Vrijwilligerswerk is samenwerking

Ik ga zelf op reis naar een solidariteitsproject

14 vragen die je wegwijs maken bij internationale uitwisselingen. Waarmee moet je rekening houden als je op reis gaat als vrijwilligers, inleefreiziger of stagiair? Welke rol kan je opnemen en bij wie kan je terecht?

Heel wat 4de Pijlerorganisaties bieden plaats aan voor vrijwilligerswerk en/of stages. Of ze organiseren inleefreizen voor jongeren of sympathisanten die hun projecten wel eens in ‘levende lijve’ willen beleven.

Dat is een mooie manier om zinvol te reizen en om zelf veel bij te leren. En tegelijk lever je ook een positieve bijdrage en biedt je hulp aan mensen die het nodig hebben. Dat is tenminste de verwachting. Maar is dat wel zo?  

Hoe kan je internationaal vrijwilligerswerk doen met een meerwaarde voor zowel de vrijwilliger, de uitzendorganisatie als voor de partnerorganisatie in het partnerland? De realiteit is dikwijls erg complex. Er spelen veel factoren mee bij de inzet van vrijwilligers in het buitenland. Er komen tal van praktische kantjes bij kijken. En daarbij worden ook terecht veel vraagtekens gesteld bij wat soms ‘vrijwilligerstoerisme’ of 'voluntoerisme’ genoemd wordt.  

Hieronder de vragen die je als reiziger op weg kunnen helpen.

Motivatie & doelstelling (wat en waarom)

Pluis eerst goed uit wat je precies wil. Wil je een lange tijd op één project blijven werken? Wil je in een bepaald land aan de slag? In een bepaalde regio? Of met een bepaalde doelgroep werken?  

 

Waar ben je goed in? Welke competenties en ervaring kan je aanbrengen? Hoeveel budget heb je? Bepaal wat je opties zijn en kijk wat best bij je past. Dan kan je ook meteen gericht op zoek gaan naar organisaties met dezelfde focus.

Vind hier organisaties en hun focus (je kan filteren op organisaties die een reis of vrijwilligerswerk aanbieden).

Waarom wil je eigenlijk vrijwilligerswerk doen? Omdat het goed op je CV staat? Om zelf bij te leren en ervaring op te doen? Uit schuldgevoel? Uit verontwaardiging over het onrecht in de wereld? Of omdat je het gevoel hebt dat je ginds veel meer kan doen dan in onze samenleving hier?

 

De Nederlandse website One World stelt deze confronterende vraag: “Zou je ook vrijwilliger worden als je je camera of smartphone niet mee mocht nemen? Vrijwilligersreizen staan steevast in de top tien van selfie-hotspots. Niets mis met een goede profielfoto op zijn tijd, maar het is wel belangrijk dat je je prioriteiten op een rijtje hebt. Vraag jezelf af wat je belangrijker vindt: mensen helpen of aan anderen laten zien hoe behulpzaam je bent. Het is logisch dat ‘locals’ vaak twijfelen aan de ware motieven van sommige selfie-verslaafde hulpwesterlingen.” 

Als reiziger is het goed om een duidelijk beeld te hebben van wat er van je verwacht zal worden. Wat is je opdracht? Wat zijn de doelstellingen van je verblijf ginds? Wat zijn de verwachtingen? Wanneer kan iedereen tevreden zijn? Zijn die verwachtingen ook haalbaar? Niets zo vervelend als terugkomen en aanvoelen dat je niet hebt kunnen doen wat je wilde bereiken.  

 

Misschien is het helemaal niet zo dat je naar ginds reist met een concrete taak of opdracht. Dat is helemaal OK. Gaan kijken, indrukken verzamelen en die meenemen voor de rest van je leven is soms veel waardevoller. De focus van veel inleefreizen ligt eerder op die beleving, ontmoeting en het delen van ervaringen.  

 

Maar, zorg dat je vooraf zeker een goed gesprek daarover hebt met je uitzendorganisatie. En, zodra je daar toekomt, ook een goed gesprek met de begeleiders van de partnerorganisatie ter plaatse. Of staat dat allemaal ergens uitgeschreven? Zie hierover ook vraag 8.

Impact & verantwoordelijkheid (reflectie)

Maakt het eigenlijk een verschil of je er als vrijwilliger gaat meewerken? In de meeste gevallen zal het kindertehuis of de school waar je gaat meewerken, ook wel blijven draaien als je niet gaat. De zonnepanelen ginds kunnen wellicht ook geïnstalleerd worden door lokaal personeel. De klaslokalen ginds geraken ook wel gebouwd zonder jou.  

 

Ga er dus niet te snel van uit dat de mensen ginds op jou zitten te wachten om hen te helpen. Je bijdrage is vooral additioneel. En dat is goed zo. Zie het als een ervaring voor jou en de mensen daar, maar zie jezelf niet als essentieel.

 

Een inleefreis kan je laten kennismaken met een ander deel van de wereld. Met andere culturen, gewoontes, leefgebieden. Het biedt je mogelijkheden om ervaring op te doen en je talenten te ontwikkelen. Dat kan een mooie verrijking zijn voor jou als persoon en van je blik op de wereld.  

 

Maar het is soms ook maar dat. Verwacht niet dat je tijdens een kort verblijf iets kan bijdragen aan het leven van de mensen daar. Dat is ook helemaal OK. Het is waardevol om goed te beseffen waarop de focus ligt.

 

Uiteraard kan je als stagiair nieuwe werk- of leermethoden aanbrengen of bijdragen aan capaciteitsversterking. En als vakman of deskundige kan je zeker lokale mensen opleiden, trainen en versterken in hun competenties. Of je kan naar ginds reizen voor een project dat een specifieke deskundigheid vereist die jij kan bieden.

 

Maar bij stages ligt het accent uiteindelijk toch eerder op de leerervaring van de stagiair zelf. En een inleefreis met jongeren heeft vooral als doel om jongeren met elkaars leefwereld in contact te brengen. 

 

Inleefreizen zijn er om indrukken op te doen en om mensen kennis te laten maken met het land en de projecten die jij er steunt. Het doel is dikwijls om steun, vertrouwen en betrokkenheid op te bouwen bij je achterban en het netwerk rond je project te versterken.  

Je hebt namelijk na de reis een enorme impact in België. Die rol kan je zeker spelen. Zie hiervoor ook vraag 14.

Dit is een hele harde vraag, maar het is belangrijk om ze te stellen. “Het feit dat je ‘je best doet’ om mensen te helpen betekent niet automatisch dat die mensen er ook daadwerkelijk wat aan hebben. Sterker nog, de kans is heel reëel dat je een hoop ellende aanricht met je ‘goede bedoelingen’”, lezen we bij One World.  

 

Bijvoorbeeld: Het komen en gaan van buitenlandse vrijwilligers in instellingen die werken met kinderen, kan een heel nefast effect hebben op de psychologische ontwikkeling van jonge kinderen als je terug vertrekt. Dat is bekend. “Werken in een weeshuis kan bijvoorbeeld voor ernstige hechtingsstoornissen zorgen wanneer je maar een paar maanden bij de kinderen blijft. Niet al het werk is geschikt voor een gelegenheidsvrijwilliger.” (Website One World)

 

De aanwezigheid van buitenlandse vrijwilligers kan heel verstorend zijn in de lokale context. Het kan zorgen voor spanningen in een dorp, een school, een ziekenhuis of binnen een organisatie.  

 

Als vrijwilliger is het goed om te beseffen dat je die context steeds vanuit een geprivilegieerde positie binnenstapt. En na een tijdje ga je ook altijd weer weg! 

Eigentijdse internationale samenwerking plaatst gelijkwaardig partnerschap voorop en legt het stuur van projecten vooral in handen van de lokale partnerorganisaties. Maar worden zij ook voldoende betrokken bij jouw komst en inzet daar?  

 

Uiteindelijk is het de lokale partnerorganisatie die jou moet onthalen, herbergen en begeleiden? Zien zij dat wel zitten? Hebben zij daar wel tijd en plaats voor?  

 

Hebben zij er wat aan dat Belgische vrijwilligers telkens voor korte periodes komen meedraaien? Is dat versterkend voor hun werking? Of niet eerder verstorend? Doen ze vooral mee om jullie een plezier te doen? Of omdat het hen financieel wat opbrengt?

 

Tracht het verblijf dus voor te bereiden in goed overleg met de partnerorganisatie. Dan zal die zich ook mee verantwoordelijk voelen. Zie hiervoor ook vraag 8.

Het is bijzonder dat jonge studenten op bouwkamp plots instaan voor de bouw van een klaslokaal, terwijl ze in eigen land nog nooit een baksteen ter hand namen. Gaat die school dan wel lang genoeg overeind staan? Kan dat werk dan niet beter gebeuren door lokale bouwvakkers.  

 

Een goede vuistregel is: Wanneer je iets in je eigen land niet zou aandurven, doe het dan ook in een ander land niet. Wiskundeles geven? Zorg dat je iets van wiskunde afweet. Waterputten bouwen? Zonnepanelen installeren? Is er iemand bij met de nodige technische kennis? Dit soort dingen lijkt vanzelfsprekend, maar wordt vaak vergeten. Uiteraard kan je wel bijdragen door te helpen bij taken die een lokale expert jou geeft. (Website One World)  

 

Met de juist competenties kan een vrijwilligersopdracht natuurlijk wel juist een mooie meerwaarde bieden. Artsen en verpleegkundig personeel van Artsen zonder Vakantie zetten tijdens hun missies vooral in op opleiding en vorming van lokale collega’s. Humasol en Academics for Development gaan aan de slag met studenten met een specifieke technische opleidingen. Ergotherapeuten en psychologen leren lokaal personeel werken met kinderen met een beperking en andere kwestbare doelgroepen, enz... 

 

En zelfs dan is het niet vanzelfsprekend dat de methoden en technieken die wij vanuit Europa meebrengen, toepasbaar zijn in de context, de cultuur en de verwachtingen ginds. Niet alles is zomaar over te dragen of biedt ginds een meerwaarde. Integendeel soms. Zorg dus ook hier altijd voor een goed contact met lokale projectleiders. 

Afspraken & voorbereiding (praktisch)

  • Kan je op voorhand al eens kennismaken met de partnerorganisatie ginds?
  • Maak vooraf goede afspraken over de doelstellingen en verwachtingen van jouw reis. Bekijk samen of die verwachtingen ook haalbaar zijn. Zie ook vraag 3.
  • ​​​​​​​​​​​​​​​​​Maak vooraf goede afspraken over praktische zaken (accommodatie, werktijd, uitstapjes, enz.). En over het financiële luik (Krijgen zij hiervoor een vergoeding? Waarvoor wel of niet?)
  • Een overeenkomst opgesteld in samenwerking met de partner én in zijn taal is geen overbodige luxe.
  • ​​​​​​​Het is belangrijk dat jij een vaste contactpersoon hebt bij wie je ​steeds ​terecht kan voor vragen en problemen. Ook een aanspreekpunt buiten het project waar je altijd naar kan bellen bij moeilijke momenten of problemen, is aangewezen.
  • ​​​​​​​​​​​​​​​Het is relevant dat de partnerorganisatie ook af en toe evaluatiemomenten inlast. Of een tussentijds gesprek, zodat problemen tijdig gedetecteerd en bijgestuurd kunnen worden.
  • Ook een eindevaluatie met alle betrokkenen is belangrijk om lessen te trekken.

Voor je als vrijwilliger vertrekt, heb je best een grondig voorbereidend gesprek. Om goede afspraken te maken en verwachtingen op elkaar af te stemmen.

 

Best wordt de samenwerking ook vastgelegd in een duidelijke samenwerkingsovereenkomst of afsprakennota. Die kan je eventueel opstellen in samenspraak met de partnerorganisatie ter plaatse en liefst in die taal.

 

Wat moet je tijdens zo’n gesprek zeker aan bod laten komen?  

  • De werking van de organisatie: Vraag een goede toelichting van het project ter plaatse. Zorg ook dat je weet wat de organisatie in België doet en vanuit welke visie. 
  • Het kan ook interessant zijn om andere vrijwilligers of stagiairs te spreken die al eens weggeweest zijn met de organisatie.  
  • Je takenpakket: Bespreek in België met de organisatie al je takenpakket. Maar bekijk je taken bij aankomst ginds zeker ook nog eens grondig met de organisatie ter plaatse. ​​​​​​​​​​​​​​Je mag gerust verwachtingen uiten om het takenpakket mee een definitieve vorm te geven.  
  • Praktische afspraken: Hoe zit het met de accommodatie? Waar zal je verblijven? Is er een vergoeding voorzien? Waar moet je zelf voor instaan en wat moet je zelf betalen? En hoeveel moet je werken en hoe zit het met je vrije tijd? Ben je tijdens de weekends vrij om uitstapjes te doen?  
  • Cultuur en gewoonten: De organisatie in België zal je zeker en vast meer kunnen vertellen over gebruiken en gewoontes ter plaatse, wat de afspraken daarover zijn en wat er op dat vlak van je verwacht wordt.
  • Contactpersoon: Wie kan je contacteren in geval van nood of bij vragen? Vraag naar een vaste externe contactpersoon in het partnerland die je steeds kan bereiken of aanspreken als er eens wat is.
  • ​​​​​​​​​​​Feedback en tussentijds gesprek: Vraag ook naar tussentijdse momenten waar je samen met de organisatie in het partnerland stilstaat bij je vrijwilligerswerk.  

Een reis is duur. Denk aan de vliegtickets, transport in het land, verblijf (ook als je in een gastgezin verblijft kan het wenselijk zijn om een vergoeding te geven), maaltijden en drinkbaar water, visum/paspoort, inentingen, uitstappen, verzekeringen.

 

Verwacht niet dat alles voor jou betaald zal worden omdat je ginds gaat meewerken. Integendeel, de meeste 4de Pijlerorganisaties verwachten dat je je ticket en reiskosten zelf betaalt. Eventueel is er wel een regeling voor je verblijf ginds, waarbij kost en inwoon voor je geregeld wordt.

 

Maar er zijn ook meer commerciële organisaties en een aantal jeugdorganisaties die vrijwilligerswerk aanbieden tegen betaling. Je betaalt dan een vast bedrag om te mogen deelnemen aan een vrijwilligersreis of een vrijwilligerservaring. Het positieve kan zijn dat je zo de plaatselijke instelling of organisatie waar je aan de slag gaat steunt of dat het gezin waar je verblijft er ook een centje aan verdient. Maar dat is zeker niet altijd zo. Internationaal worden er dan ook terecht steeds meer kritische vraagtekens geplaatst bij dit soort uitgesproken commercieel ‘voluntoerisme’.  

 

Soms is het ook de bedoeling dat je vooraf fondsen inzamelt en sponsors aanspreekt. Zo kan je, bijvoorbeeld, een budget inzamelen om tijdens je verblijf te investeren in het project zelf. Om bouwmaterialen, speelgoed, sport- of schoolmateriaal aan te kopen, bijvoorbeeld.

 

Je kan dus vooraf een aantal activiteiten organiseren om een deel van de kosten mee te dekken. Communiceer daarbij dan steeds eerlijk aan de schenkers of de opbrengst van de actie bestemd is voor je reiskosten of om te investeren in het project zelf. 

 

Sommige gemeenten voorzien budgetten om een deel van deze kosten te subsidiëren. 

Je bent lange tijd weg van huis in een land dat je misschien niet zo goed kent. Daar kan natuurlijk wel iets gebeuren. Laat ons duidelijk zijn: het gebeurt zelden en is meestal niet zo erg.

 

Maar het zal waarschijnlijk wel duur zijn, daarom is een verzekering essentieel. Welke heb je nodig?

  • Annuleringsverzekering? Dit is af te wegen tegen de kost van het ticket. Als je heel zeker wil vertrekken, kan je misschien beter bij de aankoop van het ticket iets meer betalen zodat je de datum of de naam achteraf gratis kan aanpassen. Als je in grote groep reist, kan je minder eenvoudig jouw datum aanpassen natuurlijk en is een annuleringsverzekering meer gewenst.
  • Ziekteverzekering: Volgens ons essentieel. Stel dat je ziek wordt en je gaat naar een privé ziekenhuis of je wil terug naar België gerepatrieerd worden. Dan lopen de kosten snel op. Hoor dus op voorhand bij jouw mutualiteit of je ziekteverzekering voldoende dekt (meestal niet). Wat wordt er allemaal gedekt? Ook voor landen buiten Europa? Zit er ook een eventuele repatriëring in?  
    Volstaat je ziekteverzekering niet dan kan je je extra laten verzekeren bij privéfirma’s. Er bestaan vaak speciale polissen voor jouw specifieke vorm van verblijf (bv. voor studies). Neem je een private verzekering zet dan ook aan de makelaar je plannen zo gedetailleerd mogelijk uiteen. 

Spreek ook goed af wie verantwoordelijk is en wie voor welke verzekering zorgt. 

Naast kledij en medicatie neem je misschien ook iets mee voor de mensen met wie je gaat samenwerken of voor je gastgezin.

 

Dat is altijd sympathiek, maar let op dat je geen spullen meeneemt die ze niet kunnen onderhouden of die uitzonderlijk duur zijn. Dit kan misschien de relatie van het gastgezin met familie of buren verstoren.

 

Het kan interessant zijn om in beperkte mate materialen mee te nemen die je kan gebruiken in functie van je stage of vrijwilligerswerk: didactische materiaal, sport- en spelmateriaal, boeken… Tenminste als dat een meerwaarde heeft en je dit niet ter plaatse kan aankopen.  

 

Start dus zeker niet met een grote inzamelactie. Materiaal inzamelen en opsturen is dikwijls duur, ingewikkeld en niet altijd de beste en de meest respectvolle manier om te helpen. Lees daarover eerst ‘Tien vragen die je jezelf best stellen voor je een goederentransport organiseert' voor je eraan begint.

 

Wees ook zuinig met ballonnen, balpennen of snoepjes voor kleine kinderen. Je bent sinterklaas niet... 

Communicatie & je rol achteraf

“Zou je ook vrijwilliger worden als je je camera of smartphone niet mee mocht nemen?” Het is een confronterende vraag. (One World)

  • Zijn er afspraken over foto’s, filmpjes en het gebruik van sociale media?
  • Het is natuurlijk wél de bedoeling dat je communiceert over je reiservaring en dat je het project in beeld brengt waar je meehelpt. Maar je hebt ook de verantwoordelijkheid om dat met respect te doen. Pas op met stigmatiserende foto’s en boodschappen. 
  • Communiceer ook vanuit de juiste ingesteldheid. Zoals gezegd: Je reist in de eerste plaats om te kijken en ervaringen op te doen. Communiceer dus eerder niet dat je met deze reis gaat ‘helpen’ of daar ‘levens te gaan veranderen’. Het enige leven dat waarschijnlijk deels verandert is dat van de deelnemer zelf. Wees daar dus bescheiden in.  
  • Laat vooral ook misplaatst paternalisme achterwege. Als je foto’s deelt waar deelnemers samen met inwoners opstaan, zorg dan dat niet overkomt als ‘de Belg die de arme Afrikaan gaat helpen’ of die daar ‘sinterklaas gaat spelen’.
  • Zorg dat iedereen ook respectvol wordt afgebeeld op de foto. Vraag toestemming om foto’s te nemen en om ze nadien te verspreiden. Informeer de mensen waarvoor je de foto’s zal gebruiken.
  • En doe steeds de omkeertest: Zou jij het leuk vinden als iemand in België deze foto van jou neemt en later verspreid op zijn/haar social media of website?

De ervaringen en leerkansen die je hebt tijdens zo'n reis zijn uniek. Je leert een ander deeltje van de wereld kennen, je leert nieuwe mensen kennen met andere levensomstandigheden, cultuur en gewoontes. 

 

Tijdens je korte verblijf daar heb je misschien niet zo veel betekend op lange termijn. Nu je terug in België bent, heb je dé kans om dat wel te doen. Vertel over jouw ervaringen, vertel in België over die andere mensen in de wereld, over wat zij meemaken en over de hoop die zo’n project met zich meebrengt.  

 

Deel jouw ervaringen aan vrienden en familie. Maar misschien ook op scholen, op een specifieke info-avond in je gemeente of aan kandidaten voor een volgende reis.

 

Je kan er natuurlijk ook een fondsenwervende actie van maken en je inzetten om samen met vrienden zoveel mogelijk fondsen in te zamelen om de mensen te steunen met wie je ginds hebt samengewerkt.

 

Zeker als je subsidies hebt ontvangen voor deze reis, is het sympathiek (en soms vereist) om binnen de gemeente, waarvan je subsidies kreeg, de inwoners te informeren over de reis. Met een verslag in een het gemeentelijk infoblad, via een infoavond, via de pers of via social media.

 

Als stagiair ben je soms ook aan een terugkeerproject verbonden in je opleidingsinstituut. Voor de stagiair of vrijwilliger is een terugkeerproject ook een manier om de ervaring een plaats te geven in haar/zijn leven.

  • Bij wie kan je in Vlaanderen terecht over internationaal vrijwilligerswerk?

  • Jongeren vinden alle informatie voor buitenlandplannen op de website Go Strange van JINT
  • De ngo UCOS (Universitair Centrum voor Ontwikkelingssamenwerking) biedt voorbereidingsdagen aan voor studenten die naar het buitenland vertrekken. En deelt ook heel wat (kritische) informatie over internationaal vrijwilligerswerk.​​​​​​ 
  • De website Kamiel.info vertelt je alles over paperassen en administratieve dingen je voor je vertrek naar het buitenland in orde moet brengen.
  • Informatie over vrijwilligerswetgeving en verzekering vind je op de website van het Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk: vrijwilligerswet.
  • Provincie West-Vlaanderen schreef een uitgebreide en heel leesbare inspiratiegids over inleefreizen. Deze gratis gids is zeker de moeite als je inleefreizen organiseert of wil organiseren.
  • De Europese Jongerensite biedt je informatie over kansen binnen Europe en daarbuiten. Je vindt er alles over EU-initiatieven voor jongeren.
  • Check de mogelijkheden bij je universiteit of hogeschool. Elke universiteit of hogeschool heeft een internationale dienst die je wegwijs kan maken. Ben je student? Dan kan je ook altijd ​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​proberen een beurs aan te vragen bij de VLIR-UOS.
  • Het Belgisch ontwikkelingsagentschap Enabel zendt jonge mensen voor langere periodes (en betaald) uit via het juniorprogramma.
  • Het programma ​​United Nations Volunteers wil ​​​​​​​​​​​​​​jonge afgestudeerden de kans geven om een jaar mee te draaien in een project.​​​​​​​​​​  
  • Lees het boek “De derde Wereld op je CV” van Judith Van Kamp. Ongeveer alles waarmee je te maken zal krijgen in het buitenland, komt erin aan bod.  
  • Het artikel van One World waar we op deze pagina verschillende keren naar verwijzen is voor ons een must read.