Nigeria resolution UN Tax convention

VN zet koers naar eerlijke belastingregels

EERSTE ONDERHANDELINGSRONDE AFGEROND

In augustus 2025 vond in New York de eerste onderhandelingsronde plaats over een nieuw VN-verdrag voor internationale fiscale samenwerking en twee protocollen. Voor het eerst gebeurt dit onder VN-vlag, buiten de OESO, wat door veel lage inkomenslanden wordt gezien als een historische doorbraak. Het proces moet leiden tot een rechtvaardiger en inclusiever fiscaal systeem, dat zowel de belangen van deze landen als mondiale uitdagingen zoals klimaatfinanciering beter weerspiegelt.

De inzet is groot: de huidige belastingregels bevoordelen vooral rijke landen en multinationals, en beperken de mogelijkheden van lage inkomenslanden om hun eerlijke deel aan inkomsten te innen. Deze middelen zijn cruciaal om duurzame ontwikkeling te financieren. Tegelijk is er spanning tussen verschillende visies op hoe belastingen moeten worden geheven (bijvoorbeeld bruto vs. netto), en hoe internationale geschillen moeten worden beslecht. 

Wat ging vooraf: van belastingontwijking tot een nieuwe VN-route

Sinds de financiële crisis van 2008 zijn herhaaldelijk internationale pogingen gedaan om grootschalige belastingontwijking en -ontduiking aan te pakken. Grote schandalen zoals de Panama Papers maakten duidelijk hoe multinationals en de grote vermogens via mazen in de wet miljarden aan belasting ontweken. De OESO trachtte met haar BEPS-proces (“Base Erosion and Profit Shifting”) hervormingen door te voeren, en de ambitie kreeg een nieuwe piek met de onderhandelingen over een globale minimumbelasting. Dit zou multinationals verplichten overal ter wereld een minimumbelasting van 15% te betalen.

Maar deze zomer kreeg dat project een zware klap: de Verenigde Staten kondigden aan zich niet langer gebonden te achten aan de regels van Pijler 2 en vrijstellingen toe te passen voor Amerikaanse multinationals. Daarmee werd de geloofwaardigheid van het OESO-proces ernstig ondermijnd. De Afrikaanse Groep verwees naar dit recente G7-besluit om Amerikaanse multinationals vrij te stellen van OESO-regels als bewijs dat het bestaande systeem niet werkt. Het VN-traject heeft alvast een duidelijk voordeel: de Verenigde Staten nemen er niet aan deel.

De koppeling tussen belasting en duurzame ontwikkeling

Een centraal thema in de onderhandelingen was de vraag hoe het belastingverdrag kan bijdragen aan de financiering van duurzame ontwikkeling. Verschillende landen en middenveldsorganisaties benadrukten dat fiscale samenwerking moet helpen om middelen vrij te maken voor klimaatadaptatie, gezondheidszorg en onderwijs. De vertegenwoordiger van Kameroen riep expliciet op om dit bindend in het verdrag op te nemen, zodat duurzame ontwikkeling geen vrijblijvende belofte blijft. 
Middenveldsorganisaties kwamen daarnaast met concrete voorstellen, over de invoering van progressieve milieubelastingen en mechanismen volgens het principe “de vervuiler betaalt” op winsten van fossiele bedrijven. Toch bleek dat veel regeringsonderhandelaars onvoldoende voorbereid waren, waardoor dit onderwerp doorgeschoven wordt naar de volgende onderhandelingsronde in Nairobi (november 2025), tegelijkertijd met de COP onderhandelingen in Belem. 

Intergouvernementele geheugenverlies – Sevilla, wat?

De discussie over duurzame ontwikkeling toont dat toezeggingen van VN-lidstaten soms snel worden vergeten. Net iets meer dan een maand voor de VN-onderhandelingen in New York kwamen dezelfde regeringen in Sevilla bijeen voor de 4e Conferentie over Financiering voor Ontwikkeling en namen het Compromiso de Sevilla aan, met concrete afspraken over genderresponsieve belastingheffing, financiering van sociale bescherming en het respecteren van mensenrechten, inclusief het recht op ontwikkeling.

Ook werden toezeggingen gedaan op het gebied van transparantie, zoals het evalueren van een centrale databank voor land-voor-land rapportages en een wereldwijd register van werkelijke eigenaren van bedrijven. Het VN-belastingverdrag vormt een belangrijk middel om deze toezeggingen op te volgen, maar tijdens de New Yorkse onderhandelingen werd nauwelijks systematisch op deze punten ingegaan.

De digitalisering van de economie

Dit onderwerp is in de afgelopen decennia steeds relevanter geworden door de sterke toename van digitale diensten door bedrijven uit de digitale economie en is het topic van het eerste protocol. Sommige digitale economie bedrijven hebben de hoogste omzet en winst wereldwijd, maar betalen relatief weinig belasting. Omdat de economische activiteit van deze bedrijven losstaat van hun fysieke aanwezigheid, werken traditionele belastingmethoden waarbij fysieke aanwezigheid een bepalende factor is, slecht in deze sector. Belasting op basis van bron en op bruto-inkomen, waarmee landen digitale diensten kunnen belasten ook zonder fysieke aanwezigheid van een bedrijf in het land waar de inkomsten worden gegenereerd, is tijdens de onderhandelingen naar voren geschoven als alternatief.  

Middenveldsorganisaties – waaronder de Global Alliance for Tax Justice –  waarschuwden dat het debat niet mag blijven steken in enkel het belasten van digitale omzet. Zij drongen aan op een fundamentele hervorming van het internationale vennootschapsbelastingstelsel, inclusief een verschuiving van de gebrekkige transfer pricing-modellen die belastingontwijking mogelijk maken richting unitaire taxatie eenheidsbelasting (waarbij winsten van een multinational wereldwijd worden samengenomen en verdeeld volgens een formule). Ook werd gepleit voor meer progressieve belastingheffing, zodat zeer winstgevende digitale bedrijven een eerlijk aandeel bijdragen. 

De zoektocht naar eerlijke en werkbare geschillenbeslechting

Het tweede grote discussiepunt betrof de beslechting van belastinggeschillen. Dit is het topic van het tweede protocol. Rijke landen drongen aan op bindende arbitrage, terwijl lagere inkomenslanden en middenveldorganisaties dit resoluut verwierpen. Zij pleitten voor een meer preventieve en niet-bindende aanpak, die beter aansluit bij de realiteit van landen met beperkte middelen. 
De bredere discussie maakte duidelijk dat het huidige systeem van transfer pricing steeds minder houdbaar is. Verschillende stemmen riepen op om te evolueren naar een eenvoudiger en transparanter systeem dat multinationals eerlijk belast op basis van hun werkelijke economische activiteiten. 

Het risico van fragmentatie en de roep om transparantie

De eerste onderhandelingsronde maakte duidelijk dat er een risico bestaat op fragmentatie van het internationale belastingsysteem. Als er te veel afzonderlijke protocollen worden ontwikkeld (bijvoorbeeld voor digitale diensten of geschillenbeslechting), dreigt het nieuwe VN-verdrag uiteen te vallen in losse stukken, wat de coherentie en effectiviteit zou ondermijnen. Civil society pleitte daarom voor één sterk en bindend verdrag dat in zijn geheel door de partijen wordt uitgevoerd.

Qua proces waren de sessies in New York positief door hun openheid: ze werden live uitgezonden en er was ruimte voor deelname van maatschappelijke actoren. Maar de voorbereiding van de volgende ronde in Nairobi gebeurt grotendeels in besloten vergaderingen, wat vragen oproept over de legitimiteit en inclusiviteit van het proces. Organisaties benadrukten dat eerlijke en transparante belastingregels niet achter gesloten deuren tot stand mogen komen. 

Dit artikel is een verkorte versie in het Nederlands van deze analyse door Tove Ryding (Policy and Advocacy Manager, Tax Justice, Eurodad)