5 vragen & antwoorden over de Belgische mijninvesteringen in Congo
20 Aug 2025
4 minuten
Deze week reist minister van Buitenlandse Zaken Prévot opnieuw naar Congo. Zijn bezoek focust op het versterken van het ondernemingsklimaat in de mijnsector. Maar volgens Eva Demaré, beleidsmedewerker bij 11.11.11, ontbreekt er iets fundamenteels in dat verhaal: aandacht voor mensenrechten, het conflict in Oost-Congo en transparantie.
We vroegen haar waarom dit bezoek belangrijk is, en waarom het Belgische beleid veel meer moet zijn dan economische diplomatie.
1. Waarom reist minister Prévot opnieuw naar Congo?
Eva: “Het bezoek van minister Prévot past binnen een bredere strategie van België om meer te investeren in kritieke grondstoffen, zoals kobalt en koper. Die zijn essentieel voor batterijen, windmolens en andere technologieën voor de groene transitie. Congo beschikt over aanzienlijke reserves van deze grondstoffen, vooral in de zuidelijke provincie Haut-Katanga, waar de belangrijke stad Lubumbashi ligt. Daar reist minister Prévot naartoe."
2. Zijn zo’n investeringen in de mijnsector een goed idee?
“In principe kunnen investeringen in de mijnbouw zeker iets positiefs betekenen. Ze kunnen jobs creëren, infrastructuur aanleggen en economische ontwikkeling stimuleren. Maar dan moeten ze goed gereguleerd worden, en daar wringt vaak het schoentje."
"In Congo zien we dat bestaande regels, zoals de ‘Code Minière’, vaak slecht worden toegepast. Dat komt onder andere door een gebrek aan financiering en corruptie. In de praktijk leidt dat soms tot schrijnende situaties: mensen die van hun land worden verdreven, vervuiling van drinkwater, of zelfs kinderarbeid."
"Sommige grondstoffenroutes worden ook gecontroleerd door gewapende groepen, zoals M23 of ADF in Oost-Congo. Als bedrijven niet goed nagaan waar hun materialen vandaan komen, kunnen ze ongewild bijdragen aan conflicten."
"En zelfs als er formele contracten zijn, stroomt het geld zelden door naar de bevolking. Dat zorgt voor frustratie, ongelijkheid en instabiliteit."
"Investeren in de mijnsector is dus niet per se slecht, maar het moet wel gebeuren met verantwoordelijkheid, transparantie en inspraak. Alleen zo ontstaat er echte meerwaarde voor de Congolese bevolking.”

3. Wat zou België dan concreet anders moeten doen?
“België kan het verschil maken door duidelijke voorwaarden te koppelen aan investeringen. Ten eerste: leg bindende afspraken vast in contracten. Die moeten bedrijven verplichten tot een lokale verwerking, een ecologische werking en het creëren van degelijke en veilige jobs."
"Ten tweede: zorg voor volledige transparantie over waar de grondstoffen vandaan komen. Bedrijven moeten precies kunnen aantonen hoe en onder welke omstandigheden die zijn ontgonnen."
"Ten derde: échte zorgplicht. Belgische bedrijven die mensenrechten schenden of milieu schaden, moeten juridisch aansprakelijk zijn. De Belgische overheid moet hen daar ook op aanspreken en pleiten binnen de Europese Unie voor een sterkere regelgeving.”
"En ten vierde: betrek het lokale middenveld. Lokale ngo’s, vakbonden en burgerorganisaties weten wat er leeft en waar de noden zitten. Ze moeten een echte stem krijgen in beslissingen en toezicht houden op de uitvoering van projecten."
4. En wat met het escalerende conflict in Oost-Congo? Krijgt dat genoeg aandacht?
“Jammer genoeg niet. Terwijl in Lubumbashi, in het zuiden, de focus momenteel ligt op de economische samenwerking, blijft de humanitaire crisis in het oosten escaleren. Tussen juli en augustus alleen al vielen er minstens 460 doden, waaronder tientallen kinderen. En dat ondanks een officieel staakt-het-vuren."
"Het vredesproces zit muurvast en de internationale aandacht voor het conflict blijft onvoldoende."
"Minister Prévot gaf in een gesprek met de Congolese president Félix Tshisekedi aan dat België het geweld in Oost-Congo opnieuw hoog op de EU-agenda zal plaatsen. Wij hopen dat die belofte wordt nagestreefd."
"België moet veel sterker pleiten voor een inclusief vredesproces, en voor de bescherming van burgers, journalisten en middenveldorganisaties. Diplomatie moet niet alleen dienen voor commerciële belangen, maar ook ingezet worden voor vrede, rechtvaardigheid en solidariteit.”

5. Wat vraagt 11.11.11 concreet, en hoe werken jullie partners hieraan mee?
“Wij vragen dat België zijn economische ambities in Congo koppelt aan duidelijke ethische voorwaarden. Dat betekent: garanties voor lokale tewerkstelling, waardig werk eerlijke lonen, milieubescherming, en ook: volledige transparantie over waar de grondstoffen vandaan komen en onder welke omstandigheden ze gewonnen zijn. Belgische bedrijven moeten verantwoordelijkheid nemen voor hun impact."
Maar we benadrukken ook: dit kan niet zonder inspraak van het Congolese middenveld. Onze partners zijn actief ter plaatse. Ze documenteren misstanden, volgen investeringsprojecten op, en pleiten voor meer zeggenschap van lokale gemeenschappen."
Toch botsen zij vaak op gesloten deuren. De processen, zoals bijvoorbeeld bij de mineralendeal tussen Congo en de Europese Unie, zijn weinig transparant en geven nauwelijks ruimte aan lokale stemmen. Dat moet veranderen. Internationale samenwerking moet vertrekken van gelijkwaardigheid, niet van eenzijdige belangen.”

Eva Demaré
Beleidsmedewerker Mensenrechten
Steun onze partners met een gift
Onze partners in Congo documenteren mensenrechtenschendingen en volgen investeringen in mijnbouw nauw op. Samen met hen strijden we voor de rechten van de lokale bevolking, voor meer inspraak en voor meer rechtvaardigheid. Steun hun werk met een gift.