Image
cuba

Wat als de klimaattransitie een levenstaak wordt?

Actualiteit

De klimaatopwarming vraagt om een radicale omslag van ons systeem. In België treedt de overheid weinig doortastend op. Een groot contrast met Cuba. Daar ziet de overheid het als een levenstaak om het eiland door de klimaatstorm te loodsen. Auteur Julie Steendam vertelt er meer over.

In 2020 en 2022 trok Julie naar het Caraïbische eiland om het Cubaanse antwoord op de klimaatuitdagingen te bestuderen. Ze bezocht verschillende projecten die elk op hun manier bijdroegen aan klimaatadaptatie en een rechtvaardige transitie. De projecten passen in Tarea Vida, het globale plan van de overheid om de toekomst van het eiland veilig te stellen.

Julie, hoe ben jij op Tarea Vida gestoten?

Ik maakte kennis met Tarea Vida toen ik nog voor Viva Salud werkte. Net als FOS heeft Viva Salud een heel brede blik op gezondheid. De organisatie kijkt bijvoorbeeld ook naar de impact van het milieu op de gezondheid van mensen. In 2018 werd de klimaatopwarming heel actueel door de klimaatbetogingen, die mensen wakker schudden. Maar de Belgische regering deed amper iets om de uitstoot van CO2 te verlagen. In die periode hielden we met Viva Salud een paascampagne met het Centro Félix Varela. Dat werkte onder andere aan milieubehoud en was door de Cubaanse overheid gevraagd om Tarea Vida te ondersteunen.

Laat de klimaatopwarming zich hard voelen in Cuba?

Ja, Cuba ligt echt in de frontlinie van de klimaatopwarming. De zeespiegel stijgt er nu al. Het aantal extreme orkanen is verdubbeld tussen 1971 en 2010. Hittegolven teisteren vaker het eiland. De overheid beseft dat klimaataanpassingen nodig zijn. Ze heeft daarom in 2017 Tarea Vida gelanceerd.

Image
julie steendam

Met Tarea Vida bereidt Cuba zich voor op de gevolgen van de klimaatopwarming over 20, 50, 100 jaar. Die ruime tijdshorizon vind ik frappant.

Julie Steendam

Wat is Tarea Vida precies?

Tarea vida betekent letterlijk ‘levenstaak’. Met dat plan wil de Cubaanse overheid het eiland voorbereiden op de gevolgen van de klimaatopwarming over 20, 50, 100 jaar. Die ruime tijdshorizon vind ik frappant. De overheid heeft samen met het meteorologisch instituut scenario’s uitgewerkt voor de toestand op het eiland over 20, 30, 50 … tot 100 jaar. Zo blijkt dat tegen 2050 5 dorpen langs de kust onder water zullen staan, en tegen 2100 al 122. Wat doe je met dat gegeven?

Ook interessant is dat het project volledig door de overheid wordt getrokken. Ze heeft alle cruciale sectoren voor de klimaattransitie in handen, van energie over landbouw tot toerisme. Dat is een belangrijk verschil met België. Ik was heel benieuwd naar de impact daarvan op de klimaattransitie in Cuba.

Wat zijn de krachtlijnen van het plan?

Een groot deel van Tarea Vida bestaat uit infrastructuurwerken. De overheid wil de kust versterken en de natuur herstellen. Ze spuit zandbanken voor de kust op, om de impact van hoge golven af te zwakken. Maar ze geeft ook meer ruimte aan water door rivieren meer te laten meanderen en gebouwen van de kustlijn weg te halen. Over de hele kustlijn laat ze mangroves aanleggen. Die zwakken de impact van stormen ook af en versterken de kustlijn op een groene manier. Alle overheidsgebouwen langs die kust worden op korte termijn gesloopt. Alleen de privé-eigendommen staan er nog. De overheid verleent er geen nieuwe bouwvergunningen meer en laat niet toe dat verwoeste gebouwen er weer opgebouwd worden. Ze kiest zo voor een uitdoofscenario.

Geldt dat uitdoofscenario in heel Cuba?

Het geldt voor alle gebieden die gevoelig zijn voor de klimaatopwarming. Ik had het net over die 120 dorpen die onder water zullen staan. De overheid moedigt de inwoners nu al aan om te verhuizen. Met wisselend succes. In het begin heeft ze te veel gefocust op de natuurwetenschappelijke feiten. Ze is gaan beseffen dat dit niet werkt. Daarom hebben ze de hulp ingeroepen van sociale organisaties, zoals het Centro Félix Varela. Dat centrum heeft veel expertise over gemeenschapsvorming, sociaal werk én het milieu. Het begeleidt gemeenschappen nu naar een verhuis, samen met de overheid.

In het kustplaatsje Playa Florida, bijvoorbeeld, wonen 300 mensen. De medewerkster van het Ministerie van Milieu bespreekt met hen “Wat heb je nodig om te verhuizen? Hoe ziet je ideale gemeenschap eruit?” Ze hebben een lege school op veilige afstand van de kust gevonden en die als woningen ingericht. Een deel van de bevolking woont er nu, gratis. Ze bekijken of ze een pendelbus naar de vissersboten zullen inleggen of een opslagplaats voor hun materiaal zullen bouwen. Praktische dingen die de verhuis zinvol maken. Dat belet niet dat een deel van de bevolking in het oorspronkelijke dorp wil blijven.

Image
cuba
© Julie Steendam

Er blijft veel weerstand tegen een verhuis?

De Cubanen zijn het bijna gewend om na een orkaan hun huis op dezelfde plaats weer op te bouwen. De schade wordt na rampen ook collectief hersteld, met bouwteams uit alle hoeken van het land. Alleen is cement door de economische crisis schaars. De overheid wil dat niet langer verspillen aan woningen die makkelijk door orkanen worden verwoest. Ze stimuleert mensen om op een veilige plaats te bouwen door bouwmaterialen dan aan een lagere prijs aan te bieden of goedkopere leningen te verstrekken. Ze bouwt al volop nieuwe wijken voor getroffen gemeenschappen. Zoals ik al zei, met wisselend succes. Ik hoorde ook van een gemeenschap tegengekomen die na een orkaan nieuwe huizen had gekregen, maar na verloop van tijd weer naar haar oude plaats terugkeerde. Een goede begeleiding door sociale organisaties is dus cruciaal. Dat zijn nieuwe inzichten die al na vijf jaar van dit plan volop worden geïmplementeerd.

Worden er ook op andere domeinen inspanningen gedaan? Wat met bijvoorbeeld energie?

Cuba importeert nog altijd veel olie en gas. Tarea Vida streeft naar 24% hernieuwbare energie. Nu ligt dat aandeel op 5%. Na de implosie van de Sovjetunie plaatsten veel afgelegen Cubaanse gemeenschappen al zonnepanelen. Ze konden niet worden aangesloten op het net. De overheid stimuleert nu de plaatsing van zonnepanelen in de rest van het land met gunstmaatregelen, zoals de belastingvrije invoer van zonnepanelen.

Cuba kijkt eigenlijk vooral naar windenergie en plant de bouw van windmolens met China. De meeste hernieuwbare energie haalt Cuba intussen uit biogasinstallaties, op basis van bijvoorbeeld het afval van suikerriet en mest. In het geval van suikerriet vind ik dat circulaire verhaal wel mooi. Die sector heeft vroeger zoveel natuur vernield en mensen uitgebuit.

En die oude, vervuilende oldtimers? Hoe zit het daarmee?

(lacht) Het is grappig hoeveel mensen me daarnaar vragen. In de steden rijden tegenwoordig eerder modernere, zuinigere wagens rond. De oude auto’s en trucks vind je vooral op het platteland. De mensen hebben er geleerd zichzelf te behelpen. Sommige jongeren proberen inderdaad om daar een elektrische motor in te monteren. De overheid onderzoekt ook of ze wagens op biogas kan laten rijden.

Vergeet niet dat Cuba geen wegwerpcultuur kent, zoals die in België. Auto’s worden eindeloos gerepareerd tot er echt geen wisselstukken meer te vinden zijn. De impact ervan is kleiner. Bovendien is het autobezit laag. Ik geloof dat minder dan de helft van de Cubanen een auto heeft. De overheid steunt het openbaar vervoer. Sinds de crisis rijden er minder bussen door gebrek aan brandstof, maar de regering houdt de prijs van een busticket bewust laag.

Hoe staat de bevolking tegenover het plan? Vindt ze het rechtvaardig?

Bij sommige delen van de bevolking is er weinig draagvlak. Dat heb ik in die kustdorpen wel gemerkt. Maar de landbouwers zijn helemaal mee. Ze zien duidelijk de negatieve gevolgen van de klimaatopwarming. Hun gronden verdrogen. De normale cyclus van de seizoenen bestaat niet meer. Ze weten zelfs niet meer wanneer ze moeten zaaien. Ze zijn heel dankbaar voor de wetenschappelijke begeleiding die ze van lokale universiteiten krijgen. Ze stappen geleidelijk over naar een agro-ecologische landbouw met droogtebestendige variëteiten.

Door de economische crisis rijst regelmatig de vraag “Moeten we daar nu mee bezig zijn?” Maar in feite is Tarea Vida een overlevingsplan. De weinige middelen die er zijn, worden toekomstgericht ingezet. De overheid beseft dat ze met de bevolking moet overleggen, en mensen moet begeleiden. Dat vind ik zo interessant aan het Cubaanse verhaal: je hebt daar een samenspel van overheidsbeleid, gemeenschapswerking en wetenschappelijke ondersteuning door universiteiten. De mangroves, bijvoorbeeld, worden niet zomaar gezaaid. Wetenschappers leren de lokale gemeenschappen er meer over tijdens workshops, zodat mensen de bomen niet kappen. Het kunstonderwijs stimuleert studenten om werken over de Cubaanse natuur te maken. Alle neuzen wijzen richting klimaatadaptatie.

100 jaar om de zee te stoppen

Julie Steendam schreef samen met Isabelle Vanbrabant een boek over haar onderzoek naar Tarea Vida. Het reisverhaal leidt je langs tal van projecten die elk op hun manier de klimaatuitdaging aangaan. 100 jaar om de zee te stoppen verschijnt in oktober bij uitgeverij EPO.

Meer info op epo.be.

FOS in Cuba

We werken in Cuba samen met onder andere de vakbonden van de bouw, de toeristische sector en de suikerrietindustrie. Zij moedigen hun leden aan om energie te besparen en leggen uit hoe ze dat kunnen doen. De opleidingen zijn bittere noodzaak. Cuba voert het grootste deel van zijn olie en gas in, terwijl het land met een economische crisis kampt. Ook hier versnellen de hoge energieprijzen dus de transitie naar een groene economie.

De biogasinstallaties op de suikerrietvelden bieden een alternatieve brandstof, maar heel duurzaam zijn ze niet. Om de voedselzekerheid van het eiland te verbeteren, maakt het suikerriet ook langzaam plaats voor andere teelten. Het is nog even afwachten of zij volledig volgens agro-ecologische principes zullen gebeuren. De overheid zal ook op dat punt radicale keuzes moeten maken.

Auteur: Evi Geypen