Tips rond financiële sponsoring van kinderen

Werkt jouw 4 de Pijlerorganisatie met financiële sponsoring van kinderen? Of ben je van plan
zo’n systeem op te zetten? Denk dan eens na over de volgende vragen:

1. Hoe organiseer je zo’n systeem?
2. Is zo’n financieel sponsorsysteem moeilijk te organiseren?
3. Wat zijn de gevolgen voor de gemeenschap van het gesponsorde kindje?
4. Gaat het gestorte bedrag volledig naar het desbetreffende kindje?
5. Hoe selecteer je de kinderen?
6. Welke verwachtingen kan je scheppen bij de Vlaamse ouders?
7. Kan een Belgische sponsorouder zomaar stoppen met de financiële sponsoring?
8. Hoe doet de Belgische 4de Pijler dit?

Elke organisatie pakt het anders aan. Soms gaat het over het sponsoren van tientallen
kinderen, soms gaat het over meer dan duizend kinderen. Sommige organisaties vragen 25
euro per jaar, andere 30 euro per maand. Dat geld kan bovendien besteed worden enkel aan
het onderwijs voor het kind of ook aan voeding, gezondheidszorg en de familie bijvoorbeeld.

⮚ TIP: De ngo Cunina maakt via haar charter zeer duidelijk afspraken met de steunouders.
⮚ TIP: Een universeel systeem kunnen we niet meegeven. Voorbeelden van 4 de Pijlerorganisaties die werken met financiële sponsoring zijn: Asha-hope en Finado.

Meer organisaties vind je door via de zoekfunctie te zoeken naar “financiële adoptie” of “peterschap”. Contacteer hen voor meer informatie over hun manier van werken.

Financiële sponsoring van een kindje door een Vlaamse ouder is administratief veel werk en tijdsintensief om te organiseren. Er komt veel bij kijken. En in dit artikel lees je dat het doorgaans niet eenvoudig is om goede en duidelijk afspraken te maken met alle betrokken.

⮚ TIP: Werk samen met een organisatie in je partnerland (weeshuisdirectie, oudercomité, directie,…) die alles ter plaatse regelt.

⮚ TIP: Hou alle gegevens van de kinderen en sponsorouders goed bij in één centraal bestand. Hou dat bestand klein en beheersbaar. Er moet één verantwoordelijke zijn om het bestand nauwlettend in het oog te houden.

⮚ TIP: Ook in je partnerland moet één persoon de sponsorbanden opvolgen. Bekijk dit samen en maak duidelijke afspraken over de verwachtingen aan beide kanten.

⮚ TIP: Maak duidelijke afspraken met het gezin van het kind over de besteding van het geld. Je partnerorganisatie kan eventueel ook instaan voor het besteden van het geld.

Het kind wordt individueel gesponsord en krijgt (soms) een uitgesproken voorkeursbehandeling. Dat kan op gemeenschapsniveau tot spanningen leiden.

⮚ TIP: Hou de bijdrage beperkt en spreek precies af met je partnerorganisatie waarvoor de bijdrage gebruikt wordt. Gebruik, bijvoorbeeld, een deel van het geld specifiek voor het kind. Het ander deel kan je gebruiken voor gemeenschapsprojecten, die het kind ook ten goede komen. Communiceer dit ook eerlijk aan de sponsorouders.

Communiceer steeds duidelijk en eerlijk naar je sponsorouders.

In welke mate het steunbedrag van de sponsorouders naar het kind gaat of ook naar bredere projecten die ten goede komen van het kind en de hele gemeenschap, is een keuze van je organisatie. Communiceer daar gewoon eerlijk over.

Iedereen begrijpt ook dat je niet kan werken zonder een minimum aan
werkingsmiddelen. Je kan, bijvoorbeeld, ook vooraf transparant meedelen welk percentage weerhouden wordt voor de onkosten van de organisatie daar.

⮚TIP: Werk met een afsprakennota of charter, waarin je omschrijft wat er precies met het geld gebeurt. Publiceer dit op je website en stuur dit altijd mee naar sponsorouders.

Het is altijd moeilijk om een keuze te maken tussen wie wel en wie niet in aanmerking komt voor financiële sponsoring.

⮚TIP: Bepaal die selectiecriteria niet zelf, maar doe dit samen met je partner ter plaatse. Op die manier zullen ze beter nageleefd worden en ontstaan er minder misverstanden.

⮚TIP: Zorg dat de selectiecriteria duidelijk zijn, zodat de gemeenschap weet hoe kinderen worden gekozen. Baken ook de regio af om het beheersbaar te houden.

⮚TIP: Spreek daarenboven een eindleeftijd af. Meestal komt die overeen met de leeftijd waarop de middelbare school eindigt in het land.

⮚TIP: Denk vooraf na over je aanpak zodra de kinderen ouder zijn. Ga je ze ook steunen om verder te studeren? Ga je ze begeleiden bij hun eerste stappen op de arbeidsmarkt?

De Belgische steunouder heeft vaak wensen en verwachtingen die niet altijd ingevuld kunnen worden: op bezoek gaan, briefwisseling, cadeautjes sturen,…

⮚TIP: Spreek duidelijk af met de Vlaamse steunouder wat hij/zij kan verwachten van de organisatie en van het kind. Zorg dat je lokale partner zo weinig mogelijk administratieve last ondervindt.

⮚TIP: Communiceer open met je sponsor en beloof hem/haar geen dingen die je niet kan waarmaken. (bv. een bezoek ter plaatse, individuele briefwisselingen, enz.)

⮚TIP: Gebruik het internet om regelmatig nieuwe informatie te geven over de kinderen. Je kunt werken met individuele fiches.

Indien een sponsorouder plots stopt met betalen of niet meer geïnteresseerd is in het project, kan dit problemen opleveren voor het sponsorkind.

⮚TIP: Vermeld in de afsprakennota met de sponsorouders altijd een soort opzegtermijn. Zo heb je voldoende tijd om uit te kijken naar nieuwe sponsorouders voor het kind.

⮚TIP: Besef dat ook de kinderen kunnen wegvallen in de loop van het proces, wanneer ze verhuizen of van school veranderen bijvoorbeeld. Dat kan een teleurstelling zijn voor sponsorouders die het kind al enkele jaren steunen. Communiceer hier open over en biedt hun de keuze om een ander kind te steunen of om hun steun stop te zetten.