Image
Rechtvaardig klimaatbeleid

Internationale Klimaatfinanciering: België ontloopt verantwoordelijkheid tegenover kwetsbare landen

Actualiteit

Na tien jaar is er nog steeds geen sprake van de noodzakelijke stijging in de Belgische bijdrage aan de internationale klimaatfinanciering. Bovendien liep eind 2020 het Belgische engagement af en kwam er geen duidelijkheid over wat volgt.

Image
ali selvi

2020 moest een belangrijk klimaatjaar worden. Het was de eerste keer sinds het Akkoord van Parijs (2015) dat alle landen nieuwe klimaatplannen moesten indienen en er was de deadline voor de internationale doelstelling om jaarlijks 100 miljard dollar te voorzien voor aanpassing en koolstofarme ontwikkeling in lage-inkomenslanden. COVID-19 stak daar een stokje voor: de klimaattop in Glasgow (COP26) werd uitgesteld en in het verlengde daarvan deemsterde ook de aandacht voor de internationale klimaatvraagstukken weg.

Maar de urgentie verdween niet. Van de uitstootvermindering die we zagen tijdens de wereldwijde lockdowns is ondertussen geen sprake meer. 2020 was het warmste jaar ooit gemeten en de gevolgen daarvan laten zich vooral voelen in lage-inkomenslanden. Het zijn ook die landen die de zwaarste economische gevolgen voelen van de pandemie. Internationale klimaatfinanciering is dus essentieel voor een mondiale wederopbouw in lijn met de klimaatdoelstellingen.

België zou 50 miljoen euro per jaar bijdragen, ofwel 0,06% van de internationale doelstelling. Veel te weinig en bovendien geen stijging zoals internationaal afgesproken. Het was daarom uitkijken naar een nieuw engagement eind 2020. 11.11.11 vraagt al jaren dat België een groeipad uittekent naar een billijke bijdrage aan de internationale doelstelling: minstens 500 miljoen euro per jaar. Maar ons land maakte geen gebruik van de virtuele klimaattop op de vijfde verjaardag van het Akkoord van Parijs om een nieuw engagement te formuleren.

Toch beweegt er iets. In het federale regeerakkoord van september 2020 engageert de regering zich tot een stijgende bijdrage aan de internationale klimaatfinanciering die losstaat van het ontwikkelingsbudget. Dat laatste is zeer belangrijk, want de praktijk toont aan dat de Belgische bijdrage aan de internationale klimaatfinanciering tot nu toe voor het grootste deel wél uit die middelen komt (zie inzet). Op die manier zijn er geen extra middelen voor de steeds groter wordende uitdagingen in de lage-inkomenslanden. Een echte stijging en een verdere concretisering van het engagement in het regeerakkoord laten voorlopig op zich wachten.

Op internationaal niveau tonen de projecties – officiële cijfers zijn nog niet beschikbaar – dat de 100-miljard doelstelling niet behaald werd in 2020. Bovendien berekende Oxfam dat de middelen overgerapporteerd worden. De klimaattop in Glasgow in 2021 wordt een zeer belangrijk moment voor donorlanden om hun engagement voor de internationale klimaatfinanciering te bevestigen. Het uitblijven van een dergelijk engagement zou het behalen van de klimaatdoelstellingen sterk bemoeilijken.