Buitenlands beleid
Palestina en Israël
De situatie in Palestina en Israël eist, weinig verwonderlijk, een prominente plaats op in verschillende partijprogramma’s. Vooruit, Groen, CD&V en PVDA hebben daarbij de meest uitgesproken standpunten. Alle vier deze partijen willen een verbod op de handel met nederzettingen in bezette gebieden en individuele en economische sancties. Groen, PVDA en Vooruit roepen daarnaast ook expliciet op tot de opschorting van het Associatieakkoord tussen de EU en Israël (een maatregel waarvoor CD&V de deur op een kier zet), willen een wapenembargo en bestempelen de situatie in Palestina expliciet als apartheid en annexatie. PVDA pleit verder voor een volledige economische boycot van Israël, de stopzetting van economische missies naar Israël en het sanctioneren van Belgische bedrijven die medeplichtig zijn aan de Israëlische bezetting. De partij beschuldigt de uittredende regering van een “gebrek aan actie” die “ons land medeplichtig maakt” aan de oorlog in Gaza, maar maakt daarbij abstractie van de verschillende concrete maatregelen die de federale regering de afgelopen maanden nam betreffende de oorlog in Gaza en de Westelijke Jordaanoever. Zowel Vlaams Belang, Open Vld als N-VA, tot slot, reppen in hun programma met geen woord over de oorlog in Palestina.
Weinig aandacht voor de Regio van de Grote Meren
Over de gehele lijn gaat er onvoldoende aandacht naar onze ex-kolonies en prioritaire partnerlanden, de Democratische Republiek Congo, Rwanda en Burundi. De laatste jaren is conflict in Congo, meer bepaald Oost-Congo en Kwamouth, opgeflakkerd. Op twee jaar tijd zijn meer dan 1,3 miljoen mensen gedwongen gevlucht. De grondoorzaken van het conflict mede gelinkt aan de mineralenhandel, de moeizaam lopende regionale vredesonderhandelingen, de humanitaire crisis en de falende VN vredesmissie komen mondjesmaat aan bod. Meerdere partijen laten de regio links liggen. Open VLD maakt geen vermelding van het gehele Afrikaanse continent, laat staan de Grote Meren regio. De vele bezoeken en statements van premier De Croo aan en over de regio hebben niet hun weg naar de blauwe toekomstvisie gevonden. Ook bij Vooruit geen vermelding van de regio, ondanks de vele inspanningen van minister van ontwikkelingssamenwerking Gennez de afgelopen jaren. Wel wil Vooruit deelname van vrouwen aan vredesonderhandelingen en vredesopbouw blijven bevorderen, wat ook een belangrijk 11 standpunt is voor vredesopbouw in Oost-Congo en bij de transitie MONUSCO. CD&V benoemt als een van de weinigen het conflict in Oost-Congo als prioriteit in de regio, maar is verder beperkt in voorstel van strategie. Het blijft oppassen geblazen als deze aandacht voor de regionale instabiliteit kadert binnen hun breder “Afrikabeleid” met een sterke focus op de eigen economische belangen. PVDA raakt veel essentiële thema’s aan die de regionale instabiliteit aanbelangen. Ze benadrukken de medeplichtigheid van de EU en België in het conflict in Oost-Congo door militaire samenwerking met Rwanda te problematiseren alsook de green deal strategie. Inzake MONUSCO gaan ze veel verder dan 11.11.11 . Zo pleiten ze voor de volledige demilitarisering op het gehele Afrikaanse continent, daar waar 11.11.11 pleit voor inclusieve transitie met de nodige veiligheidsanalyses om een machtsvacuüm en verhoogde onveiligheid te vermijden. Groen leunt dicht aan bij de 11.11.11 standpunten met een grondige analyse over de regionale instabiliteit en de verantwoordelijkheid van België en VN in de regio. Ze onderstrepen bovendien het belang van inclusieve vredesonderhandelingen en het in rekening nemen van lokale dynamieken in het beleid.
Strijd tegen straffeloosheid
In verschillende partijprogramma’s valt de aandacht voor de strijd tegen straffeloosheid op, een speerpunt van 11.11.11. CD&V, Vooruit en Groen beloven politieke en financiële steun aan het werk van het Internationaal Strafhof. Vooruit en Groen gaan nog een stap verder en pleiten voor een proactieve inzet van Europese en/of Belgische sanctieregimes tegen individuen die op grote schaal het internationaal recht schenden. Vlaams Belang, Open Vld en N-VA reppen in hun programma daarentegen met geen woord over de strijd tegen straffeloosheid. PVDA ijvert dan weer voor een berechting van de Israëlische Premier Netanyahu en Israël, maar spreekt zich niet expliciet uit wat betreft meer algemene steun aan het werk van het Internationaal Strafhof, dat momenteel onderzoek voert naar misdaden in zestien verschillende landencontexten.
Syrië is de grote afwezige
Grote afwezige in alle partijprogramma’s is de situatie in Syrië en de buurlanden. Op een moment dat er sprake is van de grootste geweldsescalatie in Syrië sinds 2020, grootschalige gedwongen deportaties van Syrische vluchtelingen uit de buurlanden en een recordniveau aan irreguliere migratie van Syriërs naar Europa, blijven alle Vlaamse partijen stil over de situatie in Libanon en Turkije. Bij Groen en Vooruit wordt wel expliciet gepleit voor een (algemenere) “bescherming in de regio” van vluchtelingen, een ander speerpunt van 11.11.11 (zie analyse partijprogramma’s migratie). Vooruit scoort op dit vlak het beste, met een gedetailleerd en ambitieus plan voor een kwaliteitsvolle bescherming van vluchtelingen in de regio van conflictgebieden.
Defensie
Op het vlak van defensie valt verder op dat zowel Groen, Vooruit als PVDA expliciet pleiten voor een Belgische toetreding tot het bestaande VN-Kernwapenverbodsverdrag. Vooruit en Groen willen ook dat België een voortrekkersrol opneemt in de totstandkoming van een internationaal verbodsverdrag op volledig autonome wapensystemen, de zogenaamde “killer robots”. PVDA vermeldt daarnaast ook expliciet de verwijdering van de Amerikaanse kernwapens uit de luchtmachtbasis van Kleine Brogel.