4de Pijler Cunina onderwijs

Cunina - Onderwijs als sleutel voor een betere toekomst

Cunina streeft ernaar om kinderen wereldwijd toegang de bieden tot kwaliteitsvol onderwijs, met het oog op een betere toekomst. Oprichtster Sophie Vangheel (78) ondersteunt intussen meer dan 18.240 kinderen door individuele peterschappen. “Je kan niet alle kinderen van de wereld helpen, maar je kan wel de wereld van één kind veranderen.”

  • Interview
  • Haïti, Nepal, Filipijnen, Oeganda, Zuid-Afrika, Brazilië, Peru

16 May 2025

6 minuten

Sophie Vangheel zette in 1990 haar eerste stappen als oprichtster van Cunina, nadat ze tien jaar lang ervaring opdeed bij een internationale organisatie voor ontwikkelingssamenwerking. Ze zag hoe cruciaal onderwijs is voor ontwikkeling en besloot haar eigen organisatie te starten, met als missie: zoveel mogelijk kinderen toegang geven tot onderwijs. “Een land kan niet vooruit als kinderen niet naar school gaan”, benadrukt Sophie. Cunina werkt met een systeem van individuele peterschappen, waarbij kinderen van de kleuterklas tot het afstuderen worden ondersteund. Inmiddels heeft Cunina meer dan 18.240 peterschappen en hielp het duizenden kinderen een beroep of diploma behalen.

Naast individuele sponsoring bouwt Cunina wereldwijd scholen en realiseerde het al meer dan 200 projecten. Opvallend is dat de organisatie volledig onafhankelijk werkt, zonder overheidssubsidies. “Vroeger noemde ik mezelf een beroepsbedelaar. Ik moest overal geld zoeken om onze projecten te financieren. Nu heet dat maatschappelijk verantwoord ondernemen.”

“Je kan niet alle kinderen van de wereld helpen, maar je kan wel de wereld van één kind veranderen.”

Sophie Vangheel ,

Godin van de wieg

De naam Cunina werd bedacht door Sophies overleden echtgenoot, die een grote interesse had in Latijn. “Op een dag zei hij dat hij een mooie naam had gevonden: Cunina. Dat betekent ‘Godin van de wieg’.” De betekenis hiervan raakte Sophie diep en sloot perfect aan bij de achterliggende gedachte van de organisatie. “Het is puur toeval dat onze wieg in het rijke Westen staat. De kinderen die wij proberen helpen, hebben die kans niet gekregen, maar verdienen evenveel opportuniteiten, vooral toegang tot degelijk onderwijs.” 

Kinderdroom

Cunina is momenteel actief in zeven partnerlanden: Haïti, Nepal, de Filipijnen, Oeganda, Zuid-Afrika, Brazilië en Peru. De keuze voor deze landen groeide organisch, sterk beïnvloed door Sophies jeugdherinneringen. Haar nonkel, een missionaris in Congo, vertelde bij zijn zeldzame bezoeken over het leven daar. “Mijn moeder zei altijd dat ik met grote oren zat te luisteren. Ik droomde ervan om verpleegster te worden en mensen daar te helpen.”

Die fascinatie bracht haar jaren later zelf naar Congo, ondanks waarschuwingen voor de onveilige situatie. “Ik vroeg bescherming aan de paters, maar zij vonden het te gevaarlijk. Dus stapte ik naar het Belgisch leger, en met hun hulp ben ik gegaan.” Daar zag ze met eigen ogen het werk van haar nonkel pater en leerde ze andere paters kennen. “Van het een kwam het ander. In Congo hoorde ik over een pater op de Filipijnen die dringend hulp kon gebruiken. Daarna volgden contacten in Brazilië, Haïti en andere landen. Zo is ons netwerk gegroeid.” Nu nog reist Sophie regelmatig naar de partnerlanden om te evalueren en projecten op te volgen. “We gaan niet naar de steden, waar al genoeg hulp is. We kiezen bewust voor plekken waar geen hulporganisaties komen. Daar het verschil kunnen maken, is voor mij het mooiste.”

Peterschappen

Het hoofddoel van Sophie is altijd helder geweest: zoveel mogelijk kansarme kinderen toegang geven tot onderwijs. “We hebben nu 18.240 kinderen op de schoolbanken. Dat begon ooit met tien kinderen. Als je ziet wat een verschil dat maakt, weet je waarvoor je het doet.” Onderwijs doorbreekt ook de vicieuze cirkel van armoede, maar onderwijs is meer dan alleen les krijgen. “Les krijgen onder een boom of in een degelijk klaslokaal, dat maakt een wereld van verschil.” Daarom begon Cunina ook met het bouwen van scholen.

Cunina werkt met een doordachte structuur, waarbij elk petekind een uniek nummer krijgt en het geld rechtstreeks naar de scholen gaat. “Vroeger gaven we het geld aan de gezinnen, maar dat werd soms verkeerd besteed.” Met het geld van die peterschappen worden het schoolgeld, de boeken, een uniform en soms zelfs maaltijden betaald.

Een belangrijke rol is weggelegd voor lokale sociaal assistenten, vaak ex-petekinderen. “Veel van hen zijn bijzonder dankbaar dat ze een peetouder hadden en willen nu hetzelfde doen voor andere kinderen. Zij beheren peterschapslijsten die kunnen gaan van 50 tot 200 petekinderen, zorgen ervoor dat kinderen twee keer per jaar een brief sturen naar hun peetouders en zien erop toe dat de schoolrapporten jaarlijks worden doorgegeven”, legt Sophie uit. Deze ‘Zuidwerkers’ ontvangen geen loon van Cunina, maar zetten zich vrijwillig in uit dankbaarheid en om hun gemeenschap vooruit te helpen.

De maandelijkse bijdrage van een peetouder bedraagt 35 euro. In sommige landen, zoals Haïti, is dat nog steeds genoeg om de schoolkosten te dekken en zelfs extra projecten te financieren, zoals schoolgebouwen of sanitaire voorzieningen. In andere landen, zoals de Filipijnen, is 35 euro echter niet meer voldoende. “Daar zijn de kosten veel hoger, dus kunnen we enkel nog de basissteun bieden aan de kinderen. We kunnen het bedrag niet eindeloos blijven verhogen, maar we zorgen ervoor dat het geld altijd op de juiste plek terechtkomt.”

Tomorrowland in Nepal

Cunina streeft naar duurzaamheid en betrekt de lokale bevolking bij al haar projecten. “We sturen geen bouwmaatschappijen uit België. De mensen ter plaatse moeten hun economie ondersteunen en hun eigen projecten dragen.”

Een voorbeeld van de impact van Cunina is het weversproject op de Filipijnen, dat al 35 jaar actief is en meerdere gezinnen een stabiel inkomen biedt. Ook in Nepal heeft Cunina een blijvende invloed. Na de aardbeving in 2015 zette Cunina, samen met mediapartner Gazet van Antwerpen, een noodhulpactie op. Sophie kocht er voor meer dan 6.000 mensen dakplaten, zodat ze toch een dak boven hun hoofd zouden hebben voor de start van het moessonseizoen. 

Nepal is daarbij ook het enige land waar Cunina zelf een ngo oprichtte, Cunina Nepal. Met het overgebleven geld van de noodhulpactie werd in Sekha, een afgelegen dorp in Nepal, een nieuw project opgestart. “Ik vroeg aan mijn medewerker, Pasang, welke grote noden er waren. Hij stelde voor om een school te bouwen in Sekha. Toen ik daar aankwam, was er niets, alleen rijstterrassen. Maar toch bouwden we er een lagere school, en vandaag de dag is het dorp een bloeiende gemeenschap met ook een kleuterschool, lagere school, middelbare school. We richtten er zelfs een Music & Arts School op samen met onze partner Tomorrowland.” 

Wat verderop in Sekha werden ook verblijfsunits gebouwd voor toeristen. “Als toeristen hier willen overnachten, kan dat geld opleveren dat we opnieuw kunnen investeren in onderwijs”, legt Sophie uit. Ook een restaurant werd geopend, dat niet alleen toeristen bedient, maar ook een opleidingsplek is voor jongeren die in de horeca willen werken. Sophie zocht contact met gerenommeerde Belgische chefs zoals Viki Geunes van Zilte en Peter Goossens van Hof van Cleve en vroeg hen om deze opleidingen te sponsoren. “Zo geven we jongeren, die anders nooit toegang zouden hebben tot zo’n opleiding, de kans om zich te ontwikkelen.”

Zus niet in de steek laten

Cunina blijft zich inzetten voor onderwijs en kansen voor kinderen wereldwijd, maar wil geen oncontroleerbare gigant worden. “We moeten alles kunnen overzien”, benadrukt Sophie. Met 200 projecten en 18.240 peterschappen is de organisatie al redelijk groot, maar blijft er ruimte voor groei. Het ultieme doel blijft natuurlijk kinderen een toekomst geven via onderwijs en hen op eigen benen laten staan. “Je kan niet alle kinderen van de wereld helpen, maar je kan wel de wereld van één kind veranderen.”

Sophie blijft haar levenswerk met passie voortzetten zolang haar gezondheid het toelaat. “Het is mijn kindje. Ik doe dit tot ik erbij neerval.” Gelukkig staat de volgende generatie al klaar om de fakkel over te nemen. “Mijn dochter heeft de passie voor Cunina met de paplepel binnengekregen”, vertelt Sophie. “Toen ze nog studeerde vroeg ik haar: ‘Als mama er niet meer is, sterft Cunina dan samen met mij?’ Daarop antwoordde ze: ‘Jij noemt Cunina jouw kind, maar voor mij is het mijn zus. Ik zal mijn zus nooit in de steek laten.’”

Meer info

Lees meer info over Cunina

Artikel: Lise Vanderschueren | Journalistiek AP Hogeschool

logo 4de Pijler & AP hogeschool Antwerpen

Gerelateerde verhalen