Congolezen op de vlucht na val van Goma

Escalatie in Oost-Congo: Europese incoherentie voedt conflict en humanitaire crisis

Al drie jaar zijn er voortdurende gevechten tussen de door Rwanda gesteunde M23 rebellen en het Congolese leger (FARDC) in de oostelijke en mineraalrijke provincie Noord-Kivu van de Democratische Republiek Congo (DRC). In die tijd heeft de M23 verschillende strategische posities kunnen veroveren. Deze dragen bij aan de smokkel van grondstoffen vanuit de DRC naar Rwanda, in de afgelopen tien jaar meermaals gedocumenteerd door onafhankelijke en internationale VN-waarnemers en opnieuw bevestigd in het VN rapport van januari 2025 1. Recente confrontaties tussen de FARDC en M23 verergeren de bestaande humanitaire crisis. Ondertussen toont de EU twee gezichten, waarbij enerzijds het geweld wordt veroordeeld, en anderzijds akkoorden met Rwanda worden onderhandeld voor militaire en handelsdoeleinden. 11.11.11 vraagt dat de EU een einde maakt aan deze praktijken olie op het vuur zijn voor de regionale spanningen. 

Militaire escalatie in Noord-Kivu

Sinds begin januari is er sprake van een nieuwe militaire escalatie. Ten gevolge van deze geweldadigheden zijn in minder dan een week tijd meer dan 100.000 mensen op de vlucht geslagen. De belangrijkste ontwikkeling is de inname van de stad Masisi, het administratieve centrum van het gelijknamige territorium, door de M23 rebellen in het weekend van 4 en 5 januari. Er speelt ook een economische motivatie aangezien Masisi een belangrijk handelscentrum is en een strategische verbinding vormt tussen de steden Saké en Goma. Hierbij komt opnieuw druk op de bevoorrading van miljoenenstad Goma.

Afgelopen weekend is de FARDC erin geslaagd om enkele posities, waaronder het stadje Ngongo vlakbij Masisi te heroveren, maar Masisi blijft voorlopig in handen van M23. Momenteel controleert de M23 twee van de zes gebieden in de provincie Noord-Kivu.  

 

Wankele vredesdialoog

De nieuwe confrontaties en de inname van Masisi, schenden het staakt-het-vuren en brengen de regionale vredesinspanningen, -het proces van Luanda- onder coördinatie van Angolees president Joao Lourenço, in het gedrang. De bemiddeling van president Lourenço had nochtans op 25 november 2024 geleid tot een hoopgevende doorbraak met een "concept of operations". Dit kader, ondertekend door de respectieve Congolese en Rwandese minister van Buitenlandse Zaken, kan de basis vormen voor militaire deescalatie en stappen richting verzoening. Tot een uiteindelijk akkoord tussen Kinshasa en Kigali kwam het echter niet na een mislukte top tussen de Rwandese president Kagame  en de Congolees president Tshisekedi op 15 december 2024.  

 

Europese medeplichtigheid

Nobelprijswinnaar Dokter Mukwege veroordeelt de diplomatieke impasse en roept op om dringend de grondoorzaken van het conflict aan te pakken, namelijk de exploitatie van en illegale handel in natuurlijke rijkdommen en de cultuur van straffeloosheid2. Op 6 januari deed de EU nog een pleidooi voor een einde van het conflict en van de Rwandese inmenging en zei bereid te zijn om bijkomende individuele sancties te treffen3. Nochtans draagt de EU draagt zelf een verantwoordelijkheid in het aanhoudend conflict.  

Achter gesloten deuren vinden immers onderhandelingen plaats tussen de EU en Rwanda over de handel in natuurlijke rijkdommen. Een diplomatieke zet die, zonder garantie op het stopzetten van de Rwandese steun aan rebellengroep M23 en garantie voor een transparante en eerlijke handelsketen, een medeplichtigheid van de EU in mensenrechtenschendingen kan inhouden4. Ook overweegt de EU een tweede (!) schijf van 20 miljoen euro te geven aan het Rwandese leger voor activiteiten in Mozambique via de Euopean Peace Facility.  

 

Aanbevelingen van 11.11.11

  • De EU moet verantwoording afleggen voor haar incoherent beleid ten aanzien van de Grote Meren regio, die een medeplichtigheid inhoudt in de actuele veiligheids- en humanitaire crisis. De onderhandelingen voor de handel in kritieke mineralen, alsook de militaire ondersteuning van het Rwandese leger moeten stopgezet worden.
  • België moet blijven aandringen op het hervatten van de regionale vredesdialoog van Luanda en Nairobi, en deze actief ondersteunen waar mogelijk.