Image
Overwinning zorgplichtwet

Spannende stemming in het Europees Parlement

Op donderdag 1 juni stemde het Europese Parlement over het voorstel voor een Europese Zorgplichtwet. Het was spannend en inspannend, maar het resultaat is beter dan het voorstel van de Europese Commissie of het standpunt van de EU lidstaten.

Zo houdt het parlement een verdere afzwakking van de Europese zorgplichtwet tegen.  Toch zal het nog enkele jaren duren vooraleer amper 2% van de Europese bedrijven er wettelijk moeten voor zorgen dat er geen mensenrechten worden geschonden in hun aanvoerketens.

Onder vuur vanaf het prille begin

Onderhandelingen voor een internationaal bindend verdrag over bedrijven en mensenrechten zijn al aan de gang in de Verenigde Naties sinds 2014.  Ondertussen hebben EU lidstaten zoals Duitsland, Nederland en Frankrijk zelf uiteenlopende zorgplichtwetten  aangenomen.  Dat heeft de Europese Commissie er in 2021 toe aangezet om een Europese zorgplichtwet uit te werken voor de hele Europese Unie.

Nog voor haar voorstel officieel werd neergelegd nam het bedrijfsleven het al op de korrel en nam de Commissie gas terug.  In haar officiële standpunt zwakte de Raad, vertegenwoordiger van de EU lidstaten, het voorstel verder af. Het was uitkijken naar wat het Europese Parlement zou doen.

De lange weg doorheen het Europese Parlement

Maar liefst 8 commissies van het Europese Parlement namen het voorstel onder de loep. Zoals verwacht leidde dit tot zeer uiteenlopende resultaten. Daarom kreeg de Commissie Justitie de opdracht om tot een synthese te komen. Dat voorstel stond op 1 juni op de agenda van de plenaire vergadering, samen met opnieuw maar liefst 429 amendementen!

NGO’s en vakbonden bestookten ondertussen alle Europese parlementsleden met hun analyses, voorstellen en stemadviezen in de hoop een verdere afzwakking van het voorstel te verhinderen.
Europese netwerken zoals ECCJ en CIDSE , maar ook de Belgische “Werkgroep Corporate Accountability” die leden van 11.11.11, CNCD-11.11.11 en andere ngo’s verenigt, draaide op volle toeren!
Uiteindelijk bleef de plenaire stemming spannend tot op het laatste moment. Zouden de partijen die hun amendementen zagen weggestemd nog wel het eindresultaat steunen?
Het werden uiteindelijk 366 stemmen vóór, 225 stemmen tegen en 38 onthoudingen! Gevolgd door daverend applaus, gejuich en opluchting: de afzwakking is gestopt, en de Europese zorgplichtwet gaat door!

Een gemengd resultaat

Grosso modo ziet de Europese zorgplicht wet er na de doortocht door het Europese Parlement zo uit:
Het voorstel heeft enkel betrekking bedrijven met omzet van meer dan 40 miljoen € en meer dan 250 werknemers. Dat komt neer op 65.000 bedrijven of slechts 2% van het totaal. Die bedrijven moeten dus nagaan of er zich in hun aanvoerketens misbruiken zoals kinderarbeid, slavernij, arbeidsuitbuiting, vervuiling, aantasting van het milieu en klimaat en verlies aan biodiversiteit voorkomen en voorzorgen nemen omdat te voorkomen. Daarbij moeten ze in overleg treden met belanghebbenden en gemeenschappen.

Bij overtreding kunnen de bedrijven zich blootstellen aan boetes van minstens 5% van hun netto wereldwijde omzet. Bedrijfsvoerder kunnen persoonlijk aansprakelijk gesteld worden en financiële sancties krijgen. De verjaringstermijn voor zaken van misbruik van bedrijven is verlengd. Maar moederbedrijven zijn niet verantwoordelijk voor hun dochterondernemingen en wat er “stroomafwaarts” gebeurt met de producten die bedrijven in de markt zetten valt niet onder hun zorgplicht, ook niet als het over chemicaliën of wapens gaat… Ook de financiële sector is maar beperkt verantwoordelijk, bijvoorbeeld niet voor wat de bedrijven doen waar ze aandelen in hebben.

Bovendien zal de Europese zorgplichtwet pas na zeven jaar volledig van toepassing zijn (in een eerste fase enkel op de allergrootste bedrijven). Slachtoffers van schendingen en milieuschade zullen de mogelijkheid hebben om klacht neer te leggen, maar ze moeten zelf bewijzen aanbrengen dat bedrijven in gebreke gebleven zijn.
De Europese zorgplichtwet is in feite een “Richtlijn”, dat wil zeggen dat de lidstaten ze moeten omzetten in nationale wetgeving. De Richtlijn geldt daarbij als een minimum. De lidstaten mogen wél meer doen. Hopelijk slaagt het Belgische middenveld er in om de federale regering en het federale parlement te overtuigen om dat ook daadwerkelijk te doen en daarbij uit te gaan van het wetsvoorstel dat al sinds 2021 in de Kamer ligt.
Maar eerst nog afwachten wat de uitkomst van de trialoog zal zijn. Zal het Europese Parlement stand houden of toch nog grond moeten prijs geven?