Een regeerakkoord op maat van mondiale uitdagingen: onze 11 prioriteiten
11.11.11 formuleert 11 mondiale prioriteiten voor een volgende federale regering. Een regering met internationale ruggengraat gaat voor een beleid dat rekening houdt met zijn impact op het Zuiden, ijvert voor mensenrechten en pleit voor veilige migratieroutes.
14 Sep 2020
5 minuten
11.11.11 roept de volgende federale regering op om de realisatie van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen (SDG's) centraal te zetten in haar beleid. Dat is beleid dat de wereldwijd armoede, honger en ongelijkheid terugdringt, de gendergelijkheid versterkt, economische, sociale én ecologische rechtvaardigheid bevordert en mensenrechten en respect voor het internationaal recht garandeert. De coronacrisis heeft deze uitdagingen nog urgenter gemaakt.
Het coronavirus veroorzaakt een wereldwijde systeemschok. Vooral in kwetsbare landen lijken de lockdownmaatregelen de fatale klap te zijn in een opeenstapeling van crises. Want ook de klimaatcrisis woedt volop en treft vooral ontwikkelingslanden. Tegelijk staan mensenrechten wereldwijd onder druk: door autoritaire overheden, sommige multinationale bedrijven en zelfs het eigen Europese migratiebeleid. Deze crisis te boven komen, opent perspectieven om te bouwen aan de wereld van morgen.
Een regering met een internationale ruggengraat, kiest voor:
1. Beleid dat coherent is met ontwikkeling
De federale regering zorgt ervoor dat al haar beleid rekening houdt met de mogelijke impact op ontwikkelingslanden. Dat is internationaal zo afgesproken. Daarvoor worden de nodige instrumenten en middelen voorzien.
2. Meer middelen voor ontwikkelingssamenwerking
De coronacrisis deed een schepje bovenop de internationale ongelijkheid. Herverdeling is meer dan ooit nodig. De federale regering houdt daarom vast aan het internationale engagement om 0,7% van het bruto nationaal inkomen als officiële ontwikkelingssamenwerking te besteden. Dat doet ze aan de hand van een bindend groeipad om de doelstelling ten laatste tegen 2024 te behalen. Ook in absolute cijfers moet er een toename in middelen zijn.
3. Ontwikkelingssamenwerking met impact
Die middelen moeten ook goed besteed worden. De regering draagt met ontwikkelingssamenwerking bij aan de structurele aanpak van armoede en ongelijkheid en garandeert hiermee duurzame ontwikkeling en het behalen van de SDGs. Mensenrechten worden gerespecteerd alsook lokaal democratisch eigenaarschap. De internationale engagementen inzake doeltreffende ontwikkelingssamenwerking worden nageleefd. Gendergelijkheid en rechten van vrouwen en meisjes worden bevorderd.
4. Internationale fiscale rechtvaardigheid
De regering voert haar inspanningen tegen grootschalige belastingontwijking en fiscale fraude op en pleit maximaal voor maatregelen die belastingontwijking tegengaan. België speelt hierin een voortrekkersrol, zowel nationaal, binnen de EU en de OESO. Ze streeft naar rechtvaardige fiscaliteit in lijn met de sociale en ecologische transitie en garandeert dat haar fiscaal beleid ook in de toekomst geen negatief effect heeft op ontwikkelingslanden. Ze zet zich in voor een ambitieuze financiële transactietaks in een versterkte samenwerking met andere EU-landen.
5. Handelsbeleid in functie van duurzame ontwikkeling
De regering zet mensenrechten, arbeids- en milieuconventies centraal in alle handels- en investeringsakkoorden, waaronder het EU-Mercosur akkoord en Belgische-Luxemburgse (BLEU) bilaterale investeringsakkoorden. Ze zal akkoorden alleen goedkeuren als ze op dat vlak sterke en afdwingbare bepalingen bevatten met inbegrip van sanctiemechanismen. De regering zal het parlement en het maatschappelijk middenveld informeren en consulteren over voorstellen van de Europese Commissie op vlak van handelsbeleid nog voor de opening van onderhandelingen.
6. Kwijtschelding van schulden
De regering scheldt alle uitstaande bilaterale schuld aan België die illegaal, ondraaglijk, ongeoorloofd of onhoudbaar is, onvoorwaardelijk kwijt. Ze laat een transparante audit voeren om deze te identificeren. In het licht van de corona-crisis annuleert ze voor 2020 en 2021 bilaterale schuldvorderingen tegenover landen in het Zuiden en pleit ze op internationale fora voor een moratorium, gevolgd door een kwijtschelding van alle multilaterale en bilaterale schulden van de landen in het Zuiden voor 2020 en 2021.
7. Bindende regelgeving over bedrijven en mensenrechten
De regering bevordert het respect voor mensenrechten door bedrijven in de internationale productieketens. Ze neemt zelf wetgevend initiatief ter bevordering van het respect van mensenrechten door Belgische bedrijven in de internationale productieketens, en voert daarbij een zorgplicht voor bedrijven in. Ze draagt ook actief bij aan de onderhandelingen in de VN voor een Bindend Verdrag over Bedrijven en mensenrechten, waarbij ze waakt over de invoering van zorgplicht en de toegang tot effectieve juridische en andere rechtsmiddelen voor slachtoffers en rechthebbenden.
8. Drastische vermindering van de uitstoot van broeikasgassen
België zal een eerlijke bijdrage leveren om de klimaatopwarming te beperken tot maximaal 1,5°C. De regering steunt het voorstel voor ambitieuzere Europese klimaatdoelstellingen voor 2030, met een uitstootreductie van minstens 55% tegenover 1990 en koolstofneutraliteit ten laatste in 2050. België sluit zich zo aan bij de kopgroep van Europese landen die de Europese Green Deal steunen. De federale regering zal haar aandeel in het Nationaal Energie- en Klimaatplan aanpassen om het in lijn te brengen met de vernieuwde Europese ambities. Daarbij zal de federale regering niet langer beroep doen op valse oplossingen zoals biobrandstoffen op basis van landbouwgewassen.
9. Billijke bijdrage voor de internationale klimaatfinanciering
De regering engageert zich vanaf 2021 tot een stijgende bijdrage aan de internationale klimaatfinanciering. Rekening houdend met de verantwoordelijkheid en de capaciteit van ons land, moet die ten laatste in 2023 jaarlijks 500 miljoen euro bereiken voor heel België. Een doelstelling die zo snel mogelijk verdeeld wordt tussen de federale regering en de regio’s. De financiering zal niet wegen op het ontwikkelingsbudget. De focus van de financiering ligt op de noden van de meest kwetsbaren en dus op aanpassing van de meest kwetsbare landen.
10. Veilige migratieroutes
De regering zet in op de drie internationaal erkende duurzame oplossingen voor mensen op de vlucht. Ze maakt het hervestigingsprogramma structureel met een meerjarenprogramma met duidelijke quota. België zorgt ook voor een meer kwaliteitsvolle opvang en bescherming van vluchtelingen in de regio van conflictgebieden en neemt daartoe financiële verantwoordelijkheid. Ook voor andere migranten, zoals studenten en economische migranten voorziet België in samenspraak met zijn regio’s legale toegangswegen. De wetgeving inzake gezinshereniging wordt niet verstrengd.
11. Buitenlands beleid met democratie, mensenrechten en gendergelijkheid als prioriteit
Het Belgische buitenlandbeleid heeft bijzondere aandacht voor het vrijwaren van de ruimte voor het middenveld en de bescherming van mensenrechtenverdedigers, ook binnen Europa. De situatie in het Midden-Oosten is een centrale bekommernis in het buitenlandbeleid. België eist op consequente wijze respect voor de naleving van het internationaal recht. Bijzondere aandacht gaat naar de ontwikkeling van een lijst van effectieve tegenmaatregelen tegen elke annexatie van bezet Palestijns gebied, de uitbouw en strikte implementatie van een differentiatiebeleid tegenover Israëlische nederzettingen en de actieve ondersteuning van de drie internationaal erkende duurzame oplossingen voor de Syrische vluchtelingencrisis. Ook Centraal-Afrika (Burundi, de Democratische Republiek Congo en Rwanda) blijft een prioritaire regio van het Belgische buitenlandbeleid.