Image
SGD duurzame ontwikkeling

COVID-19 als test voor de SDG’s

Politiek

Het is 2020. Een derde van het traject voor de duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG’s) ligt al achter ons. Vijf jaar na de goedkeuring van de Agenda voor Duurzame Ontwikkeling 2030 hebben we nog tien jaar om de 17 SDG’s te behalen. Zij verdienen de prioriteit van onze regeringen, zeker in het licht van de huidige COVID-19-crisis. Precies dat komt aan bod op een belangrijk politiek forum van 7 tot 16 juli, dat voor het eerst virtueel plaatsvindt.
 

Eind september 2015 engageerden wereldleiders zich voor een nieuwe duurzaamheidsagenda met zeventien concrete doelen: de sustainable development goals of SDG’s. Aan het begin van de ‘decade of ambitious action’ – in de woorden van de secretaris-generaal van de VN – en op een derde van de weg, vindt binnenkort het High-Level Political Forum plaats. Dat wordt internationaal als sleutelmoment gezien. Het forum speelt zich jaarlijks af in juli in New York en heeft als doel om de vooruitgang van Agenda 2030 te bespreken. Landen rapporteren er over hun prestaties, de secretaris-generaal presenteert er zijn rapport over de stand van zaken en men maakt de balans op van de uitvoering van de SDG’s. Het is goed dat het forum ondanks de crisis doorgaat, zij het virtueel. 

SDG’s anders uitvoeren door de huidige crisis

Nu de pandemie de internationale context sterk heeft verstoord, moet het forum de hoofd- en subdoelen durven her te bekijken in het licht van de gezondheidscrisis. Neem bijvoorbeeld SDG 5 over gendergelijkheid. Wereldwijd maken vrouwen 70 procent van de werknemers in de zorg uit. Bovendien werkt de overgrote meerderheid van de vrouwen in de informele economie. Net daarom zijn vrouwen sociaal en economisch bijzonder hard getroffen door de gevolgen van de pandemie, en lopen ze een groter risico op armoede. 

Bij de verdere uitvoering van Agenda 2030 moet met deze terugslag rekening worden gehouden: extra inspanningen zijn nodig, zoals de Europese ngo-koepel CONCORD opsomt. Dat geldt ook op nationaal niveau. De Belgische regeringen moeten hun uitvoeringsplannen voor Agenda 2030 herbekijken en rekening houden met de nieuwe uitdagingen, lacunes en risico’s. Daarbij kunnen ze gebruikmaken van de rapporten en analyses van de Belgische openbare diensten: zoals deze van het Federaal Planbureau: analyses in het kader van de COVID-19-crisis en de  federale rapporten inzake duurzame ontwikkeling; of deze van de FOD Volksgezondheid: COVID-19 en duurzame transitie.

Nu de pandemie de internationale context sterk heeft verstoord, moet het forum de hoofd- en subdoelen durven her te bekijken in het licht van de gezondheidscrisis

Sluit niemand uit

Dit forum voor duurzame ontwikkeling vindt plaats op een cruciaal moment. De virtuele setting is momenteel de enige optie, en ze brengt heel wat uitdagingen met zich. Denk aan praktische aspecten zoals de verschillende tijdzones. Maar bovenal de impact op de inclusiviteit en transparantie van het evenement. Want die bepalen tenslotte het succes. 

Eerst en vooral is de integratie en vertegenwoordiging van álle landen belangrijk. De digitale kloof en mogelijke stroomonderbrekingen mogen geen belemmering vormen voor de actieve participatie van een delegatie. Anderzijds moet het middenveld worden gehoord. De stem van vertegenwoordigers van nationale middenveld bij voorrang wordt opgenomen in de verschillende onderdelen van het HLPF. En regionale en internationale organisaties van het middenveld moeten adequaat worden vertegenwoordigd.

Duurzaamheidschecklist voor heropbouw

COVID-19 belicht de kwetsbaarheid van onze industriële en voedselsystemen, de tekortkomingen van sociale bescherming, de negatieve impact van precaire en informele vormen van arbeid op de toegang tot de sociale zekerheid, het belang van een duurzaam en eerlijk financiering ervan en het belang van regelgeving door mensen met politieke verantwoordelijkheid. De economische heropbouw moet gebeuren binnen het kader van de zeventien SDG’s. Agenda 2030 is niet perfect, maar geeft wel een duidelijke richting aan. Daarnaast gaat het om een wereldwijd goedgekeurd kader dat ambitieuze maatregelen voorstelt en de vaak ondermaatse beleidscoherentie aankaart. Deze doelstellingen moeten de ‘duurzaamheidschecklist’ worden voor regeringen, en voor experts en bedrijven o.a; via sociale dialoog. Het gaat er dus om ze in het besluitvormingsproces te integreren, zodat de besluiten die in het kader van de economische heropbouw worden genomen, verenigbaar zijn met Agenda 2030.Het gaat over een global governance die niet uitsluitend de internationale rechten van financiële en economische actors ondersteunt maar ook de internationale menselijk, sociaal, ecologisch en sanitaire regelgeving.

Solidariteit als nieuwe gemeenschappelijke basis

De Belgische overheid kan rekenen op de actieve deelname van ngo’s, jongeren en vakbonden. Zij pleiten al lang voor structurele oplossingen en de omslag van huidige praktijken op verschillende vlakken, zoals productie en consumptie, minder ongelijkheid, de strijd tegen armoede en de noodzakelijke opwaardering van de openbare diensten

Dat zie je bijvoorbeeld in de conclusies van het rapport Mind the gap - de SDG’s in een Belgisch perspectief door Perspective 2030, een samenwerkingsverband tussen verschillende organisaties. Niemand kan de SDG’s alleen behalen. Onze gedeelde ervaring met COVID-19 en de veiligheidsmaatregelen heeft ons geleerd dat solidariteit de enige optie is. De optie die meteen de basis moet zijn voor de uitvoering van Agenda 2030 en voor het komende decennium.