Image
Batterijen

Column - De batterij is het probleem niet

Opinie

We gebruiken ze allemaal: batterijen. In onze smartphone of computer, en steeds vaker in onze elektrische fiets, step of auto. De batterij verhit de gemoederen al eens. Wanneer je de sociale en ecologische problemen gelinkt aan de ontginning van batterijgrondstoffen zoals kobalt en lithium aankaart, word je snel weggezet als iemand die tégen de energietransitie zou zijn. Dat klopt natuurlijk niet: de ontginning van fossiele brandstoffen is minstens zo problematisch en ook de klimaatcrisis zelf leidt tot schendingen van mensenrechten en de destructie van ecologische systemen.

Een drastische omslag naar een koolstofarme samenleving is onmiskenbaar nodig, maar we kunnen bij de uitvoering ervan best leren uit de fouten van het verleden. De realiteit is dan ook genuanceerd: elektrificatie – en dus het gebruik van batterijen – is een deel van de oplossing, maar kan niet probleemloos verlopen zonder ingrijpende maatschappelijke veranderingen. De huidige cocktail van overconsumptie en een gebrek aan regelgeving voor multinationals leidt tot wantoestanden van Congo tot Chili. Niet de batterij is het probleem, maar de economische context die tot die wantoestanden leidt.

GEEN ‘LOSKOPPELING’ OP GLOBALE SCHAAL

Eind 2019 stelde de Europese Commissie met veel trots haar Europese Green Deal voor. Met deze strategie wil ze ‘de Europese economie duurzaam maken en de klimaat- en ecologische uitdagingen omzetten in kansen’. Ze wil ook de Europese klimaatambitie voor 2030 verhogen. Dat vroegen experts en middenveld al jaren op basis van de wetenschap over het beperken van de opwarming tot maximaal 1,5 °C. De nieuw aangekondigde uitstootvermindering van 55% tegen 2030 is in het licht van die wetenschappelijke inzichten zelfs nog een minimum. De vraag is nu hoe Europa dit wil waarmaken. Het belang van de Green Deal mag niet worden onderschat, maar dat ze wordt voorgesteld als een ‘groeistrategie’ is problematisch met het oog op een globale transitie. Willen we tegelijk de ecologische crisis aanpakken én de wereldwijde ongelijkheid verminderen, dan is oneindige groei op het Europese continent onmogelijk.

Het probleem is dat wat Europa een ‘loskoppeling van economische groei en het gebruik van hulpbronnen’ noemt, niet bestaat wanneer je het op globale schaal bekijkt. Vervuilende en energie-intensieve industrieën zoals kleding- en elektronicafabrieken verhuisden massaal naar andere delen van de wereld maar de Europese (over)consumptie van kleren en smartphones is niet gestopt. De vervuiling vindt nog plaats, we zien ze gewoon niet en ze komt niet meer op het Europese conto. Ook de grondstoffen voor deze goederen komen van elders en veroorzaken daar problemen. Dat toont niet alleen dat die loskoppeling in de praktijk niet kan maar wijst ook op een voorzetting van de exploitatielogica waarop de Europese welvaart in eerste instantie is gebouwd. Net daarom waarschuwen milieu- en mensenrechtenorganisaties steeds vaker voor de mogelijke gevaren van een ondoordachte energietransitie.

Door te kiezen voor een koolstofneutraal Europa op basis van een groeiscenario, dreigt de ontginning van grondstoffen exponentieel toe te nemen. Het gaat niet alleen om batterijen, want ook zonnepanelen, windmolens en auto’s zelf vragen een brede waaier aan mineralen. Zelfs een ‘100% circulaire economie’ waarbij de keten gesloten wordt, kan dat probleem niet oplossen: ze is onmogelijk wanneer het totaalplaatje groeit en dus jaar na jaar meer grondstoffen nodig zijn. De grondstoffenkwestie staat op de Europese radar maar leidt helaas niet tot de conclusie dat net die groei het probleem is. De nieuwe grondstoffenstrategie van de EU wil vooral meer inzetten op Europese mijnbouw en vrijhandelsverdragen met productielanden ‘om onbeperkte toegang te verzekeren’. Dit zijn oplossingen van het verleden.

EERLIJK ONTGINNEN IS VOORAL MINDER ONTGINNEN

Maar er zijn ook positieve signalen. Zo wil de Europese Commissie een hervorming van de batterijwetgeving, die momenteel niet op maat is van de energietransitie. Het voorstel van de Europese Commissie omvat maatregelen over de volledige levenscyclus van batterijen, van de ontginning van de grondstoffen, tot ontwerp, productie, hergebruik en recyclage. De Commissie wil de Europese batterijketen niet alleen circulair maar ook eerlijk en duurzaam maken. Dat is essentieel, want laten we duidelijk zijn: die wantoestanden in Congo en Chili zijn momenteel dus wél een probleem. Het voorstel zal in 2021 het wetgevend proces van de EU doorlopen. De uitkomst van dat proces zal bepalend zijn voor hoe de batterij op de Europese markt voortaan wordt geproduceerd, en dus voor een eerlijke klimaattransitie op mondiaal niveau.

Bovendien zet de Commissie dit jaar ook een meer algemene verordening rond zorgplicht voor bedrijven op de agenda. Een dergelijke algemene regelgeving zou, bij een degelijke uitwerking, een globale impact kunnen hebben op vlak van onder meer arbeidsrechten en zorg voor het leefmilieu. Als dit initiatief er effectief voor kan zorgen dat Europese bedrijven hun waardenketens opkuisen maar ook vergoeding en herstel voorzien in het geval er toch slachtoffers of schade blijken te zijn, bijvoorbeeld door milieuvervuiling, dan zijn we alvast een stap dichter bij een duurzaam economisch model voor de toekomst.  

Met beide voorstellen komen respect voor mens en milieu centraler te staan in de Europese economie. Dat is een belangrijke trendbreuk. Maar Europa zal keuzes moeten maken, wil ze dit én de klimaattransitie effectief realiseren. Eerlijke en ecologische ontginning van grondstoffen betekent ook (en vooral) minder ontginning. Elektrificatie kan dan ook alleen lukken door expliciet af te stappen van het groeidenken en de Europese overconsumptie bij te sturen. De batterij is vooral een probleem wanneer iedereen een Tesla voor de deur wil.

 

- Dit is een opiniestuk van Lien Vandamme. Geschreven in eigen naam, voor SamPol. Het origineel kun je hier terugvinden.
Lees ook: 'Principes voor eerlijke en duurzame batterijen'.