Federaal regeerakkoord doorgelicht: internationale solidariteit en ontwikkelings-samenwerking
Het akkoord van de nieuwe Belgische regering over ontwikkelingssamenwerking heeft de verdienste dat het een aantal fundamentele principes herbevestigt, maar het is te zeer gericht op de Belgische belangen en laat voor het eerst de internationale doelstelling van 0,7% van het bruto nationaal inkomen voor officieel budget ontwikkelingssamenwerking (ODA) los.
Bevestiging van fundamentele principes maar budgettaire garanties ontbreken
De Arizona-coalitie bevestigt een aantal fundamentele principes. Het regeerakkoord bevestigt dat “we geloven in internationale solidariteit” en dat ontwikkelingssamenwerking onder meer “een beleid [is] van partnerschappen om duurzame ontwikkeling te stimuleren”. De nieuwe regering wil ook inzetten “op de noodzakelijke voorwaarden om duurzame ontwikkeling te kunnen realiseren, met name een stabiele rechtsorde, rechtszekerheid, respect voor de burger- en mensenrechten, democratie en goed bestuur.”
Het regeerakkoord benoemt ook expliciet het belang van reproductieve gezondheidszorg en -rechten, de strijd tegen HIV, gelijke rechten en kansen voor vrouwen en meisjes, en non-discriminatie op basis van seksuele voorkeur en de rechten van minderheden. Het blijft echter stil rond seksuele rechten en gender. Het is nochtans belangrijk de inspanningen die België hier in het verleden heeft geleverd verder te zetten. De strijd voor gendergelijkheid stopt niet aan de landsgrenzen en moet ook in het buitenlands beleid worden doorgezet. Gezien de toenemende wereldwijde druk op de rechten van vrouwen en meisjes en gendergelijkheid, is het van essentieel belang dat België zijn inspanningen opvoert en zich verzet tegen elke poging om deze fundamentele rechten te ondermijnen. De komende jaren zullen cruciaal zijn om deze principes niet alleen te verdedigen, maar ook daadwerkelijk om te zetten in beleid en actie.
Daarnaast weerspiegelen deze fundamentele principes zich niet in de budgettaire keuzes. Waar het regeerakkoord voor defensie een groeipad uitstippelt naar 2% BBP tegen uiterlijk 2029 en 2,5% BBP tegen uiterlijk 2034, bevat het geen garanties voor het budget van ontwikkelingssamenwerking. Voor het eerst in decennia wordt de internationale doelstelling van 0,7% van het BNI niet meer vermeld. Bovendien werd in eerder uitgelekte budgettabellen een besparing van 25% gesignaleerd—op een budget dat al jarenlang ruim onder de doelstelling ligt.
De besparing komt in de context van de drastische bezuinigingen van Trump, die miljarden aan levensreddende steun schrapte. Dat leidde wereldwijd tot medicijnentekorten, stopzetting van voedselbedeling en een stijging van HIV-patiënten die vermeden had kunnen worden. Net nu zou België moeten tonen dat het wél blijft kiezen voor internationale samenwerking en solidariteit. Tegelijk wordt de ngo-sector op een andere manier getroffen door de verlaging van de fiscale aftrek voor giften van 45% naar 30%.
Terwijl in Congo een verwoestende oorlog woedt, in Gaza mensen hun familie en vrienden onder het puin zoeken en in Syrië en Libanon een diepe crisis heerst, kiest deze regering ervoor om internationale solidariteit verder te verzwakken. Dit zal slachtoffers maken en leiden tot meer instabiliteit, chaos en onveiligheid. Bovendien tast de regering hiermee de internationale positie van België aan. Het nakomen van internationale verbintenissen is een hoeksteen van het multilateralisme, een principe waar het Arizona-akkoord zelf de nadruk op legt.
Mensenrechten
In de internationale context van toenemend autoritarisme, toenemende repressie van middenveldorganisaties en krimpende democratische ruimte is het positief dat de regering het Civic Space Initiative in structureel beleid wil omzetten. Maar het is ook meteen een van de weinige concrete maatregelen die de woorden over het belang van het middenveld en de bescherming van mensenrechtenverdedigers hard maakt. De algemene besparingsteneur mag de bescherming van de civiele ruimte niet in de weg staan. Het middenveld, in België en in partnerlanden, moet erkend worden als cruciale bondgenoot in het Arizona streefdoel van een “stabiele, rechtvaardige en welvarende wereldorde”.
Het regeerakkoord beslist ook tot een zekere conditionaliteit op vlak van mensenrechten. Overheden in partnerlanden die geld ontvangen van de Belgische overheid moeten principes respecteren zoals gelijke rechten en kansen van vrouwen en meisjes of non-discriminatie op basis van seksuele voorkeur. Ze worden in eerste instantie ondersteund om die te respecteren, daarna kan men overgaan naar ‘een formele dialoog’ en ultiem kan de samenwerking opgeschort worden of geheroriënteerd naar ngo’s om de meest kwetsbare groepen te beschermen. Dat kwetsbare groepen niet de dupe worden van mensenrechten-conditionaliteit is inderdaad essentieel.
Ook de rol van humanitaire hulp wordt bevestigd: “Humanitaire actie blijft een levensnoodzakelijke component van ons antwoord op de stijgende noden ten gevolge van conflicten en natuurrampen. We doen dat met de landen in de getroffen regio.”
3D-benadering mag niet leiden tot instrumentalisering van ontwikkelingssamenwerking
Het regeerakkoord besteedt veel aandacht aan de 3D-benadering, het samenspel tussen Diplomatie, Ontwikkeling en Defensie. Hierbij worden alvast de bevoegdheden Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking samengebracht bij één minister. Het is positief dat een aparte directie-generaal voor ontwikkelingssamenwerking met een eigen budget en bevoegdheden behouden blijft. Hoewel een betere afstemming kansen biedt, zijn immers garanties nodig dat ontwikkelingssamenwerking primair gericht blijft op het tegengaan van armoede en ongelijkheid.
De valkuil van de 3D-benadering is dat ontwikkelingssamenwerking wordt ingezet voor andere beleidsdoelen. Het regeerakkoord biedt hier weinig geruststelling. Zo stelt het expliciet: “Zowel op Belgisch als op Europees vlak streven we ernaar om met onze diplomatie, handelsbeleid, defensiebeleid en ontwikkelingssamenwerking onze belangen consistent na te streven.”
De regering wil ontwikkelingssamenwerking voortaan ook koppelen aan medewerking aan het Belgische terugkeerbeleid. 11.11.11 gelooft niet dat de budgetten van ontwikkelingssamenwerking een effectieve hefboom zijn voor terugkeer en waarschuwt dat de lokale bevolking in de partnerlanden de prijs zal betalen van eventuele schrappingen van budget.
Door deze nadruk op kortetermijnbelangen ondermijnt het regeerakkoord de fundamentele principes van ontwikkelingssamenwerking als instrument voor een veiligere, stabielere en duurzamere wereld. De beleidsnota van de nieuwe minister van Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking biedt een kans om dit bij te sturen en de internationale verbintenissen van België te herbevestigen.
Private sector in ontwikkelingssamenwerking: redder in financiële nood of geostrategisch opportunisme?
Het regeerakkoord positioneert de private sector als een belangrijke katalysator voor ontwikkelingssamenwerking. Publieke middelen worden ingezet waar private actoren niet gaan of waar ze het risico niet alleen kunnen dragen. Dit suggereert een prioriteit voor private financiering boven publieke investeringen.
Wereldbank-hoofdeconoom Indermit Gill stelde recent de haalbaarheid hiervan in vraag: “It was a bold idea, boosted by a snappy slogan: ‘billions to trillions.’ That proved to be a fantasy.” Sinds 2022 hebben private kredietverstrekkers meer ontvangen via schuldaflossingen dan ze zelf investeerden in ontwikkelingslanden. De focus op private financiering zonder voorwaarden dreigt landen verder in een schuldencrisis te duwen.
In dit kader wordt ook het Global Gateway-project van de EU gepromoot als alternatief voor geopolitieke invloeden van Rusland en China. Een recente analyse van Eurodad, Counter-Balance en Oxfam EU toont echter aan dat 60% van de gescreende projecten ten goede komt aan Europese bedrijven zoals Siemens en Suez, terwijl slechts 16% wordt geïnvesteerd in essentiële sectoren zoals gezondheid en onderwijs. We zien hier dus opnieuw het gevaar dat eigen belangen primeren op de eigenlijke doelstellingen van ontwikkelingssamenwerking.
Ook elders zien we een focus op wederzijds voordelige partnerschappen met aandacht voor Belgische belangen. Zo stelt het regeerakkoord: “We ondersteunen de partnerlanden om de productie en toegang tot betaalbare en kwalitatieve geneesmiddelen te verhogen, in samenwerking met onze farmaceutische bedrijven.” Dit brengt het risico van gebonden hulp met zich mee, die internationaal als ineffectief wordt beschouwd.
Wel positief is dat het akkoord het belang van samenwerking met de lokale private sector benadrukt. Dit kan een duurzamere impact creëren als het correct wordt geïmplementeerd.