Internationaal Gerechtshof bevestigt voor het eerst: klimaatbeleid is geen keuze meer, maar een juridische plicht
Voor het eerst bevestigt het Internationaal Gerechtshof: staten zijn wettelijk verplicht om de klimaatcrisis aan te pakken. In een langverwachte advies van 23 juli maakt het Hof komaf met de vrijblijvendheid die klimaatbeleid decennialang heeft getekend. Wie faalt om uitstoot te beperken of solidariteit te bieden aan kwetsbare landen, kan daar internationaal op worden aangesproken. 11.11.11 reageert tevreden en vraagt dat ons land een voortrekkersrol neemt.
Voor het eerst in de geschiedenis buigt het Internationaal Gerechtshof zich over de juridische gevolgen van de klimaatcrisis. Vanuatu, een kleine eilandstaat in de Stille Oceaan, stond mee aan de wieg van deze historische zaak. In 2018 brachten een groep rechtenstudenten hun idee naar de president. Wat begon als een burgerinitiatief, groeide uit tot een breed gedragen diplomatiek offensief, gesteund door andere klimaatkwetsbare landen én het mondiale middenveld. Dankzij jarenlange druk keurde de VN-Generale Vergadering in 2023 unaniem het verzoek tot een advies goed. Het is een krachtig bewijs dat kleine landen wél het verschil kunnen maken. Of zoals Vanuatu’s klimaatminister Ralph Regenvanu het zegt: “Kleine landen hebben samenwerking nodig, want alleen kunnen we het niet opnemen tegen de grootmachten.”
Het Hof onderzocht twee vragen:
- Wat zijn de verplichtingen van staten onder het internationaal recht om het milieu te beschermen?
- Wat zijn de juridische gevolgen voor staten wanneer zij die schade toebrengen?
Het verdict was glashelder. Dit advies is een mijlpaal. Staten zijn niet alleen moreel, maar ook juridisch verplicht om de klimaatcrisis aan te pakken. Mooie beloftes volstaan niet meer - wie faalt, kan juridisch ter verantwoording worden geroepen. Dat is belangrijk én hoopgevend voor landen en gemeenschappen die de zwaarste gevolgen dragen, maar het minst verantwoordelijk zijn voor de crisis.
Belangrijkste conclusies uit de baanbrekende uitspraak:
- Klimaatschade is in strijd met internationaal recht: Landen zijn volgens internationaal recht verplicht om het klimaat en het milieu te beschermen tegen schadelijke uitstoot, nu én voor toekomstige generaties. Als een land door actie of nalatigheid ernstige schade veroorzaakt, kan het juridisch aansprakelijk worden gesteld.
- Verplichtingen gaan verder dan klimaatakkoorden: Landen zijn niet alleen gebonden aan klimaatverdragen zoals het Parijsakkoord. Ook mensenrechten, zeerecht en gewoonterecht verplichten hen om klimaatschade te voorkomen, ook buiten hun eigen grenzen. Zelfs als een land uit een klimaatakkoord stapt (zoals de VS), blijft het verantwoordelijk voor zijn uitstoot.
- Een gezonde leefomgeving is een mensenrecht: Het Hof bevestigt dat een schone, gezonde en duurzame leefomgeving essentieel is voor het genieten van mensenrechten. Klimaatbescherming is dus ook een mensenrechtenverplichting.
- Het 1,5°C-doel is juridisch bindend: Het beperken van de opwarming tot 1,5 graden Celsius is geen vrijblijvende ambitie, maar een afdwingbare verplichting. Staten moeten ervoor zorgen dat hun nationale klimaatdoelstellingen (NDC’s) de hoogst mogelijke ambitie weerspiegelen, afgestemd op wetenschap, rechtvaardigheid en het internationaal recht.
- Internationale solidariteit is geen vrijgeleide: Het Hof benadrukt dat staten verplicht zijn samen te werken om de klimaatdoelstellingen te bereiken. Rijkere landen moeten landen die het zwaarst door klimaatcrisis worden getroffen ondersteunen met financiële middelen, technologie en samenwerking. Dit is een belangrijk signaal, zeker nu internationale solidariteit onder druk staat in Europa en België.
- Fossiele brandstoffen vormen een juridisch risico: Het Hof stelt onomwonden dat het winnen, gebruiken en subsidiëren van fossiele brandstoffen in strijd kan zijn met internationaal recht. Staten zijn ook verplicht bedrijven binnen hun rechtsgebied te reguleren en te zorgen dat deze geen aanzienlijke klimaatschade veroorzaken. Anders riskeren ze aansprakelijkheid.
- Landen kunnen aansprakelijk worden gesteld: Als landen hun klimaatverplichtingen niet naleven, kunnen ze juridisch verantwoordelijk worden gehouden. Ze kunnen dan verplicht worden om schadelijke activiteiten te stoppen én schade te vergoeden — zoals natuurherstel, heropbouw van infrastructuur of financiële compensatie. Dat is een belangrijke doorbraak, zeker omdat rijke uitstoters – waaronder België - zich lange tijd verzetten tegen afspraken over verlies en schade binnen de VN.
- Stap vooruit voor mensenrechten: Mensen die door klimaatverandering hun woonplaats moeten verlaten, vallen voortaan onder het principe van non-refoulement. Dat verbiedt het terugsturen van mensen naar gevaarlijke of levensbedreigende omstandigheden. Dit principe, meestal toegepast in het vluchtelingenrecht, geldt nu ook voor mensen die vanwege de klimaatcrisis ontheemd raken.
Wat betekent dit nu?
Hoewel het advies van het Internationaal Gerechtshof niet juridisch bindend is, heeft het wel veel gezag. Nationale rechters zullen deze uitspraak gebruiken als een moreel en juridisch kompas. Hierdoor staan burgergroepen wereldwijd sterker in de rechtszaal – van Burundi tot België. Het Hof heeft de lat hoger gelegd, en dat zullen nalatige regeringen en vervuilende bedrijven overal voelen.
Deze uitspraak kan ook de impasse doorbreken bij internationale klimaatonderhandelingen, waar tot nu toe te weinig wordt gedaan aan emissiereductie, klimaatfinanciering en het nakomen van afspraken. Veel landen proberen zich via onderhandelingen aan hun verantwoordelijkheid te onttrekken. Op COP30 in Belém en toekomstige conferenties moeten staten dit advies gebruiken om echte vooruitgang te boeken en hun klimaatbeleid af te stemmen op het internationaal recht en de beste beschikbare wetenschap.
Voor België en andere uitstoters moet dit advies een wake-up call zijn. De klimaatplannen van België zijn niet in lijn met 1,5°C. We moeten sneller onze uitstoot verminderen, meer klimaatfinanciering vrijmaken en mensenrechten centraal zetten in elk besluit. Onder het motto ‘voorkomen is beter dan genezen’ roept 11.11.11 België en de deelregeringen op om dit advies serieus te nemen en hun klimaatbeleid eindelijk te laten overeenkomen met wat het recht, de wetenschap én het Internationaal Gerechtshof eisen.

Kiki Berkers
Beleidsmedewerker Klimaat en Natuurlijke Rijkdommen