse sprinkhanenplaag in Oost-Afrika, gevoed door warmere zeeën en meer cyclonen, waarvan de overvloedige regen de beestjes de perfecte broedplaats oplevert. Zelfs als de wereld het coronavirus zonder al te veel kleerscheuren overleeft, zal de klimaatcrisis nog in volle hevigheid woeden. De gevolgen van die klimaatcrisis doen de coronacrisis verbleken en ontwikkelingslanden betalen nu al de prijs.
Dogma's brokkelen af
Kan het anders? Zekerheden staan op losse schroeven. Regeringen die geloofden in het dogma van een overheidsbudget in evenwicht, hebben het roer omgegooid en gaan diep in het rood om de gevolgen van de coronacrisis op te vangen. Partijen die zwoeren bij de suprematie van het privé-initiatief organiseren overheidsinterventies die socialisten doen blozen. In het Verenigd Koninkrijk gaat het licht aan: er bestaat wel degelijk zoiets als een samenleving die kan worden gemobiliseerd. Ondertussen pleit een machtspoliticus pur sang als Henry Kissinger voor een nieuwe postcorona wereldorde.
Systemen die de basis vormen voor de wereldeconomie en die mee verantwoordelijk zijn voor de armoede en ongelijkheid tussen en binnen landen stonden al voor de coronacrisis onder druk. Het financiële systeem, opgetrokken uit de puinhopen van de Tweede Wereldoorlog, met de Verenigde Staten als poppenspeler die via de almachtige dollar de touwtjes in handen houdt, staat ter discussie, nu 's werelds tweede grootste economie China met haar groeiende bankensysteem de machtsbalans in haar voordeel wil keren.
De hyperglobalisering, die al vertraagde voor de coronacrisis als gevolg van de financiële en economische crisis van 2008, lijkt voorlopig voorbij te zijn. De gevolgen van de just-in-time bevoorradingsketens en de productie van essentiële goederen aan de andere kant van de wereld hebben een kwetsbaarheid blootgelegd die niet licht vergeten zal worden. Strategische afscherming en meer lokale of regionale productie liggen in de kaarten.
Herverdeling van macht
Welke gevolgen zal dit alles hebben voor ontwikkelingslanden? Zolang hun onderhandelingspositie zo zwak blijft, zijn hun bewegingsruimte en hun mogelijkheden beperkt. Biedt postcorona uitzicht op een wereldorde die meer rechtvaardig en solidair is? Eén waarin de middelen en de macht gelijker verdeeld zijn? Macht kleeft aan de vingers. Oude structuren zijn weerbarstig. Voorlopig houden zij het bij mooie woorden. In de feiten blijven lage inkomenslanden tegen een torenhoge schuld aan kijken omdat de afgekondigde tijdelijke opschorting van de schuld in 2020 bovenop de verplichtingen van 2021 komen en gaan de onderhandelingen over een handelsakkoorden tussen Europa en ontwikkelingslanden gewoon door ? ook al hebben de onderhandelaars van die laatste groep het door de lockdowns en een overbelast internet extra moeilijk om aan te sluiten bij de videovergaderingen.
Er is politieke wil nodig om in de multilaterale instellingen te morrelen aan de vetorechten. Om in handelsonderhandelingen de neokoloniale opstelling te laten varen. Om rekening te houden met landen die op verschillende vlakken in een zwakkere positie zitten. De druk van onderuit is er. Op elk continent zoeken mensen en (burger)organisaties een uitweg uit deze crisis door te voorzien in basisbehoeften en te ijveren voor structurele verandering. Het is onze plicht om deze changemakers te ondersteunen en naar hen te luisteren. Als er iets is wat het Westen geleerd heeft de voorbije maanden, dan wel dat goede oplossingen niet per se van hier komen.
Eigenbelang
Postcorona betekent nu kiezen voor een multilaterale aanpak, met een sterkere sturende rol voor internationale instellingen, gekoppeld aan steun voor lokale actoren die diep zijn ingebed in de samenleving. Niet met een blind vertrouwen in deze instellingen, wel vanuit het idee dat hoe onvolmaakt deze multilaterale samenwerking ook is, ze beter is dan het alternatief. Voor de ramp die de klimaatcrisis ook nu al is, lijkt dit besef nauwelijks door te dringen. Maar dit virus raakt mensen heel direct: het wereldwijde gevecht tegen één vijand is een gedeelde ervaring.
En als deze gedeelde agenda voor een nieuwe, solidaire wereld er niet komt uit overtuiging, dan wordt de politieke wil voor deze structurele veranderingen misschien gevonden in het eigenbelang. Het virus kent ras noch grenzen. Het slaat in alle landen toe. De economische gevolgen van de coronacrisis laten zich zien in talrijke kettingreacties, die nog maar eens bevestigen hoe sterk we wereldwijd verbonden zijn. Van coronacrisis, klimaatcrisis, tot economische crisis: #BeterNaCorona zal er alleen komen als we globale uitdagingen met zijn allen samen aanpakken.
Els Hertogen, directeur 11.11.11