ERAN-Fonds voor vrouwen
Anne Rasschaert en Eric Janssens richtten samen het ERAN Fonds voor vrouwen op. Daarmee willen zij projecten in voornamelijk India en Pakistan steunen die vrouwen en meisjes de kans bieden om zich vrij en zelfbewust te ontwikkelen.
15 Dec 2020
4 minuten
“We hebben veel in het buitenland gewoond, waaronder in Pakistan en we hebben daar gezien dat vrouwen vaak een tweederangsrol krijgen in de samenleving. Telkens je daar de krant openslaat, lees je over vrouwen die vermoord, neergeslagen of met zuur overgoten zijn. Zulke verhalen hebben ons altijd erg aangegrepen en we wilden daar iets aan proberen te doen. We vonden het economisch gezien ook vreemd dat de helft van de bevolking wordt uitgeschakeld.
Geen naailessen
We hebben geen kinderen en we hadden een beetje spaargeld verzameld. Toen hebben we beslist om een fonds op te richten en alle projecten te gaan steunen die vrouwen trachten een kans te geven om hun volwaardige rol te vervullen zoals dat zou moeten zijn.
“We zoeken echt naar hoe we de mentaliteit kunnen veranderen in de samenleving”
We zoeken projecten die zo dicht mogelijk bij de noden staan en die structurele verandering brengen. We zoeken echt naar hoe we de mentaliteit in de samenleving kunnen veranderen. Daarom zoeken we in eerste instantie projecten die vertrekken vanuit de notie van mensenrechten, niet enkel vrouwenrechten.
Die projecten verdelen we onder in drie hoofdtakken. De eerste projectgroep die we steunen, zijn projecten die draaien rond opvoeding en opleiding. Maar niet zozeer in de klassieke term, we willen niet dat vrouwen bijvoorbeeld leren naaien. Dat gaat niets structureel veranderen, dan worden de rollen juist bevestigd.
Jongens betrekken
We proberen meisjes en vrouwen ten eerste ervan te overtuigen dat zij ook rechten hebben. Rechten op fysieke integriteit, psychische integriteit, dat zij ook recht hebben op opleiding, dat zij niet onder het taboe van menstruatie moeten lijden en buiten moeten slapen bijvoorbeeld. Dat zij recht hebben op een geweldloos leven en dat zij ook een rol te spelen hebben in de samenleving ook op maatschappelijk politiek vlak. We zoeken opleidingen die hen voorbereiden op een duurzamere toekomst. Ze worden bijvoorbeeld opgeleid om te kunnen programmeren en ze leren Engels.
De tweede projectgroep ondersteunt vrouwen en meisjes die slachtoffer zijn geworden van de ongelijkheid en zich in een geweldsituatie bevinden. We ondersteunen hen door hun een veilig onderkomen, juridische bijstand, etc. te bieden.
“Als je alleen de vrouwen ondersteunt, komen zij nog altijd thuis in een situatie die niet veranderd is”
Als je alleen de vrouwen ondersteunt, komen zij nog altijd thuis in een situatie die niet veranderd is. Daarom proberen we met het derde luik de jongens te bereiken. We streven ernaar van jongs af de mentaliteit van jongens op het gebied van vrouwenrechten en respect voor vrouwen te veranderen.
Zulke problemen komen overal voor, daarom ondersteunen we in Vlaanderen het Family Justice Center, een organisatie waar alle diensten die te maken hebben met geweld tegen vrouwen samenkomen om de vrouw met haar kinderen te steunen wanneer zij in een moeilijke situatie zit. Je ziet dat men hier alerter is en dat er ondersteuning is vanuit de overheid. Dat is veel minder het geval op het Indische subcontinent. De overheid is daar meer bezig met het vervullen van basisbehoeften, de prioriteiten liggen anders.
Steentjes verleggen
Voorheen bekeken we vanaf hier wat organisaties deden voordat we ze steunden en dan zetten we de samenwerking wel of niet verder door. We wilden daar ook niet naartoe gaan omdat we niet paternalistisch wilden overkomen. Ik vind het een absurd idee dat de grote blanke even zou komen zeggen dat er problemen zijn. Toch zijn we in oktober naar India geweest om te kijken naar de drie projecten die we daar steunen. Daardoor hebben we veel nuttige informatie gekregen en zijn we erachter gekomen dat de projecten een veel grotere impact hebben dan je vanaf hier zou denken.
We zagen dat de projecten een veel grotere impact hebben dan we dachten.
Een van de meest aangrijpende momenten beleefden we in een dorpsgemeenschap waar jongens en meisjes in een gespreksgroep de problematiek in die gemeenschap bespraken. Een jongen uit die groep wist dat zijn moeder en zus een paar dagen per maand in de stal moesten slapen. Doordat hij had geleerd over de menstruatie van de vrouw wist hij nu waarom. Hij vond dat onterecht en heeft toen tegen zijn vader gezegd dat zij niet meer in de stal moesten slapen en de vader is daarmee akkoord gegaan. Na dat verhaal dachten we, ‘nu zijn we steentjes aan het verleggen’.”
Artikel geschreven door Annelies Tolenaar
Student AP Journalistiek