Het handelsakkoord tussen de EU en Indonesië: niet tegen elke prijs
Op 13 juli 2025 hebben de EU-president Von der Leyen en de Indonesische president Prabowo Subianto een politiek akkoord gesloten over een handelsakkoord, officieel een Comprehensive Economic Partnership Agreement (CEPA). 11.11.11 luidt de alarmklok: de overeenkomst houdt tal van risico's in voor de mensenrechten, sociale rechten en milieurechten.
Hoewel de Europese Commissie ons geen inzage geeft in de recente documenten is het, op basis van de documenten uit 2021 en voorbereidende gesprekken met onder andere de Commissie, duidelijk dat dit akkoord geen stap vooruit is op het vlak van duurzaamheid. Samen met andere Belgische ngo's en vakbonden eisen we dat het hoofdstuk “handel en duurzame ontwikkeling” van de overeenkomst bindend wordt en voorzien is van sancties, om de naleving van de rechten van werknemers, milieunormen en de rechten van inheemse volkeren te waarborgen. We eisen ook dat de ondertekening van het akkoord afhankelijk wordt gesteld van de verbetering van de Indonesische wetgeving, met name op het gebied van het arbeidsrecht, dat door de Indonesische Omnibuswet sterk is uitgehold.
11.11.11 vraagt de EU ook om het recht van Indonesië te respecteren om zijn lokale sectoren te beschermen, met name voor kritieke grondstoffen zoals nikkel, en om elk mechanisme voor de bescherming van private investeringen dat de nationale rechtspraak omzeilt (ISDS/ICS), uit te sluiten. Het pleit voor sterke garanties op het gebied van voedselsoevereiniteit en de bescherming van kleine boeren.
Ten slotte moeten de onderhandelingen transparanter worden: het is onaanvaardbaar dat het maatschappelijk middenveld, zowel in Indonesië als in Europa, wordt buitengesloten van discussies die zo bepalend zijn voor de toekomst van de volkeren en de planeet.
Lees hier het volledige standpunt van het Platform.