Internationale solidariteit

De partijprogramma’s doorgelicht op vlak van internationale solidariteit. Drie uitdagingen drijven boven.

1. Hoeveel mag het kosten: investeren of besparen?

Het is een speerpunt in het memorandum van 11.11.11: voldoende publieke middelen beschikbaar om globale uitdagingen aan te pakken. Daartoe behoort Official Development Aid, ODA. Deze norm werd meer dan 50 jaar geleden internationaal vastgelegd op 0,7% van ons Bruto Nationaal Inkomen

Vier Vlaamse partijen herbevestigen het belang hiervan (CD&V, Groen, PVDA en Vooruit). Open Vld en N-VA, beschouwen ODA eerder als een besparingspost. N-VA gaat zelfs zo ver om de volledige federale ontwikkelingssamenwerking af te schaffen en de deelstaten vrij te laten in hun keuze om het vorm te geven.

Besparen moet om die andere norm te kunnen halen, 2% voor defensie. Deze wordt expliciet verdedigd door N-VA, Open Vld en CD&V, iets voorzichtiger door Vooruit. Maar laten we het grotere plaatje niet uit het oog verliezen. In 2023 werd wereldwijd maar liefst 2,2 biljoen dollar besteed aan defensie, terwijl er slechts 224 miljard dollar werd uitgegeven aan ODA. Echte veiligheid vereist een allesomvattende aanpak. Dit betekent ook een wereldwijde gezamenlijke inspanning om armoede, ongelijkheid, uitbuiting en de klimaatcrisis aan te pakken. Investeren in internationale solidariteit is daarom geen luxe, maar een absolute noodzaak.

2. Waarvoor moet het dienen: de strijd tegen armoede en ongelijkheid of de eigen economische en veiligheidsbelangen?

Zowel de Europese Verdragen als de Wet op de Belgische Ontwikkelingssamenwerking legden vast dat ODA moet ingezet worden in de strijd tegen armoede en ongelijkheden. Echter, deze principes staan onder druk door geopolitieke ontwikkelingen. Europese landen willen steeds meer ontwikkelingssamenwerking inzetten om hun eigen economische en veiligheidsbelangen te beschermen. N-VA ziet ontwikkelingssamenwerking expliciet in dit kader. Open Vld gelooft vooral meer in handel dan in ontwikkelingssamenwerking. CD&V, Groen, PVDA en Vooruit vermelden expliciet het belang van de globale strijd tegen armoede en ongelijkheid. De insteek is bij Groen, PVDA en Vooruit vanuit het belang van rechten, wat cruciaal is. Bij CD&V wegen ook de eigen belangen sterk door en zij vinden dat ontwikkelingssamenwerking ook voor andere doeleinden moet worden kunnen gebruikt. Hier moeten we voorzichtig zijn. Er is weldegelijke een gezamenlijk belang bij internationale solidariteit. Want de volgende pandemie dam je niet in zonder te investeren in universele toegang tot basisgezondheidszorg en sociale bescherming. Gedwongen migratie los je niet op zonder te werken aan de grondoorzaken op lange termijn. Maar de win moet wel rechtvaardig verdeeld worden.

Zo is er bij de partijen opvallend veel aandacht voor de Global Gateway, het Europese initiatief om zichzelf prominenter te positioneren als sterke geopolitieke speler. Onder het mom van gelijkwaardige partnerschappen verdedigt de EU steeds uitdrukkelijker haar eigen geostrategische belangen binnen het ontwikkelingsbeleid, bijvoorbeeld door middel van infrastructuurprojecten (waaronder de ontginning van grondstoffen voor de Europese energietransitie) gefinancierd door private investeringen. Dit houdt risico’s in voor lagere inkomenslanden op gebied van mensenrechten, milieu en hun eigen duurzame transitie. CD&V en N-VA zien veel potentieel in deze Europese strategie zonder enig bezwaar, terwijl Vooruit er ook in gelooft maar wijst op uitdagingen als ongelijkheid, gezondheidszorg en klimaatveranderingen.

Behalve Vlaams Belang pleiten alle partijen voor een actief internationaal beleid voor gendergelijkheid en zetten zich in voor vrouwen- en LGBTI+ rechten. Enkel Groen koppelt effectief financiële middelen aan het streven naar gendergelijkheid via internationale solidariteit.

Coherent beleid

Voor 11.11.11 is het glashelder dat het beleid voor internationale solidariteit alleen niet genoeg is, en dat de sleutel tot meer rechtvaardigheid vooral ligt in een coherent beleid voor duurzame ontwikkeling (Policy Coherence for Development, PCD). Groen en PVDA benadrukken expliciet het belang hiervan. Dit houdt in dat andere beleidsdomeinen geen negatieve impact mogen hebben op de doelstellingen van het ontwikkelingsbeleid, en idealiter zelfs eraan moeten bijdragen. CD&V en Vooruit leggen vooral de nadruk op de samenwerking tussen verschillende beleidsdomeinen, zoals bijvoorbeeld de relatie met het buitenlands beleid en defensie. Dergelijke samenwerking kan en is soms wenselijk, maar het is cruciaal dat de doelstellingen van ontwikkelingssamenwerking voorop blijven staan om van PCD te kunnen spreken. Vooruit streeft bijvoorbeeld naar één minister van Buitenlandse Zaken en Internationale Solidariteit. Dit kan kansen bieden, maar enkel vanuit de juiste finaliteit en sterke controlemechanisme zoals een autonoom budget en sterkere parlementaire controle. CD&V pleit ook voor een alomvattende aanpak en versterkte samenwerking tussen beleidsdomeinen, maar het is niet altijd duidelijk wie hiervan zal profiteren of wat de finale doelstellingen zijn.

Thema’s die bij quasi alle partijen naar voor komen binnen hun ontwikkelingssamenwerkingsstrategie zijn klimaat en migratie. Thema’s die vaak ook de binnenlandse politiek roeren. Zo erkennen op Open Vld en Vlaams Belang na, alle partijen het belang van de strijd tegen klimaatverandering binnen hun strategie voor ontwikkelingssamenwerking. Dit is een goede zaak, zolang de partijen dan ook consequent blijven: klimaatuitdagingen komen bovenop andere uitdagingen (zoals gezondheid) en vragen extra middelen.

Ook met migratie wordt de link gelegd, maar helaas vooral door ontwikkelingssamenwerking te instrumentaliseren. Terwijl het huidige regeerakkoord nog expliciet stelt dat het beleid voor ontwikkelingssamenwerking niet mag gebruikt worden voor migratiemanagement, zijn nu nog enkel Groen en PVDA duidelijk tegen en blijft Vooruit op de vlakte. CD&V, Open VLD en N-VA maken echter een zeer duidelijke koppeling met migratiecontrole. Zeker voor CD&V en Open VLD is dat een opvallende bocht. Het CD&V programma van 2019 stelde zeer expliciet dat ontwikkelingssamenwerking niet ondergeschikt mocht zijn aan de migratieagenda en bij Open VLD was Alexander De Croo als minister van Ontwikkelingssamenwerking (2018-2020) een grote tegenstander van deze instrumentalisering. Tot slot maakt ook Vlaams Belang een duidelijke koppeling met migratie, en ook met justitie (terugname van veroordeelden). Verder zegt hun partijprogramma weinig over internationale solidariteit. Het verdedigen van de belangen van Vlaanderen is hun ijkpunt.

3. In welke landen gaan we het inzetten: leave no one behind of louter in het eigen voordeel?

Eén van de kernvragen zal zijn waar we de middelen moeten inzetten. Ons land is altijd een sterkhouder geweest met een focus op de zogenaamde minst ontwikkelde landen en fragiele contexten, vanuit het principe leave no one behind. Elders in de wereld zien we dat de ODA naar deze landen is afgenomen. Voor de zogenaamde minst ontwikkelde landen werd wereldwijd het laagste niveau in 10 jaar bereikt in 2022. Het is dan ook positief dat bepaalde partijen expliciet blijven pleiten voor deze specifieke groepen landen of continenten, zoals Vooruit (voor de minst-ontwikkelde landen en Sahel regio), PVDA en CD&V (voor (sub-Sahara) Afrika) en Groen (Sahel regio en Grote Meren regio).

Kies voor rechtvaardigheid

Samengevat blijkt uit de partijprogramma’s dat er op het gebied van internationale solidariteit nog verschillende richtingen mogelijk zijn, en helaas niet altijd in de zin van een meer rechtvaardige wereld. Het is echter hoopgevend dat de meerderheid van de partijen gelooft in internationale solidariteit en samenwerking om mondiale uitdagingen aan te pakken. Dit is van essentieel belang, omdat kleine landen zoals België afhankelijk zijn van allianties in de complexe internationale arena om serieus te worden genomen. Geloofwaardigheid vereist niet alleen woorden, maar ook financiële betrokkenheid: investeren in internationale solidariteit.

Image
foto beleidsmedewerker Griet Ysewyn

Griet Ysewyn

Beleidsmedewerker Internationale Solidariteit en ODA