3 redenen waarom de coronacrisis een sterke openbare gezondheidszorg vereist
10 Apr 2020
7 minuten
Het coronavirus houdt de wereld in een greep. Ziekenhuizen worden overrompeld en er is een groot gebrek aan medisch materiaal. Overal op de planeet halen dokters, verpleegkundigen en ander zorgpersoneel het onderste uit de kan om patiënten te verzorgen en het virus te bestrijden.
Als rijke landen zoals Spanje, Italië en België al in moeilijkheden geraken, moeten we ons hart vasthouden voor de verspreiding van het virus in armere delen van de wereld. Een militaire bezetting of het gebrek aan toegang tot proper water en degelijke woningen maken van de strijd tegen het virus een serieuze beproeving.
Bovendien is de gezondheidszorg in veel landen enorm zwak. Onder druk van de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds bespaarden ontwikkelingslanden de laatste decennia drastisch in de zorg. Zo belandde het zorgstelsel vaak deels in private handen en staat het momenteel in veel landen op instorten.
Dr. Tedros Adhanom Ghebreyesus, de topman van de Wereldgezondheidsorganisatie, gaf lidstaten op 3 april drie raadgevingen om de coronacrisis te overwinnen. Ten eerste moesten ze investeren in de volksgezondheid en niet alleen in medische interventies. Daarnaast moeten alle lidstaten de grondvesten van hun gezondheidssysteem versterken met een correct en waardig loon voor medisch personeel en financiering van medische faciliteiten en materiaal. Ten slotte moeten alle financiële drempels voor kwetsbare groepen verdwijnen.
Een goed verstaander herkent hierin een nauwelijks verholen pleidooi voor een sterke openbare gezondheidszorg. Dat is dan ook een voorwaarde om het coronavirus te overwinnen. Here’s why.
1. Openbare gezondheidszorg is er voor iedereen
In landen waar bedrijven de gezondheidszorg voorzien is dat niet het geval. Privéspelers zijn meestal uit op winst en geven voorrang aan patiënten met de meeste middelen. Zo ontstaat een systeem op twee snelheden. Eentje met ontzettend gespecialiseerde diensten voor wie de nodige zorg wél kan betalen en eentje waarin, door een gebrek aan middelen, nog niet eens de meest elementaire zorgen kunnen worden aangeboden. Zo’n systeem, waarin de kostprijs van een behandeling of een medicijn bepaalt of mensen zich laten verzorgen, staat een krachtige aanpak van het coronavirus in de weg.
In de Verenigde Staten zijn bijvoorbeeld bijna 30 miljoen Amerikanen niet verzekerd tegen ziekte. Blijven ze ziek thuis van het werk? Dan verliezen ze hun loon. Moeten ze getest of behandeld worden? Dan moeten ze zelf voor de kosten opdraaien. Veel kwetsbare Amerikanen worden dus gedwongen om te kiezen tussen geld besparen en verzorgd worden, niet alleen in de huidige situatie maar op elk moment van het jaar. En zo lopen de Verenigde Staten het risico dat het virus zich steeds verder verspreidt.
Gezondheidszorg in publieke handen is gericht op heel de bevolking. Niet alleen op mensen met geld. Ze zorgt dus voor de bescherming en de gezondheid van de hele bevolking. Of je nu arm of rijk bent, man of vrouw, zwart of wit. Het maakt niet uit. In principe heeft iedereen toegang tot medische zorg, geneesmiddelen en vaccins.
Voor een epidemie zoals die van het coronavirus is dat nu net essentieel. De bescherming is maar zo goed als de zwakste schakel. En we zijn pas goed beschermd als zo goed als iedereen beschermd is. Vandaar dus dat het zo essentieel is dat iedereen toegang heeft tot zorg.
2. Openbare gezondheidszorg zet in op preventie
Een van de belangrijkste lessen voor het indammen van het virus komt volgens de Wereldgezondheidsorganisatie uit China en andere landen in Oost-Azië. Daar wordt volop ingezet op preventie. De laatste contacten van besmette personen worden minutieus in kaart gebracht, opgespoord en in afzondering geplaatst bij een positieve test. Zo wordt de druk op de ziekenhuizen verlaagd en belandt het werk niet allemaal op de schouders van dokters en verpleegkundigen.
Om de verspreiding van het virus te stoppen, is dus meer nodig dan bekwaam medisch personeel en degelijke apparatuur. Er is actie nodig om te voorkomen dat mensen ziek worden. En daar hecht een sterke openbare gezondheidszorg ook belang aan. Ze pakt gezondheidsproblemen aan bij de bron en zet sterk in op preventie en zorgverlening in brede zin. Behalve als, zoals in België, geen goede preventieve structuren zijn opgezet. Daar wordt het virus vooral in de ziekenhuizen bestreden.
Nu het virus ook voet aan grond begint te krijgen in Palestina, Congo en de Filipijnen, schieten onze partners in actie. In Congo, bij Étoile Du Sud, doen ze er alles aan om een grote uitbraak te voorkomen. Door hun ervaring die ze hebben opgedaan in de strijd tegen Ebola weten ze zich te organiseren. Ze mobiliseren gezondheidsactivisten, bereiden lokale antennes voor via sociale media en ontwikkelen duidelijke preventieboodschappen. Daarmee gaan ze van deur tot deur om de bevolking bewust te maken en hen te informeren over de cruciale maatregelen.
In Palestina zorgt de bezetting door het Israëlische leger voor extra moeilijkheden. Een grote uitbraak in Gaza, dat volledig is afgesloten van de buitenwereld, zou een ramp betekenen voor de bevolking. Door de Israëlische blokkade en invasies zijn er niet genoeg bedden op intensieve zorg, niet voldoende beademingstoestellen, niet voldoende medicijnen en is er niet voldoende personeel opgeleid om deze crisis te lijf te gaan. Daarom doen ze er nu alles aan om het aantal besmettingen zo laag mogelijk te houden.
Uit vrees dat ziekenhuizen en gezondheidscentra een grote uitbraak van het virus niet zullen aankunnen, focussen onze partners nu dus ook op het indammen van het virus met preventiemaatregelen. Daar dwingt de huidige situatie hen toe. Natuurlijk blijven ze zoals altijd strijden voor een sterke publieke gezondheidszorg en betere leefomstandigheden voor de bevolking. Zo dwingen ze de overheid haar verantwoordelijkheid te nemen en keuzes te maken die voorkomen dat de mensen ziek worden.
3. Openbare gezondheidszorg zorgt voor een verstandige inzet van middelen
Op 11 maart had dokter Tedros, het hoofd van de Wereldgezondheidsorganisatie, de volgende boodschap voor regeringen: “Landen kunnen de koers van deze pandemie nog veranderen als ze detecteren, testen, behandelen, isoleren, traceren en de bevolking mobiliseren in hun aanpak”. Zolang er geen vaccin bestaat, kan de strijd tegen corona dus alleen maar gewonnen worden met een brede aanpak op verschillende sporen en die gaan veel breder dan enkel het medische.
Om de coördinatie te vergemakkelijken hebben we openbare gezondheidszorg nodig. Dat maakt de samenwerking sterker, doeltreffender en vlotter. Wanneer we ziekenhuizen en zorgpersoneel op dezelfde manier voorbereiden op een besmettingsgolf, kunnen we veel beter reageren. Ook kunnen we materiaal, geneesmiddelen en hygiënische producten snel uitwisselen. Zijn er in jouw omgeving weinig besmettingen? Dan kunnen de ziekenhuizen met weinig zieken vlot materiaal opsturen naar plekken waar de nood hoger is.
Bovendien staat een sterke openbare gezondheidszorg dichter bij de mensen. Die directe band met de burger is erg belangrijk. Zeker in een gezondheidscrisis zoals vandaag. Levensbelangrijke informatie moet snel tot bij de mensen geraken. En een goede opvolging door artsen in lokale gezondheidszorgcentra zorgt er voor dat zieken snel kunnen worden gedetecteerd, verzorgd en opgevangen. Cuba is een voorbeeldland op dat vlak. Ondanks de wurgende Amerikaanse blokkade, hebben ze een van de beste gezondheidssystemen in de wereld. Terwijl de Verenigde Staten acht keer rijker zijn dan Cuba, is het kindersterftecijfer in Cuba bijvoorbeeld lager dan dat van de Verenigde Staten. Het aantal gevallen van corona blijft er begin april nog erg laag.
Landen waar privéspelers de zorg beheren, slagen er daarentegen niet in om op een goede manier te reageren op de crisis. De gezondheidszorg is er als een lappendeken van honderden kleine systeempjes met eigen voorwaarden, regels en kenmerken. Zo wordt samenwerken bijna onmogelijk. Sommige landen grijpen daarom naar de harde middelen en baseren hun aanpak in grote mate op het isolement van de bevolking. Eén van onze partners in de Filipijnen, Gabriela, waarschuwt bijvoorbeeld voor de rampzalige maatregelen van president Duterte. Hij riep de noodtoestand uit voor 6 maanden en stuurde het leger en de politie de straat op om de quarantaine van de bevolking te controleren. De overheidsmaatregelen zijn een ramp voor miljoenen arme gezinnen die zonder inkomen vallen en zich niet kunnen beschermen tegen het virus door een gebrek aan toegang tot water en degelijke huisvesting.
Daarom is het absoluut noodzakelijk dat we ook vandaag onze partners in Congo, Palestina en de Filipijnen blijven ondersteunen. Meer dan ooit is er nood aan internationale solidariteit en moeten we de strijd voor een sterke publieke gezondheidszorg verder zetten. Overal.