Glencore maakt zijn handen vuil aan kinderarbeid en vervuiling
20 Feb 2022
3 minuten
Veel apparatuur die we dagelijks gebruiken, zoals onze laptops, smartphones, maar ook batterijen van elektrische auto’s, bevat kobalt. De vraag naar deze grondstof neemt daardoor almaar toe en multinationale bedrijven investeren flink in de productie ervan. Één van deze bedrijven is de Brits-Zwitserse multinational Glencore, die meerdere mijnsites beheert in de Democratische Republiek Congo (DRC).
Erbarmelijke werkomstandigheden in de mijnen van multinational Glencore
Eén van deze bedrijven is de Brits-Zwitserse multinational Glencore, die meerdere mijnsites beheert in de Democratische Republiek Congo (DRC). De werkomstandigheden op deze mijnsites zijn erbarmelijk. Werknemers werken urenlang diep onder de grond. Het komt zelfs vaak voor dat hier kinderen werken. Ze werken met giftige stoffen, zonder bescherming van mondmaskers, handschoenen of veiligheidskleding. Daarbij vallen er regelmatig slachtoffers. Een ongeluk in één van de mijnen van Glencore leidde in 2019 tot 49 doden. Grote bedrijven zoals Apple, Google, Dell, Microsoft en Tesla houden hun handen af van wat er diep in de productieketen gebeurt. Nu worden ze ervan beschuldigd nalatig te zijn geweest in de controle op de werkomstandigheden en te hebben geprofiteerd van de verschillende wandaden, waaronder kinderarbeid.
Schade met langdurige gevolgen
Naast de mijnsites in DR Congo beheert de kobaltproducent Glencore ook mijnbouwprojecten in Peru en Colombia. Twee van deze grootschalige kobaltmijnen in Peru zijn Tintaya en Antapaccay. De vervuiling van de mijnen brengt grote schade aan de natuur en de lokale bevolking. Hoge concentraties aan zware metalen en watervervuiling zorgen voor langdurige gezondheidsproblemen bij de omwonenden. In deze gebieden worden er regelmatig kinderen met afwijkingen geboren. Ook in Colombia heeft Glencore een slechte reputatie. De inheemse bevolking voert er al jarenlang een strijd tegen de activiteiten van de internationale mijnproducent.
Belgische banken zijn mee verantwoordelijk
Ook de financiële sector is betrokken bij de onethische praktijken van Glencore. Verschillende banken zoals ING, KBC, BNP, Paribas en Deutsche Bank zijn verbonden met de werkzaamheden van Glencore. Ze verschaffen leningen, of investeren in aandelen en obligaties. Doordat de Belgische staat de grootste aandeelhouder van BNP Paribas is, is ook zij verantwoordelijk voor de mens-, arbeid- en milieuschendingen van Glencore .
Nood aan een internationaal verdrag en nationale wetgeving
Internationale wetten en regelgeving kunnen Glencore verplichten om zorg te dragen voor mens en milieu doorheen de hele productieketen. Die regels moeten ook gelden voor de banken en hun aandeelhouders die bedrijven zoals Glencore financieren. Net als Glencore moeten zij het risico op mensenrechtenschendingen binnen hun keten identificeren, beoordelen en aanpakken om ze in te toekomst te vermijden. Overheden zouden deze maatregelen constant moeten monitoren, bijsturen en publiek maken.
Daarnaast is het de taak van de Zwitserse en Britse overheid om te verzekeren dat Glencore in gesprek gaat met inheemse volkeren om tot een overeenkomst te komen. Zo niet moet wetgeving het bedrijf aansprakelijk kunnen stellen.
Duidelijke en ambitieuze regelgeving dringt zich op. Betrokken bedrijven zouden zich niet enkel op juridisch vlak moeten verantwoorden, maar zouden ook de aangerichte schade uit het verleden moeten herstellen.